gepubliceerd op 29 januari 2010
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 198.195 van 25 november 2009 in zake Patrick Vantomme en anderen, en Francine D'Haeze tegen het Waalse Gewest, vrijwillig tussenkomende partij : de nv « Schendt artikel 1 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 april 2009 tot wijziging van het d(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij arrest nr. 198.195 van 25 november 2009 in zake Patrick Vantomme en anderen, en Francine D'Haeze tegen het Waalse Gewest, vrijwillig tussenkomende partij : de nv « Cora », en partijen geroepen tot tussenkomst : 1. de stad Moeskroen, 2. de gemeente Estaimpuis, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 december 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 april 2009 tot wijziging van het
decreet van 27 november 1997Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/11/1997
pub.
12/02/1998
numac
1998027056
bron
ministerie van het waalse gewest
Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium
type
decreet
prom.
27/11/1997
pub.
05/12/1997
numac
1997027653
bron
waals ministerie voor uitrusting en vervoer
Decreet tot wijziging van het decreet van 27 maart 1985 inzake de pensioenregeling toepasselijk op het personeel van de organismen van openbaar nut behorend tot het Waalse Gewest
sluiten tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium het standstill -beginsel, dat inherent is aan het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu bepaald in artikel 23 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en de artikelen 6, 13 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, alsook artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, in zoverre het tot gevolg heeft dat het : - de inhoud van de gewestplannen geldig verklaart, zonder aan de burgers de waarborgen te bieden die gekoppeld zijn aan een procedure tot wijziging van die plannen (met name een openbaar onderzoek, een milieueffectrapport en de mogelijkheid om de wettigheid van de wijzigingsbeslissing te betwisten), en hun dus slechts een bescherming biedt die wezenlijk geringer is dan die welke zij tot op heden konden genieten, zonder dat hiervoor een met de maatregel evenredig doel van algemeen belang bestaat; - de mogelijkheden om de bestemming te betwisten aanzienlijk beperkt, waardoor een verschil in behandeling wordt ingevoerd ten opzichte van de burgers die de wettigheid kunnen betwisten van een bestemming die niet op wetgevende wijze geldig is verklaard; - met terugwerkende kracht van toepassing is op de aan de gang zijnde procedures, terwijl die toepassing, die een van de belangrijkste werkelijke doelen van het decreet vormt, niet evenredig is met het aangevoerde doel van de maatregel ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4826 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.