gepubliceerd op 10 september 2008
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 22 juli 2008 in zake I.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 juli 2008, heeft de raadkamer van de Rechtbank van eer « Schendt artikel 8 van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, in d(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 22 juli 2008 in zake I.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 juli 2008, heeft de raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 8 van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, in die zin geïnterpreteerd dat het enkel van toepassing is op het Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de instelling van vervolging in tegenstelling tot het aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of veiligheidsmaatregel, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het zou verhinderen dat de overlevering aan de uitvaardigende rechterlijke autoriteit van een persoon van Belgische nationaliteit of van een persoon die in België verblijft en die het voorwerp uitmaakt van een Europees aanhoudingsbevel met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf uitgesproken bij een vonnis gewezen bij verstek te zijnen aanzien, afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat die persoon, na hoger beroep te hebben ingesteld en de nieuwe vonnisprocedure te hebben genoten waarover de uitvaardigende rechterlijke autoriteit waarborgen heeft geboden die als toereikend worden beschouwd in de zin van artikel 7 van die wet, naar België wordt teruggezonden teneinde aldaar de straf of de veiligheidsmaatregel te ondergaan die tegen hem in de uitvaardigende Staat zou zijn uitgesproken ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4503 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.