Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 29 april 2000

Arrest nr. 30/2000 van 21 maart 2000 Rolnummer 1648 In zake : het beroep tot vernietiging van de organisatieafdeling 57 , programma's 7 en 8, en van de artikelen 1 en 38, in zoverre ze betrekking hebben op die programma's, van(...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters H. (...)

bron
arbitragehof
numac
2000021166
pub.
29/04/2000
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Arrest nr. 30/2000 van 21 maart 2000 Rolnummer 1648 In zake : het beroep tot vernietiging van de organisatieafdeling 57 (kunstonderwijs), programma's 7 en 8, en van de artikelen 1 en 38, in zoverre ze betrekking hebben op die programma's, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 november 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998, ingesteld door de Vlaamse Regering.

Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters H. Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, A. Arts, R. Henneuse, M. Bossuyt en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter G. De Baets, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 maart 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 maart 1999, heeft de Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van de organisatieafdeling 57 (kunstonderwijs), programma's 7 en 8, en van de artikelen 1 en 38, in zoverre ze betrekking hebben op die programma's, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 november 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 23 september 1998).

II. De rechtspleging Bij beschikking van 23 maart 1999 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof.

De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen.

Van het beroep is kennisgegeven overeenkomstig artikel 76 van de organieke wet bij op 13 april 1999 ter post aangetekende brieven.

Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 april 1999.

De Franse Gemeenschapsregering, Surlet de Chokierplein 15-17, 1000 Brussel, heeft een memorie ingediend bij op 28 mei 1999 ter post aangetekende brief.

Van die memorie is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de organieke wet bij op 11 augustus 1999 ter post aangetekende brief.

De Vlaamse Regering heeft een memorie van antwoord ingediend bij op 13 september 1999 ter post aangetekende brief.

Bij beschikking van 29 juni 1999 heeft het Hof de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 22 maart 2000.

Bij beschikking van 22 december 1999 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 19 januari 2000.

Bij beschikking van 22 december 1999 heeft rechter L. François, waarnemend voorzitter, de zaak voorgelegd aan het Hof in voltallige zitting.

Van de beschikking van ingereedheidbrenging is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten bij op 24 december 1999 ter post aangetekende brieven.

Op de openbare terechtzitting van 19 januari 2000 : - zijn verschenen : . Mr. P. Devers, advocaat bij de balie te Gent, voor de Vlaamse Regering; . Mr. M. Uyttendaele en Mr. N. Van Laer, advocaten bij de balie te Brussel, voor de Franse Gemeenschapsregering; - hebben de rechters-verslaggevers M. Bossuyt en R. Henneuse verslag uitgebracht; - zijn de voornoemde advocaten gehoord; - is de zaak in beraad genomen.

Aangezien rechter H. Coremans verhinderd was, heeft rechter E. Cerexhe niet deelgenomen aan de beraadslaging.

De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof.

III. In rechte - A - Standpunt van de Vlaamse Regering A.1.1. De Vlaamse Regering vordert de vernietiging van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 november 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998, in zoverre de Franse Gemeenschapsregering gemachtigd wordt tot het verschaffen van weddetoelagen aan het personeel en tot tussenkomst in de werkingstoelagen van de Franstalige muziekacademie van Wezembeek-Oppem, zijnde een filiaal van de Franstalige muziekacademie van Sint-Pieters-Woluwe.

In een enig middel voert de Vlaamse Regering aan dat de bestreden decreetsbepalingen zijn aangenomen met schending van de artikelen 4, 127, § 1, eerste lid, 2°, en § 2, 129, § 1, 2°, en § 2, en 175, tweede lid, van de Grondwet.

A.1.2. Uit artikel 4 van de Grondwet blijkt ondubbelzinnig het belang van het territorialiteitsbeginsel als criterium voor de verdeling van de bevoegdheden tussen de onderscheiden wetgevers. Het Hof heeft meermaals beklemtoond dat de artikelen 127 tot en met 129 van de Grondwet een exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling tot stand hebben gebracht, wat onderstelt dat iedere regeling die de decreetgever uitvaardigt, behoudens de in de Grondwet bepaalde uitzonderingen, moet kunnen worden gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is, zodat iedere concrete verhouding en iedere concrete situatie slechts door één wetgever kan worden geregeld.

Blijkens artikel 127, § 1, eerste lid, 2°, en § 2, van de Grondwet regelen de Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, ieder wat hem betreft, bij decreet het onderwijs en hebben hun decreten kracht van wet respectievelijk onder meer in het Nederlandse en het Franse taalgebied.

