gepubliceerd op 12 juni 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 24 april 2006 in zake G. Alamia tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en in aanwezigheid van M. Matagn 1. « Schendt artikel 982, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, wanneer het bepaalt : ' Behoude(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 24 april 2006 in zake G. Alamia tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en in aanwezigheid van M. Matagne, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 mei 2006, heeft het Arbeidshof te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 982, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, wanneer het bepaalt : ' Behoudens een andersluidende wetsbepaling ', de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het in de wettelijke mogelijkheid voorziet een verschil in behandeling te creëren tussen rechtzoekenden, naar gelang van de evaluatiecriteria van het ereloon en de kosten van de gerechtsdeskundigen ? »;2. « Schendt artikel 167, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een verschil in behandeling creëert tussen rechtzoekenden door de Koning ertoe te machtigen een tarief vast te stellen voor het ereloon en de kosten van de gerechtsdeskundigen, tarief waarvoor de evaluatiecriteria die van toepassing zijn in het gemeen recht, niet gelden ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 3972 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.