gepubliceerd op 23 januari 2006
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 8 december 2005 in zake de b.v.b.a. Lechien Construction tegen M.-T. Messina en Mr. G. Leplat, handelend in de hoedanigheid van cu « Roept artikel 1798 van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 19 februari 1990, d(...)
ARBITRAGEHOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6    januari 1989 op het Arbitragehof    Bij arrest van 8 december 2005 in zake de b.v.b.a. Lechien    Construction tegen M.-T. Messina en Mr. G. Leplat, handelend in de    hoedanigheid van curator van het faillissement van de n.v. Etudes et    réalisations Lechien, waarvan de expeditie ter griffie van het    Arbitragehof is ingekomen op 14 december 2005, heeft het Hof van    Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Roept artikel 1798 van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij    de wet van 19 februari 1990, dat aan de onderaannemer een    rechtstreekse vordering toekent ten aanzien van de bouwheer, een    ongrondwettige discriminatie (artikelen 10 en 11 van de Grondwet) in    het leven jegens de bouwheer die niet over een dergelijk beroep    beschikt tegen de onderaannemer ? ».
Die zaak, ingeschreven onder nummer 3829 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 3788.
De griffier, L. Potoms.