Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 31 juli 2003

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest nr. 119.261 van 12 mei 2003 in zake A. Brouillard tegen de Kamer van volksvertegenwoordigers, waarvan de expeditie ter griffie van « 1. Is artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State in overeenstemming met de arti(...)

bron
arbitragehof
numac
2003200737
pub.
31/07/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest nr.119.261 van 12 mei 2003 in zake A. Brouillard tegen de Kamer van volksvertegenwoordigers, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 16 mei 2003, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Is artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van de scheiding der machten, in zoverre het een parlementaire overheid zou gelijkstellen met een administratieve overheid door het de Raad van State, zonder dat de tekst daarin uitdrukkelijk voorziet, mogelijk te maken bij wege van exceptie na te gaan of een beslissing van een parlementaire vergadering in overeenstemming is met de hogere rechtsregels ? 2. Schendt artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat de administratieve handelingen van de wetgevende vergaderingen met betrekking tot de leden van hun personeel individuele handelingen zijn, met uitsluiting van de handelingen van regelgevende aard, terwijl de leden van het personeel van de administratieve overheden bij wege van vordering of exceptie beroep kunnen instellen bij de Raad van State tegen de bepalingen met betrekking tot hun aanwerving en hun statuut, en de onwettigheid ervan op grond van artikel 159 van de Grondwet kunnen aanvoeren ? » b.Bij arrest nr. 119.643 van 21 mei 2003 in zake R. Veulemans tegen het Rekenhof, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 juni 2003, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat de ' administratieve handelingen ' van de wetgevende vergaderingen of van hun organen en die van het Rekenhof met betrekking tot de overheidsopdrachten en de leden van hun personeel uitsluitend individuele handelingen zijn, met uitsluiting van de reglementaire handelingen die de aanwerving en het statuut van dat personeel regelen, terwijl de leden van het personeel van de administratieve overheden bij de Raad van State de nietigverklaring - en bijgevolg de schorsing van de tenuitvoerlegging, het accessorium van de vernietiging - kunnen vorderen van de reglementaire bepalingen met betrekking tot hun aanwerving en hun statuut ? » Die zaken, ingeschreven onder de nummers 2701 en 2716 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^