gepubliceerd op 06 april 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 9 februari 2006 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen de b.v.b.a. in vereffening « Belgian tax and accounting servic « Schenden de artikelen 184, 185, 191, 192 en 261 van het Wetboek van vennootschappen de artikelen (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 9 februari 2006 in zake de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid tegen de b.v.b.a. in vereffening « Belgian tax and accounting services company - Société belge de services comptables et fiscaux », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 14 februari 2006, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 184, 185, 191, 192 en 261 van het Wetboek van vennootschappen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien zij in die zin dienen te worden geïnterpreteerd dat zij het een schuldeiser van een burgerlijke vennootschap met handelsvorm die bij besluit van de algemene vergadering in vrijwillige vereffening is gesteld, die zich bevindt in een situatie van staking van betaling en waarvan het krediet is geschokt, niet mogelijk maakt de rechtbank te verzoeken de door de algemene vergadering benoemde vereffenaar te vervangen, terwijl in het kader van een gerechtelijke vereffening of een faillissement, de rechtbank kan worden verzocht de vereffenaar of de curator te vervangen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 3897 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.