gepubliceerd op 04 februari 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 198.374 van 30 november 2009 in zake Christel Demerlier tegen het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, waarvan de expeditie ter griffie va « Schendt artikel 19, eerste lid, van de bij koninklijk besluit van 12 januari 1973 gecoördineerde (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 198.374 van 30 november 2009 in zake Christel Demerlier tegen het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 december 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 19, eerste lid, van de bij koninklijk besluit van 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State, geïnterpreteerd in die zin dat de beroepen tot nietigverklaring slechts voor de afdeling bestuursrechtspraak kunnen worden gebracht door verzoekende partijen die doen blijken van een rechtstreeks belang bij de vernietiging van de bestreden beslissing, de in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet neergelegde beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, doordat aldus een niet objectief en redelijk verantwoord verschil in behandeling wordt ingesteld tussen verzoekende partijen die een rechtstreeks belang hebben bij de nietigverklaring van de bestreden beslissing, enerzijds, en verzoekende partijen die een onrechtstreeks belang daarbij hebben, anderzijds ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4830 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.