gepubliceerd op 26 juli 2007
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arresten van 4 en 11 juni 2007 in zake respectievelijk A.B. tegen de CV « A.I.D.E. » en de Franse Gemeenschap tegen R.D., waarvan de expedities ter griffie van 1. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zove(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arresten van 4 en 11 juni 2007 in zake respectievelijk A.B. tegen de CV « A.I.D.E. » en de Franse Gemeenschap tegen R.D., waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 12 en 14 juni 2007, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling, zoals ze wordt geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie, inzonderheid in zijn arresten van 20 februari 2001, 16 oktober 2001, 10 december 2001, 2 oktober 2002 en 9 en 10 april 2003, een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, de derde die aansprakelijk is voor een ongeval waarvan een ambtenaar het slachtoffer zou zijn en, anderzijds, de derde die aansprakelijk is voor een ongeval waarvan een werknemer het slachtoffer zou zijn, wegens hun vordering tot vergoeding van de materiële schade die zij lijden naar aanleiding van de bij dat ongeval opgelopen lichamelijke letsels ? »;2. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling, zoals ze wordt geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie, inzonderheid in zijn arresten van 20 februari 2001, 16 oktober 2001, 10 december 2001, 2 oktober 2002 en 9 en 10 april 2003, een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, het slachtoffer van een ongeval in de openbare sector en het slachtoffer van een ongeval in de privésector, daar de derde die voor het ongeval gedeeltelijk aansprakelijk is, van het eerstgenoemde slachtoffer diens aandeel zou kunnen vorderen, waardoor het mogelijk de vergoedingen moet terugbetalen die het wegens zijn statuut ontvangt ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4219 en 4226 van de rol van het Hof, werden samengevoegd met de zaak met rolnummer 4206.
De griffier, P.-Y. Dutilleux