gepubliceerd op 28 maart 2001
Arrest nr. 39/2001 van 13 maart 2001 Rolnummer 2125 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 17, 1°, van de wet van 17 juli 2000 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...)
ARBITRAGEHOF
Arrest nr. 39/2001 van 13 maart 2001 Rolnummer 2125 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 17, 1°, van de wet van 17 juli 2000 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem en van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken », ingesteld door H. Funck.
Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers L. François en E. De Groot, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 31 januari 2001 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 februari 2001, heeft H. Funck, wonende te 1330 Rixensart, rue de Nivelles 69, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 17, 1°, van de wet van 17 juli 2000 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem en van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 augustus 2000).
II. De rechtspleging Bij beschikking van 1 februari 2001 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.
Op 15 februari 2001 hebben de rechters-verslaggevers L. François en E. De Groot, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de organieke wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep tot vernietiging klaarblijkelijk onontvankelijk is.
Overeenkomstig artikel 71, tweede lid, van de organieke wet is van de conclusies van de rechters-verslaggevers aan de verzoekende partij kennisgegeven bij op 16 februari 2001 ter post aangetekende brief.
Bij op 20 februari 2001 ter post aangetekende brief, die ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2001, heeft de verzoekende partij laten weten dat ze afstand doet van haar beroep.
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.
III. In rechte Niets verzet zich ertegen, te dezen, dat het Hof de afstand toewijst.
Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, wijst de afstand toe.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 maart 2001.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, M. Melchior.