Blijkens artikel 129, § 1, 2°, en § 2, van de Grondwet zijn de Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, met uitsluiting van de federale wetgever, ieder wat hem betreft, bevoegd om bij decreet het gebruik van de talen voor het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen te regelen; hun decreten hebben in het Nederlandse, dan wel in het Franse taalgebied kracht van wet, uitgezonderd evenwel wat betreft de gemeenten of groepen van gemeenten palend aan een ander taalgebied en waar de wet het gebruik van een andere taal dan die van het gebied waarin zij gelegen zijn, toelaat of voorschrijft.

A.1.3. Ingevolge de combinatie van de artikelen 127, § 1, eerste lid, 2°, en 129, § 1, 2°, en § 2, van de gecoördineerde Grondwet met artikel 175, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet, volgens hetwelk de Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, ieder wat hem betreft, de bestemming van hun ontvangsten regelen, behoort het vaststellen van financiële middelen ten bate van het onderwijs, gegeven in een ander taalgebied, in een andere taal dan de taal van dat taalgebied, tot het « regelen » van het onderwijs en van het gebruik van de talen voor dat onderwijs.

De aangevochten begrotingsbepalingen machtigen de Franse Gemeenschapsregering tot het verschaffen van weddetoelagen aan het personeel en tot tussenkomst in de werkingstoelagen van een school, gelegen op het grondgebied van de gemeente Wezembeek-Oppem, ingericht als bijafdeling van een school van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe, waar kunstonderwijs met beperkt leerplan wordt verschaft in een taal welke niet de taal is van het taalgebied waarin de vestigingsplaats van de bijafdeling van die school is gelegen.

Willen de in het middel aangehaalde bepalingen niet geschonden zijn, dan is zulk een subsidiëring alleen toegelaten binnen de perken van de door artikel 129, § 2, eerste streepje, van de gecoördineerde Grondwet bedoelde wet, dit wil zeggen voor gemeenten met een speciale taalregeling, zoals Wezembeek-Oppem, binnen de perken van de wetten van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs en van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

Aangezien het in de Franstalige sectie van de desbetreffende muziekacademie verschafte onderwijs geen kleuter- of lager onderwijs is, maar kunstonderwijs met beperkt leerplan, dat overigens buiten het leerplichtonderwijs valt, kan de in die wetten (artikel 1, tweede lid, van de wet van 30 juli 1963, artikel 7 van de wet van 2 augustus 1963) bedoelde uitzondering geen toepassing vinden, zodat de aangevochten begrotingsbepalingen van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 november 1998 de in het middel aangehaalde bepalingen schenden.

Standpunt van de Franse Gemeenschapsregering A.2.1. Volgens de Franse Gemeenschapsregering bevat het decreet geen aanwijzingen dat de bestreden begrotingsbepalingen kredieten zouden bevatten die bestemd zijn voor weddetoelagen en werkingstoelagen voor de Franstalige muziekacademie van Wezembeek-Oppem.

De aangevochten kredieten zijn bestemd voor de personeelsuitgaven en de werkingstoelagen van onderwijsinrichtingen met beperkt leerplan in de ruime zin. De Franse Gemeenschap heeft niet het ruimtelijk toepassingsgebied van het decreet bepaald, zodat het decreet moet worden vermoed in overeenstemming te zijn met de regels die de onderscheiden bevoegdheden van de gemeenschappen bepalen.

A.2.2. Het komt alleen de Raad van State en de rechtbanken van de rechterlijke orde toe, toe te zien op de toepassing die de Franse Gemeenschapsregering zal geven aan de machtiging om weddetoelagen aan het personeel van de onderwijsinrichtingen met beperkt leerplan en werkingstoelagen aan de onderwijsinrichtingen met beperkt leerplan toe te kennen.

Het is alleen de manier waarop de Franse Gemeenschapsregering haar machtiging zal aanwenden die mogelijk het voorwerp kan zijn van een bevoegdheidsoverschrijding, aangezien het territoriale toepassingsgebied van het aangevochten decreet rechtstreeks door de aangehaalde grondwettelijke regelen wordt geregeld.

Memorie van antwoord van de Vlaamse Regering A.3.1. Het verweer van de Franse Gemeenschapsregering komt erop neer te zeggen dat het door de verzoekster aangevochten deel van het decreet van 3 november 1997 geen machtiging aan de Franse Gemeenschapsregering zou inhouden tot uitgaven die, enerzijds, weddetoelagen en, anderzijds, tussenkomst in de werkingskosten vormen ten behoeve van de Franstalige muziekacademie Wezembeek-Oppem; het zou om een « eigen vooronderstelling » van de verzoekster zelf gaan, minstens zou er in casu geen weerlegging zijn van een vermoeden van eensluidendheid met de grondwettelijke bepalingen.

