gepubliceerd op 06 december 2024
Regeringsbesluit van 17 oktober 2024 tot oprichting van de gewestelijke kanselarijdienst
17 OKTOBER 2024. - Regeringsbesluit van 17 oktober 2024 tot oprichting van de gewestelijke kanselarijdienst
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 40, § ° 1, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel;
Gelet op de gelijkekansentest uitgevoerd op 31 mei 2024 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 3 juni 2024 Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 4 juni 2024 Gelet op het protocol van Sectorcomité XV nr. 2024-24 van 20 juni 2024;
Gelet op het advies nr° 76.997/2/V van de Raad van State, gegeven op 9 september 2024 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de regering de uitoefening van bepaalde functies die momenteel worden uitgeoefend door medewerkers van het kabinet van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wenst op te heffen om ze toe te vertrouwen aan een dienst belast met de kanselarij die wordt opgericht binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;
Overwegende dat er bijzondere bepalingen moeten worden vastgesteld voor de gewestelijke kanseliers om de continuïteit te garanderen van de dienst die het optreden van de regering ondersteunt;
Op voordracht van de minister-president en de minister die bevoegd is voor het Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de regering: de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;2° de minister-president: de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;3° de secretaris-generaal: de secretaris-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;4° het statuut: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011463 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel of enige andere reglementering die het zou vervangen;5° de directieraad: de directieraad van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;6° de gewestelijke kanselier: de ambtenaar die volgens zijn/haar specifieke functieomschrijving speciaal is aangesteld en toegewezen om de opdracht van de secretaris van de regering te ondersteunen. HOOFDSTUK II. - Oprichting en opdrachten van de gewestelijke kanselarij
Art. 2.§ 1. Er wordt een gewestelijke administratieve kanselarijdienst opgericht binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. § 2. In afwijking van artikel 20 van het statuut stelt de secretaris-generaal, in overleg met de secretaris van de regering, het organigram op van de gewestelijke administratieve kanselarijdienst, rekening houdend met de toevertrouwde opdrachten en de aanbevelingen van de regering.
In afwijking van artikel 19 van het statuut stelt de secretaris-generaal, in overleg met de secretaris van de regering, een personeelsplan op voor de betrekkingen die door aanwerving, promotie, mobiliteit of indienstneming binnen de gewestelijke administratieve kanselarijdienst worden voorzien.
Het directiecomité verwerkt dit plan in het voorstel van personeelsplan dat het voorlegt aan de regering. § 3. De secretaris-generaal oefent, in overleg met de secretaris van de regering, de in artikel 23 van het statuut bedoelde prerogatieven van de directeurs-generaal uit met betrekking tot de gewestelijke kanselarijdienst.
In afwijking van artikel 22 en van hoofdstuk VI van titel II van Boek 1 van het statuut pleegt de secretaris-generaal overleg met de secretaris van de regering en verkrijgt hij/zij diens instemming alvorens een besluit te nemen betreffende de vaststelling en verdeling van de materiële en personele middelen die nodig zijn voor het functioneren van de dienst alsmede betreffende het sluiten van overeenkomsten met het oog op de uitvoering van de opdrachten. § 4. Geschillen tussen de secretaris van de regering en de secretaris-generaal worden beslecht door de minister-president op voordracht van de meest gerede partij.
Art. 3.§ 1. De gewestelijke administratieve kanselarijdienst heeft als algemene opdracht de regering bij te staan en diensten te verlenen, op een gecoördineerde manier tegemoet te komen aan of oplossingen aan te reiken voor uitdagingen die meerdere ministers aanbelangen en behoeften die verband houden met de werking van de regering en de secretaris van de regering te ondersteunen. § 2. De opdracht van ondersteuning van de secretaris van de regering wordt ambtshalve uitgevoerd door de gewestelijke administratieve kanselarijdienst.
Deze opdracht bestaat onder meer uit het uitvoeren van de administratieve en logistieke taken met het oog op de voorbereiding, het houden en het opvolgen van de regeringsvergaderingen, het verstrekken van informatie over de interkabinettenvergaderingen van de vertegenwoordigers van de minister-president, de ministers en de staatssecretarissen van de regering, de technische opmaak van de agenda, het opstellen van het verslag en de samenvattingen van de interkabinettenvergaderingen, het bezorgen van de documenten met betrekking tot de regeringsvergaderingen aan de bevoegde personen, het bekendmaken online van de regeringsbeslissingen overeenkomstig de geldende ordonnanties en het bekendmaken van normerende teksten die eruit voortvloeien in het Belgisch Staatsblad.
Deze opdracht van ondersteuning van de secretaris van de regering wordt uitsluitend uitgeoefend door als gewestelijke kanseliers aangestelde medewerkers, onder de operationele leiding van de secretaris van de regering.
HOOFDSTUK III. - Beheer en controle
Art. 4.§ 1. Het zuiver operationele beheer van de ondersteuning van het secretariaat van de regering binnen de gewestelijke kanselarijdienst wordt waargenomen door de secretaris van de regering.
Hij/zij staat in voor de praktische organisatie van de dienst, d.w.z. de leiding, de coördinatie en het beheer ervan alsmede de werkwijze van het personeel.
