27 NOVEMBER 1997. - Collegebesluit nr. 97/375 tot bepaling van de bevoegdheden van de Collegeleden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Het College, Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 1993 betreffende de internationale betrekkingen van de gemeenschappen en de gewesten;

Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Overwegende dat de bevoegdheidsafbakening dient doorgevoerd in het belang van de normale werking van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en van de efficiënte uitoefening van de aan het College toevertrouwde bevoegdheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit verdeelt de bevoegdheden in de schoot van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van haar beslissingen.

Art. 2.Collegelid J. Chabert is bevoegd voor : - de culturele aangelegenheden (artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988), met inbegrip van TV- Brussel, doch met uitzondering van de speelpleinen, de voorschoolse vorming, de post- en parascolaire vorming met inbegrip van de post- en parascolaire sportactiviteiten en de jeugd- en gezinsboerderij Het Neerhof; - de bijstand aan personen (artikel 5, § 1, II van de bovengenoemde bijzondere wet), met inbegrip van de kansarmoedebestrijding waarvan het aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie toebedeelde bedrag van het Sociaal Impulsfonds een onderdeel vormt en met uitzondering van de pre- en postnatale raadplegingen, de raadplegingen voor het jonge kind, de kinderdagverblijven, de kinderdag- en nachtverblijven, de peutertuinen, de kinderopvang, de kinderopvangcentra, de moedertehuizen, de dienst voor opvanggezinnen, alsmede de gecoördineerde werking van Kind en Gezin binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de beroepsopleiding; - de begroting.

Art. 3.Collegelid R. Grijp is bevoegd voor : - het onderwijs (artikel 127, § 1, 2° van de gecoördineerde grondwet; - inzake de culturele aangelegenheden : de speelpleinen, de voorschoolse vorming, de post- en parascolaire vorming met inbegrip van de post- en parascolaire sportactiviteiten, de jeugd- en gezinsboerderij Het Neerhof; - inzake de bijstand aan personen : de pre- en postnatale raadplegingen, de raadplegingen voor het jonge kind, de kinderdagverblijven, de kinderdag- en nachtverblijven, de peutertuinen, de kinderopvang, de kinderopvangcentra, de moedertehuizen, de dienst voor opvangezinnen, alsmede de gecoördineerde werking van Kind en Gezin binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de beroepsopleiding; - het gezondheidsbeleid (artikel 5, § 1, I van de bovengenoemde bijzondere wet); - de ambtenarenzaken en het personeelsbeleid; - het Onderzoekingsinstituut.

Art. 4.Tot de bevoegdheden van de collegeleden zoals opgesomd in de artikelen 2 en 3 behoren eveneens de gebouwen en de infrastructuur die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van die bevoegdheden.

Art. 5.Ieder collegelid beantwoordt de vragen van de Raadsleden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en antwoordt bij debatten in de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie overeenkomstig zijn functionele bevoegdheid.

Art. 6.In collegebesluit nr. 95/296bis van 25 september 1995 tot delegatie van beslissingsbevoegdheid aan de leden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt in artikel 1 « ... collegebesluit nr. 95/225 van 13 juli 1995... » vervangen door « ... collegebesluit nr. 97/375 van 27 november 1997... ».

Art. 7.Dit besluit heft het collegebesluit nr. 95/225 van 13 juli 1995 op.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 27 november 1997.

De Collegeleden, R. GRIJP. J. CHABERT.