Het standpunt van de Franse Gemeenschapsregering gaat in tegen de inhoud van de debatten die met betrekking tot de bestreden begrotingsbepalingen werden gevoerd op 8 juli 1997 in de Franse Gemeenschapsraad en tegen de beslissing van de Minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschapsregering genomen op 16 juli 1997, waarbij aan het college van burgemeester en schepenen van Sint-Pieters-Woluwe de bestreden subsidiëringsregeling werd toegezegd.

De Vlaamse Regering vraagt de Franse Gemeenschapsregering uitdrukkelijk dat zij het Hof inzage zou verlenen van de gedetailleerde uitgaven die op grond van de bestreden begrotingsbepalingen inmiddels zijn gedaan. - B - B.1.1. Het door de Vlaamse Regering ingediende beroep strekt tot de vernietiging van de organisatieafdeling 57 (kunstonderwijs), programma's 7 en 8, en van de artikelen 1 en 38, in zoverre zij betrekking hebben op die programma's, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 november 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998.

De Vlaamse Regering vordert de vernietiging van de vermelde bepalingen in zoverre ze de Franse Gemeenschapsregering machtigen tot het verschaffen van weddetoelagen aan het personeel en tot tussenkomst in de werkingstoelagen van « de Franstalige muziekacademie van Wezembeek-Oppem (gemeentelijk deeltijds kunstonderwijs, instelling met beperkt leerplan), zijnde een filiaal van de Franstalige muziekacademie Sint-Pieters-Woluwe ».

In een enig middel wordt aangevoerd dat de bestreden decreetsbepalingen daardoor zijn aangenomen met schending van de artikelen 4, 127, § 1, eerste lid, 2°, en § 2, 129, § 1, 2°, en § 2, en 175, tweede lid, van de Grondwet.

B.1.2. Artikel 1 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 november 1997 bepaalt : « Er worden niet-gesplitste kredieten en gesplitste kredieten bestemd voor het dekken van de uitgaven van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 geopend overeenkomstig de programma's opgesomd in de lijst van de programma's en in de begrotingstabel waarbij de kredieten met betrekking tot de programma's over basisallocaties worden verdeeld, gevoegd bij dit decreet; de begrotingstabel, waarvan een samenvatting hierna vermeld wordt, geeft de raming aan van de uitgaven die in 1998 aan te rekenen zijn ten laste van de variabele kredieten. [...] Die kredieten worden over basisallocaties verdeeld in de bij dit decreet gevoegde begrotingstabel. [...] ».

Artikel 38 van hetzelfde decreet bepaalt : « Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen volgende toelagen worden toegekend : [...] O.A. [organisatieafdeling] 57. Kunstonderwijs [...] Programma 8 Werking van de inrichtingen met beperkt leerplan Toelagen voor pedagogische experimenten in de gesubsidieerde officiële en gesubsidieerde vrije inrichtingen voor onderwijs met beperkt leerplan. » De organisatieafdeling 57 (kunstonderwijs) voorziet onder meer, enerzijds, in een krediet van 2.386,5 miljoen op programma 7 « Personeelsuitgaven van de instellingen voor onderwijs met beperkt leerplan » en, anderzijds, in een krediet van 90,8 miljoen op het programma 8 « Werking van de instellingen voor onderwijs met beperkt leerplan ».

B.2.1. Luidens artikel 127, § 1, eerste lid, 2°, van de Grondwet regelen de Raden van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, ieder wat hem betreft, bij decreet, het onderwijs, behoudens de daarin vermelde uitzonderingen.

Krachtens die bepaling, gelezen in samenhang met artikel 175, tweede lid, van de Grondwet, naar luid waarvan de Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, ieder wat hem betreft, de bestemming van hun ontvangsten regelen bij decreet, behoort het vaststellen van de financiële middelen voor de werking van het onderwijs tot het regelen van de onderwijsaangelegenheden.

Krachtens artikel 127, § 2, van de Grondwet, hebben de decreten tot regeling, onder meer, van de onderwijsaangelegenheden « kracht van wet respectievelijk in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, alsmede ten aanzien van de instellingen gevestigd in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die, wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de ene of de andere gemeenschap ».

Die grondwetsbepaling heeft een exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling tot stand gebracht, wat veronderstelt dat het onderwerp van iedere regeling welke een gemeenschapswetgever uitvaardigt, moet kunnen worden gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is.

B.2.2. Uit die grondwetsbepalingen blijkt dat, behoudens de uitzonderingen waarin de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken voorziet, enkel de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is regelend op te treden ten aanzien van onderwijs georganiseerd in de gemeente Wezembeek-Oppem, die in het Nederlandse taalgebied is gelegen.

B.3.1. Luidens artikel 129, § 1, 2°, van de Grondwet, regelen de Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, bij uitsluiting van de federale wetgever, ieder wat hem betreft, bij decreet, het gebruik van de talen voor het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen.

