gepubliceerd op 10 maart 2005
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 1 februari 2005 in zake de n.v. Brussels South Charleroi Airport tegen J.-L. Abad Gonzales en anderen, waarvan de expeditie ter gr « 1. Schendt artikel 1bis van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 1994 betreffende de op(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 1 februari 2005 in zake de n.v. Brussels South Charleroi Airport tegen J.-L. Abad Gonzales en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 februari 2005, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 1bis van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 1994 betreffende de oprichting en de uitbating van de onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens en vliegvelden, zoals het was geformuleerd vóór de wijziging ervan bij het decreet van het Waalse Gewest van 1 april 2004, de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in zoverre het een schending zou inhouden van : - het fundamentele beginsel van de rechtszekerheid, in zoverre, zoals het Waalse Gewest betoogt, dat artikel, onder de dekmantel van een als exclusief aangemerkte regeling en van afwijkingen die uitzonderlijk zouden moeten blijven, de vaststelling en het voortbestaan van geregelde vluchten binnen de tijdspanne van 22u/7u mogelijk zou maken onder de enkele voorwaarde dat een globale maximale geluidsquota in acht wordt genomen waarvan de vaststelling, door de Regering, noch aan enige voorwaarde noch aan enige beperking wordt onderworpen; - de coherentie en de objectiviteit die elke wetgeving dienen te kenmerken teneinde de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken en de bescherming van de fundamentele rechten van de burgers te waarborgen, in zoverre de achtneming van die bepaling zou afhangen van de soevereine beoordeling van de Regering en de overheid bij de vaststelling van de globale maximale geluidsquota, die in de feiten als basisregeling voor de luchthaven van Gosselies de regeling zou vervangen die duidelijk is gedefinieerd in het decreet of, met andere woorden, in zoverre de uitzonderingsregeling in feite de basisregeling zou worden; - het recht voor de burgers op de bescherming van een gezond leefmilieu, met inbegrip van het recht om zich te beklagen over de mogelijke niet-inachtneming van het decreet vooraleer een jaar verstreken is of de geluidsoverschrijding heeft plaatsgevonden binnen het lopende jaar, vermits de overheid, ongeacht de omvang van het geluid waarvan in de klachten gewag zou worden gemaakt, zou kunnen aanvoeren dat die onontvankelijk en niet gegrond zouden zijn zolang het referentiejaar niet volledig verstreken is ? 2. Schendt het decreet van 1 april 2004 tot wijziging van artikel 1bis van het voormelde decreet van 23 juni 1994 de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en moeten zij in elk geval niet zonder gevolg blijven zolang de huidige gerechtelijke procedure niet beëindigd is, in zoverre : - zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens duidelijk heeft aangegeven, het beginsel van de voorrang van het recht en het begrip van een eerlijk proces, verankerd in artikel 6, zich, behoudens om dwingende redenen van algemeen belang, verzetten tegen de inmenging van de wetgevende macht in de rechtsbedeling met de bedoeling de afloop van het geschil te beïnvloeden; - te dezen het Waalse Gewest niet de minste dwingende reden van algemeen belang heeft aangevoerd en de bekommernis van de overheid zich ertoe beperkt de tekst te wijzigen opdat die niet langer tot uiteenlopende interpretaties leidt (sic ) en een aantal aanpassingen aan te brengen hangende de gerechtelijke procedure in verband met de toepassing van het decreet gewijzigd bij het decreet van 1 april 2004, waarin het Waalse Gewest als partij betrokken was ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3474 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.