gepubliceerd op 18 november 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 186.774 van 1 oktober 2008 in zake Martine Saint-Guillain tegen de Hoge Raad voor de Justitie, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekom « Schendt artikel 14, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 186.774 van 1 oktober 2008 in zake Martine Saint-Guillain tegen de Hoge Raad voor de Justitie, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 oktober 2008, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 14, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals het voortvloeit uit de wet van 15 mei 2007, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de kandidaten voor een ambt in de magistratuur een beroep bij de Raad van State ontzegt tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door de Hoge Raad voor de Justitie, terwijl de andere kandidaten voor een openbaar ambt over een dergelijk beroep beschikken tegen de beslissingen die te hunnen aanzien zijn genomen door Selor ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4524 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.