Deze decreten hebben kracht van wet, respectievelijk in het Nederlandse taalgebied en in het Franse taalgebied, uitgezonderd wat betreft de gemeenten of groepen van gemeenten palend aan een ander taalgebied en waar de wet het gebruik van een andere taal dan die van het gebied waarin zij gelegen zijn, voorschrijft of toelaat. Voor deze gemeenten kan in de bepalingen betreffende het gebruik van de talen voor de aangelegenheid van het onderwijs geen verandering worden aangebracht dan bij een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, van de Grondwet bepaalde meerderheid.

B.3.2. Uit die grondwetsbepaling volgt dat alleen de federale wetgever bevoegd is om inzake onderwijs taalregelend op te treden ten aanzien van Wezembeek-Oppem.

De wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken voorziet in een uitzondering ten aanzien van gemeenten met een speciale taalregeling, waaronder Wezembeek-Oppem, om onderwijs te verstrekken in het Frans, doch die uitzondering geldt niet voor het deeltijds kunstonderwijs waar het te dezen over gaat.

B.4.1. De Vlaamse Regering betoogt dat de bestreden begrotingsbepalingen in kredieten voorzien bedoeld voor het subsidiëren van het Franstalig muziekonderwijs in Wezembeek-Oppem en daardoor de vermelde grondwetsbepalingen schenden.

Het Hof dient na te gaan wat het onderwerp is van de bestreden bepalingen.

De bestreden begrotingsbepalingen zijn in algemene bewoordingen gesteld. Zij leggen de totale kredieten vast waarin de Franse Gemeenschap voorziet voor de personeelsuitgaven en de werking van de instellingen voor onderwijs met beperkt leerplan.

De Franse Gemeenschapsregering werpt in haar memorie op dat de decreetgever niet de toepassingssfeer van de bestreden bepalingen heeft vastgelegd zodat hij vermoed moet worden zich te hebben gedragen naar de van toepassing zijnde bevoegdheidsregels. Zij voegt eraan toe dat de Raad van State en de burgerlijke rechter bevoegd zijn om de inachtneming van die regels door de toepassingsmaatregelen van het decreet te verzekeren.

B.4.2. Het kan inderdaad niet worden betwist dat van een wetgever niet kan worden geëist dat hij in elke bepaling uitdrukkelijk de bevoegdheidverdelende regels in herinnering brengt die de uitvoerende overheden, evenzeer als hijzelf, verondersteld worden in acht te nemen; er moet dus, zelfs in geval van stilzwijgen vanwege een gemeenschapsdecreet hieromtrent, worden vermoed dat het genoemde decreet zich naar de bevoegdheidverdelende regels gedraagt en dat het zich bijgevolg niet eenzijdig tot doel stelt een taalminderheid te beschermen in een Belgisch taalgebied waarvan de taal niet die is van die gemeenschap.

B.4.3. Een dergelijk vermoeden is echter niet onweerlegbaar. Het kan door de werkelijkheid worden tegengesproken. Te dezen zijn er voldoende aanwijzingen dat de bedoeling om de in het geding zijnde tekst te gebruiken teneinde de betwiste subsidiëring toe te staan, toe te schrijven is aan de decreetgever zelf. De omstandigheid dat de subsidiëring is uitgevoerd vormt niet op zich alleen een dergelijke aanwijzing. Het is echter wel degelijk die bedoeling die blijkt uit de parlementaire stukken, meer precies uit de debatten van 8 juli 1997 en de stemming waartoe zij hebben geleid (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, volledig verslag, 1996-1997, 8 juli 1997, pp. 102 e.v., en 17 juli 1997, pp. 123-124).

B.5. In zoverre de betwiste begrotingsbepalingen een machtiging inhouden tot het verschaffen van weddetoelagen of werkingstoelagen bedoeld voor de Franstalige afdeling van Wezembeek-Oppem van de muziekacademie van Sint-Pieters-Woluwe, zijn ze strijdig met de exclusieve territoriale bevoegdheidsverdeling zoals die volgt uit de bovenvermelde grondwetsbepalingen. Ze dienen derhalve in die mate te worden vernietigd.

Om die redenen, het Hof vernietigt, in het decreet van de Franse Gemeenschap van 3 november 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998, de kredieten vermeld in organisatieafdeling 57, programma's 7 en 8, in de mate waarin zij betrekking hebben op weddetoelagen of werkingskosten bedoeld voor de Franstalige afdeling van Wezembeek-Oppem van de muziekacademie van Sint-Pieters-Woluwe, alsook de artikelen 1 en 38 van het decreet in zoverre zij op die programma's betrekking hebben.

Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 maart 2000.

De griffier, L. Potoms.

De voorzitter, G. De Baets.

^