gepubliceerd op 30 april 2003
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 29 januari 2003 in zake de n.v. Socatra en de n.v. Sobestel tegen de vennootschap naar Italiaans recht Impregilo SpA en anderen, w « Is het, in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend artikel 747, § 2(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 29 januari 2003 in zake de n.v. Socatra en de n.v.
Sobestel tegen de vennootschap naar Italiaans recht Impregilo SpA en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 februari 2003, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het, in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend artikel 747, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek in die zin te interpreteren dat de partij die haar hoofdconclusies niet binnen de voorgeschreven termijn heeft neergelegd, en die in het geval waarin zij verwerende of geïntimeerde partij is, geen enkel procedurestuk heeft neergelegd, niet meer mag pleiten ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2627 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.