gepubliceerd op 24 maart 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 190.233 van 5 februari 2009 in zake de vzw « Federatie van transporteurs door middel van pipeline » tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter « 1. Schendt artikel 40, § 1, van het decreet van 18 december 1992 houdende bepalingen tot beg(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 190.233 van 5 februari 2009 in zake de vzw « Federatie van transporteurs door middel van pipeline » tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 februari 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 40, § 1, van het decreet van 18 december 1992 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993, de regels die de onderscheiden bevoegdheden vaststellen van de Staat en de gewesten door de houders van een vervoervergunning overeenkomstig de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, aan een vergunningsplicht te onderwerpen voor het privatief gebruik van het domein van de wegen en hun aanhorigheden, van de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken, ressorterend onder het beheer van het Vlaamse Gewest ? 2. Schenden de artikelen 3, 9, 11 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, de regels die de onderscheiden bevoegdheden vaststellen van de Staat en de gewesten door de houders van een vervoervergunning te machtigen om alle werken uit te voeren, onder, op of boven het openbaar domein, die nodig zijn voor de oprichting, de werking en het onderhoud in goede staat van de gasvervoerinstallaties en door een wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut toe te kennen zonder dat het Vlaamse Gewest het toelaten van dit privatief gebruik van zijn openbaar domein aan een vergunningsplicht mag onderwerpen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4637 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.