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen betreffende het personeel.
Art. 5.Met uitzondering van de in dit besluit bepaalde afwijkingen, zijn de personeelsleden die zijn toegewezen aan de gewestelijke administratieve kanselarijdienst onderworpen aan de statutaire bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
De diensten van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel voeren alle taken uit met betrekking tot het administratief en statutair beheer van de gewestelijke kanselarij, in het bijzonder de aspecten die betrekking hebben op het personeel (met name sociale en fiscale wetgeving), aanwerving, stages en benoemingen, opleiding, welzijn op het werk, het tuchtstelsel, verloning en pensioenen.
Art. 6.In overleg met de secretaris van de regering stelt de secretaris-generaal twee personeelsleden aan voor de in artikel 3, § 2 bedoelde ondersteuning van de secretaris van de regering.
De in het eerste lid bedoelde personeelsleden dragen de titel en vervullen de functie van kanselier.
Ze worden geselecteerd op basis van een specifieke functiebeschrijving die door de secretaris-generaal in overleg met de secretaris van de regering wordt opgesteld.
Geschillen tussen de secretaris van de regering en de secretaris-generaal worden beslecht overeenkomstig artikel 2, § 4.
Art. 7.De gewestelijke kanselier oefent zijn/haar taak voltijds uit.
Hij/zij kan geen aanspraak maken op: 1° verlof voor loopbaanonderbreking, uitgezonderd als dit het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en de zorgen in geval van ernstige ziekte betreft;2° verlof om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen, om een ambt uit te oefenen in het kabinet van een minister of om een functie uit te oefenen bij een erkende politieke fractie;3° politiek verlof;4° verlof voor een stage of een proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst;5° verlof voor opleiding, tenzij de opleiding noodzakelijk is voor zijn/haar functie;6° verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het Korps burgerlijke veiligheid als vrijwilliger bij dit korps of om cursussen bij te wonen van de school van het korps voor civiele bescherming;7° verlof voor een opdracht van algemeen belang;8° toelating om zijn/haar functies uit te oefenen met verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheden, in het kader van de vierdagenweek en in het kader van een halftijds werk vanaf 50 of 55 jaar;9° verlof voor persoonlijke aangelegenheden;10° verlof om ter beschikking gesteld te worden van de Koning of de Prinsen en Prinsessen van België;11° ouderschapsverlof buiten de loopbaanonderbreking.12° toelating om een functie van bestuurder uit te oefenen in een beheerscomité van een publiek- of privaatrechtelijke vennootschap of van een vereniging zonder winstoogmerk waarvan het maatschappelijk doel onder de bevoegdheid valt van de uitgeoefende mandaatfunctie.13° verlof voor intraregionale mobiliteit.
Art. 8.Onverminderd de toepassing van de wet van 14 december 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2000 pub. 05/01/2001 numac 2000002134 bron ministerie van ambtenarenzaken Wet tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in openbare sector sluiten tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, kan de gewestelijke kanselier, naargelang van de behoeften van de dienst, worden verzocht bijkomende prestaties uit te voeren buiten zijn/haar normale werkuren en beschikbaar te zijn om informatie en/of werkinstructies te ontvangen.
Art. 9.De gewestelijke kanselier wordt ambtshalve opgenomen in het rooster van de wachtdienst van de ondersteunende dienst voor de secretaris van de regering van de gewestelijke administratieve kanselarijdienst.
Deze wachtdienst wordt door de secretaris van de regering zo georganiseerd dat een permanente aanwezigheid gedurende het hele jaar verzekerd is, inclusief nachten, zaterdagen, zondagen en feestdagen.
Art. 10.De gewestelijke kanselier ontvangt een functie- en wachtdiensttoelage.
Het jaarlijks forfaitair bedrag van de functie- en wachtdiensttoelage wordt vastgesteld op 9950 euro. De functie- en wachtdiensttoelage wordt maandelijks en onder dezelfde voorwaarden als de wedde uitbetaald. Ze wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
De functie- en wachtdiensttoelage is niet verschuldigd als: 1° ofwel de gewestelijke kanselier om welke reden ook meer dan dertig opeenvolgende werkdagen afwezig is;in dat geval wordt de toelage geschorst met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de afwezigheid in geval van schorsing van de begunstigde, en dit voor de volledige duur van de schorsing. 2° ofwel de gewestelijke kanselier het voordeel van zijn/haar bezoldiging verliest of hij/zij een wachtvergoeding geniet;in dit geval gaat de schorsing van de toelage in vanaf de eerste afwezigheidsdag. Indien de voorwaarden voor toekenning van de toelage slechts gedurende een periode van het jaar vervuld zijn, wordt het bedrag van de toelage berekend naar evenredigheid van die periode van het jaar.
Art. 11.De artikelen 362 tot 368 en 385 van het statuut zijn niet van toepassing op de gewestelijke kanselier.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 15 december 2024.
Art. 13.De minister-president en de minister bevoegd voor het Openbaar Ambt worden, elk van wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 oktober 2024.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister bevoegd voor het Openbaar Ambt, S. GATZ