Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 18 december 2007

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten van 2 oktober 2007 in zake respectievelijk J.S. en A. V.C., waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 11 oktober 2007, heeft « Schenden artikel 235ter en/of artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de art(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2007203576
pub.
18/12/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee arresten van 2 oktober 2007 in zake respectievelijk J.S. en A. V.C., waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 11 oktober 2007, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 235ter en/of artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat daarin niet wordt voorzien in een onmiddellijk cassatieberoep tegen een arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling bij een controle van het vertrouwelijk dossier overeenkomstig de artikelen 189ter en/of 235ter van het Wetboek van strafvordering dat een voorbereidend arrest is, terwijl artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, in afwijking van het eerste lid van dat artikel, onmiddellijk cassatieberoep toelaat tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling gewezen met toepassing van artikel 235bis van het Wetboek van strafvordering betreffende het onderzoek van de regelmatigheid van de rechtspleging dat een gelijkaardig voorbereidend arrest is als dit gewezen bij toepassing van artikel 235ter van het Wetboek van strafvordering ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4308 en 4309 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^