Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 10 november 2004

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 28 september 2004 in zake Y. Okongo, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 oktober 2004, heeft h « Schendt artikel 12bis, § 4, derde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de art(...)

bron
arbitragehof
numac
2004203339
pub.
10/11/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 28 september 2004 in zake Y. Okongo, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 oktober 2004, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 12bis, § 4, derde lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat het hoger beroep tegen een beslissing gewezen op negatief advies van de procureur des Konings in het raam van de procedure van nationaliteitsverklaring moet worden ingesteld binnen vijftien dagen na de kennisgeving van die beslissing aan de betrokkene, terwijl de gewone termijn voor hoger beroep in burgerlijke zaken, zoals vastgesteld in artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek, één maand bedraagt na de betekening of de kennisgeving van het vonnis ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 3095 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^