gepubliceerd op 14 april 1999
Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 5 november 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van en voor de toekenning van toelagen aan de Centra voor Tele-Onthaal voor personen in psychologische crisistoestand
20 MAART 1991. - Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 5 november 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van en voor de toekenning van toelagen aan de Centra voor Tele-Onthaal voor personen in psychologische crisistoestand
De Executieve van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 59bis, § 1, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 28 juni 1963 tot wijziging en aanvulling van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, inzonderheid op artikel 9, § 4, lid 3;
Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 5 november 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van en voor toekenning van toelagen aan de Centra voor Tele-Onthaal voor personen in psychologische crisistoestand;
Gelet op het akkoord van de Minister-Voorzitter, belast met de begroting daterend van 3 september 1990;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister voor Sociale Zaken en Gezondheid, Besluit :
Artikel 1.Artikel 2, 1°, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 5 november 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van en voor toekenning van toelagen aan de Centra voor Tele-Onthaal voor personen in psychologische crisistoestand wordt vervangen door volgende bepaling : « 1° voor elke persoon die in psychologische crisistoestand oproept of voor elke persoon die oproept voor een probleem in verband met kindermishandeling of grove kindernalatigheid er voor zorgen dat ze een oplettende toehoorder, een antwoord en, zo nodig, een oriëntering vindt die zo goed mogelijk helpen de toestand of de moeilijkheden op te lossen die aanleiding gegeven hebben tot de oproep; »
Art. 2.Een artikel 2bis, luidend als volgt, wordt ingelast in hetzelfde besluit : «
Art. 2bis.Een begeleidingscomité beoordeelt de activiteit van de Centra voor Tele-Onthaal wat hun opdrachten betreft inzake kindermishandeling of grove kindernalatigheid.
Het comité bestaat uit : 1° twee door de Minister aangewezen gemachtigden uit wie één in zijn hoedanigheid van ambtenaar van de Algemene Directie voor Gezondheid;2° twee vertegenwoordigers van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », aangewezen door de « Office »;3° twee vertegenwoordigers van de erkende centra, eenstemmig aangewezen door die centra of bij gebrek aan eenstemmigheid door de Minister. Het comité vergadert minstens eenmaal per jaar, op initiatief van de Minister. »
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « hun uitrusting en » geschrapt.
Art. 4.Artikel 6, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : « 2° de bedrijfskosten inzover ze per jaar het bedrag van 450 000 frank niet overschrijden voor een centrum dat 30 tot 60 medewerkers tewerkstelt of het bedrag van 650 000 frank voor een centrum dat meer dan 60 medewerkers tewerkstelt.
De Minister kan die bedragen verhogen met maximum 200 000 frank na het advies te hebben ingewonnen van het in artikel 2bis bepaald begeleidingscomité. »
Art. 5.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « van dit besluit » vervangen door de woorden « van artikel 6, 1° ».
Art. 6.Artikel 9 van hetzelfde besluit woordt aangevuld met volgend lid: « De Executieve kan de bedragen bepaald in de artikelen 5 en 6, 2°, aanpassen indien de omstandigheden het rechtvaardigen ».
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met 1 januari 1990.
Art. 8.De Minister tot wiens bevoegdheid de gezondheid behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 maart 1991.
Vanwege de Executieve : De Minister voor Sociale Zaken en Gezondheid, F. GUILLAUME De Minister-Voorzitter, belast met de Begroting, V. FEAUX