gepubliceerd op 20 april 2005
Besluit van het Verenigd College houdende delegatie van handtekening aan de directeur van de directie van het toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
27 JANUARI 2005. - Besluit van het Verenigd College houdende delegatie van handtekening aan de directeur van de directie van het toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Het Verenigd College, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid artikel 69;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen;
Gelet op de ordonnantie van 3 juni 2003 betreffende het administratief toezicht en de financiële, budgettaire en boekhoudkundige voorschriften van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het akkoordprotocol van 5 januari 2004 tussen de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende uitoefening van het administratief toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat in het kader van de uitoefening van de voogdij op de openbare centra briefwisseling dient ondertekend te worden die geen administratieve akte met juridische gevolg uitmaakt en dat derhalve de bevoegdheid om te ondertekenen niet dient beperkt te worden tot de leden van het Verenigd College bevoegd voor bijstand aan personen, Besluit :
Artikel 1.De directeur van de directie van het toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of zijn vervanger, is ertoe gemachtigd om de briefwisseling inzake gewone onderzoeken, vragen om inlichtingen, herinneringsbrieven, overzending nota's of brieven te ondertekenen in naam van de leden van het Verenigd College bevoegd voor bijstand aan personen.
Onder vervanger dient men te verstaan het personeelslid van niveau A aanwezig gedurende de afwezigheid van de directeur en door deze laatste aangeduid om hem te vervangen gedurende diens afwezigheid.
Art. 2.De directeur van de directie van het toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of zijn vervanger, zoals gedefinieerd onder artikel 1, is ertoe gemachtigd de kennisgeving, waarbij aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt meegedeeld dat een beraadslaging onderworpen aan het algemeen toezicht geen aanleiding geeft tot bezwaar, te ondertekenen in naam van de leden van het Verenigd College bevoegd voor bijstand aan personen.
Art. 3.Indien een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn niet reageert binnen een termijn van 150 dagen, nadat zij in kennis werd gesteld van een schorsingsbesluit van de uitvoering van een beraadslaging, is de directeur van de dienst toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, of zijn vervanger, zoals gedefinieerd onder artikel 1, ertoe gemachtigd om het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn er kennis van te geven dat de bedoelde beraadslaging van rechtswege nietig is, in naam van de leden van het Verenigd College bevoegd voor bijstand aan personen.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Brussel, 27 januari 2005.
De Minister, Lid van het Verenigd College bevoegd voor de Politiek inzake Bijstand aan Personen, P. SMET