gepubliceerd op 10 september 2002
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 27 juni 2002 in zake B. Kockartz en M. Schumacher tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof i « Schendt artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen (...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 27 juni 2002 in zake B. Kockartz en M. Schumacher tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 juli 2002, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat voormeld artikel 34 de aan de belastingplichtige wegens lichamelijke schade zonder inkomensderving toegekende vergoedingen, uitgekeerd op grond van een door de werkgever van de verzekerde afgesloten collectieve verzekeringsovereenkomst tegen ongevallen in het beroeps- en privé-leven, aan de inkomstenbelasting onderwerpt, terwijl dezelfde vergoedingen, uitgekeerd op grond van een door de verzekerde ondertekende individuele verzekeringsovereenkomst, overeenkomstig artikel 38, 8°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 niet aan de belasting zijn onderworpen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2498 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.