gepubliceerd op 01 december 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 164.028 van 24 oktober 2006 in zake de nv « Varec » tegen de Belgische Staat en de vennootschap naar Duits recht Diehl Remscheid G « Schenden de artikelen 21 en 23 van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van Sta(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 164.028 van 24 oktober 2006 in zake de nv « Varec » tegen de Belgische Staat en de vennootschap naar Duits recht Diehl Remscheid GmbH & Co., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 november 2006, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 21 en 23 van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State, in die zin geïnterpreteerd dat de vertrouwelijke stukken van een dossier van de administratie aan het administratief dossier moeten worden toegevoegd en aan de partijen moeten worden medegedeeld, artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, aangezien zij het niet mogelijk maken het recht op de eerbiediging van het zakengeheim te verzekeren ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4064 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.