gepubliceerd op 28 januari 1998
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 25 november 1997 in zake het openbaar ministerie tegen L. Van den Troost, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Schendt artikel 23 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken de artik(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 25 november 1997 in zake het openbaar ministerie tegen L. Van den Troost, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 4 december 1997, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 23 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre deze wetsbepaling in haar alinea twee het verzoek van een beklaagde om wijziging van de taal van de rechtspleging beperkt tot de beklaagde die alleen de gevraagde taal kent of zich gemakkelijker in deze taal uitdrukt, en in haar alinea vier aan de rechtbank de mogelijkheid geeft niet in te gaan wegens de omstandigheden van de zaak op een verzoek van de beklaagde tot wijziging van de taal van de rechtspleging, terwijl de rechtbank een aanvraag van verzoekers bedoeld in de artikelen 14 tot en met 16 van dezelfde wet alleen kan weigeren wanneer de verzoeker de taal waarvan hij het gebruik voor de rechtspleging vraagt niet verstaat ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1207 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.