Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 10 februari 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 138.686 van 20 december 2004 in zake de v.z.w. Vrijzinnig Studie-, Archief- en Documentatiecentrum « Karel Cuypers » tegen de Vlaa « Schenden de artikelen 3, 5 en 7, § 1, 2°, van het decreet van 27 juni 1985 houdende erkennin(...)

bron
arbitragehof
numac
2005200254
pub.
10/02/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 138.686 van 20 december 2004 in zake de v.z.w.

Vrijzinnig Studie-, Archief- en Documentatiecentrum « Karel Cuypers » tegen de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 7 januari 2005, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 3, 5 en 7, § 1, 2°, van het decreet van 27 juni 1985 houdende erkenning en subsidiëring van de privaatrechtelijke Nederlandstalige archief- en documentatiecentra, op zich genomen dan wel samengelezen, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, op zichzelf of samengelezen met artikel 19 van de gecoördineerde Grondwet en de artikelen 9 en 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens, doordat ze a priori de erkenning en elke vorm van subsidiëring onthouden aan een privaatrechtelijk archief- en documentatiecentrum in de Vlaamse Gemeenschap waarvan de activiteit niet gericht is op het patrimonium van één van de in artikel 3 van dat decreet limitatief genoemde ideologisch-filosofische stromingen, met name gericht is op het patrimonium van de vrijzinnige (niet-confessionele) levensbeschouwing, minstens in de mate dat artikel 5 van dat decreet de erkenning van meer dan één archief- en documentatiecentrum per in artikel 3 genoemde ideologisch-filosofische stroming uitsluit en de decreetgever er daarbij van uitgegaan is dat de vrijzinnige (niet-confessionele) levensbeschouwing die in artikel 181, § 2, van de gecoördineerde Grondwet erkend is voldoende aan bod komt via de in artikel 3 van het decreet van 27 juni 1985 genoemde stromingen en de in artikel 7 van hetzelfde decreet met name vermelde archief- en documentatiecentra ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3316 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^