Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 24 september 2003

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 27 juni 2003 in zake C. Warenghien tegen de directeur van de dienst gerechtelijke bescherming en anderen, waarvan de expeditie ter « Schendt de bepaling vervat in artikel 37 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1(...)

bron
arbitragehof
numac
2003200900
pub.
24/09/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 27 juni 2003 in zake C. Warenghien tegen de directeur van de dienst gerechtelijke bescherming en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 1 juli 2003, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de bepaling vervat in artikel 37 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, die erin voorziet dat hetzij een van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of die de jongere in rechte of in feite onder hun bewaring hebben, hetzij de jongere boven de veertien jaar, hetzij de jongere van minder dan veertien (zoals nader gepreciseerd) voor de jeugdrechtbank een betwisting kan brengen die betrekking heeft op de toekenning, de weigering van toekenning of de nadere regels voor de toepassing van een individuele maatregel tot hulpverlening, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij de andere personen die bij de hulpverlenende maatregel betrokken zijn, meer bepaald de grootouders en meer algemeen de leefgenoten bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het decreet van 4 maart 1991 niet toestaat het beroep waarin zij voorziet in te stellen, waarbij zij aldus een verschil in behandeling invoert tussen de personen die in de bepaling worden aangewezen en de personen die niet erin worden aangewezen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2748 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^