Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 18 juni 2002

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij twee arresten van 21 maart 2002 in zake F. Bas tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel en A. Bas en B. Yildiz t « Is het, in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend artikel 1 van de O.C.(...)

bron
arbitragehof
numac
2002021243
pub.
18/06/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij twee arresten van 21 maart 2002 in zake F.Bas tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel en A. Bas en B. Yildiz tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 29 maart 2002, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het, in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend artikel 1 van de O.C.M.W.-wet in die zin te interpreteren dat de maatschappelijke dienstverlening, indien zij kan worden toegekend, niet kan worden verleend met terugwerkende kracht tot de datum van de aanvraag, terwijl zulks wel het geval is voor het bestaansminimum ? » b. Bij arrest van 17 april 2002 in zake S.Tchuente tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel en de Belgische Staat en in zake het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel tegen S. Tchuente, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 23 april 2002, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het, in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend de artikelen 97 tot 102 van de wet van 8 juli 1976 in die zin te interpreteren dat, buiten de gevallen waarin de artikelen 98, § 1, derde lid, en 99, § 1, van dezelfde wet voorzien, de O.C.M.W.'s de kosten van de maatschappelijke dienstverlening bij hun begunstigden niet kunnen terugvorderen, zelfs wanneer die prestaties onterecht zouden zijn toegekend, terwijl op het vlak van het bestaansminimum niet in een dergelijke beperking van de terugvordering van onterecht toegekende bedragen is voorzien ? » Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2401, 2402 en 2417 van de rol van het Hof en werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^