gepubliceerd op 11 april 2003
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 116.005 van 17 februari 2003 in zake M. Kiebooms tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof i « Schenden de artikelen 14 en 19 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 116.005 van 17 februari 2003 in zake M. Kiebooms tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 maart 2003, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 14 en 19 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat de Raad van State de rechtmatigheid van verzoekers belang tot het vorderen van de vernietiging van de weigering van een vrijwillig ontslag in de loop van de procedure kan ontzeggen op grond van de bevinding dat de aanvraag tot vrijwillig ontslag, voorwerp van het verzoekschrift tot vernietiging, later werd ingewilligd doch zonder dat deze latere rechtshandeling ingang heeft op de aanvankelijk gevraagde ontslagdatum en zonder dat de bestreden akte hiermede ingetrokken wordt en in acht genomen, enerzijds, het feit dat deze exceptie niet zou onderzocht zijn geweest, indien de Raad van State voordien zoniet de grond van de zaak, dan minstens de ontvankelijkheid zou onderzocht hebben, en, anderzijds, het feit dat retroactief rechtsherstel dient verleend te worden ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2659 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.