gepubliceerd op 23 april 2007
Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR Selectiebureau van de Federale Overheid tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de taalexamens
SELOR - SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
16 APRIL 2007. - Besluit van de afgevaardigd bestuurder van SELOR Selectiebureau van de Federale Overheid tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de taalexamens
De afgevaardigd bestuurder, Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 53;
Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op artikel 43quinquies, vervangen bij de wet van 18 juli 2002;
Gelet op de wet van 18 juli 2002 tot vervanging van artikel 43quinquies en tot invoeging van artikel 66 in de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2002 tot regeling van de examens waarbij de doctors en licentiaten in de rechten in de gelegenheid worden gesteld te voldoen aan het voorschrift van artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op artikel 1, derde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2007 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 14, Besluit : HOOFDSTUK I. - De taalexamens Afdeling I. - Bekendmaking, inschrijvingen, oproepingen
Artikel 1.De afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid bepaalt door een bericht in het Belgisch Staatsblad en, indien nodig, door enig ander door hem dienstig geacht middel, onder welke vorm en op welke datum de aanvragen tot deelneming aan de examenzittingen moeten worden ingediend. Tevens brengt hij in datzelfde bericht de nadere regels betreffende de taalexamens ter kennis van de betrokkenen, voor zover dit niet bij wet of besluit is gebeurd.
Art. 2.§ 1. De kandidaten worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum van elk taalexamen of elke taalproef opgeroepen. Er kan enkel van deze termijn van acht kalenderdagen afgeweken worden na voorafgaandelijk schriftelijk akkoord (brief, fax of e-mail) met de kandidaat. § 2. Van de in de oproepingsbrief toegekende datum en/of uur van taalexamen kan niet worden afgeweken. § 3. De kandidaat die zich op de in de oproepingsbrief toegekende datum en/of uur aanbiedt voor een taalexamen en vooralsnog beslist dit taalexamen niet af te leggen, wordt als afwezig beschouwd. De voorzitter maakt hiervan melding op de oproepingsbrief. § 4. Het gebruik van de gsm of enig ander communicatiemiddel tijdens de examensessie is verboden, op straffe van onmiddellijke uitsluiting. § 5. Indien een taalproef in het openbaar geschiedt, neemt de voorzitter van de examencommissie alle nodige schikkingen en beslissingen teneinde het goede verloop van de taalproef te verzekeren. Afdeling II. - Werking van de examencommissie
Art. 3.Onverminderd de vigerende reglementaire bepalingen, kan de examencommissie slechts vergaderen wanneer ten minste de helft van haar leden aanwezig is.
Beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Art. 4.Elke examencommissie kan worden bijgestaan door een secretaris. HOOFDSTUK II. - Schriftelijke taalproef
Art. 5.De opgaven worden door de afgevaardigd bestuurder of zijn afgevaardigde vastgesteld. Hij kan hierbij de adviezen inwinnen die hij nuttig acht.
De opgaven worden niet eerder meegedeeld aan de leden van de examencommissie dan bij de aanvang van de taalproef.
Art. 6.Iedere kandidaat vermeldt zijn identiteitsgegevens en plaatst zijn handtekening op het (de) daartoe bestemde document(en). De toezichter vergelijkt deze gegevens en de handtekening met de identiteitskaart van de kandidaat.
Art. 7.De toezichters staan in voor de orde. Zij mogen geen uitleg aan de kandidaten geven. Wanneer hen hierom wordt gevraagd, verwittigen zij de voorzitter.
Art. 8.De kandidaat die de orde verstoort, bedrog pleegt of poogt te plegen, wordt uitgesloten.
De kandidaten mogen op straffe van onmiddellijke uitsluiting noch met elkaar spreken noch aantekeningen of boeken raadplegen buiten de eventueel toegelaten documentatie. Zij mogen slechts gebruik maken van papier indien dit hen door SELOR ter beschikking wordt gesteld.
Art. 9.§ 1. De kandidaten die zich na het in de oproepingsbrief vermelde uur voor het examen aanbieden, kunnen slechts aan het examen deelnemen na instemming van de voorzitter. Zij dienen hoedanook het examen te beëindigen op het uur dat voor dat examen is vastgesteld. Er wordt geen bijkomende examentijd voorzien. § 2. De kandidaten mogen de zaal slechts verlaten na het verstrijken van de tijd vermeld in de oproepingsbrief. Geen enkele kandidaat wordt nog toegelaten na het verstrijken van deze tijd.
Indien gebruik wordt gemaakt van audiovisuele middelen, mag geen enkele kandidaat na opening van de zitting nog worden toegelaten, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Art. 10.Een kandidaat mag de zaal slechts verlaten na teruggave aan de bevoegde toezichter(s) van alle documenten die hem/haar werden overhandigd, tenzij dit anders vermeld is.
Bij de teruggave worden het examenwerk van de kandidaat en de oproepingsbrief afgestempeld. De bevoegde toezichter(s) maakt (maken) het examenwerk anoniem voor de verbetering.
Bij de verbetering van de schriftelijke taalproef wordt geen rekening gehouden met het kladschrift.
Art. 11.Wanneer de examenprocedure bepaalt dat per proef, vak of gedeelte een vereist minimum aantal punten moet behaald worden om te slagen, wordt het examenwerk niet ter beoordeling aan de examencommissie voorgelegd indien voor deze proef, vak of gedeelte geen enkele vraag werd beantwoord. De beoordeling kan worden stopgezet indien het vereiste minimum aantal punten voor een proef, vak of gedeelte niet wordt behaald.
Art. 12.Bij elk examenwerk wordt een fiche gevoegd, waarop elke assessor zijn/haar opmerkingen, maar geen quotering, vermeldt.
Iedere assessor brengt op een afzonderlijke lijst een quotering aan naast het volgnummer van het examenwerk.
De fiche en de quoteringslijst worden bezorgd aan de voorzitter van de examencommissie, die beslist of er al dan niet een deliberatie moet plaatshebben. Een definitieve quoteringslijst wordt door alle leden van de examencommissie ondertekend.
Art. 13.Na de definitieve deliberatie worden de quoteringen op de werken aangebracht en wordt het proces-verbaal opgesteld. HOOFDSTUK III. - Gestandaardiseerde vragenlijst(en)
Art. 14.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de artikelen 5 tot en met 11 en 13, van toepassing.
Art. 15.Er wordt geen rekening gehouden met de antwoordbladen die niet ingevuld werden overeenkomstig de onderrichtingen.
Art. 16.De antwoordbladen worden manueel of volgens geautomatiseerde technieken verbeterd of verwerkt.
Art. 17.De toegekende punten worden opgenomen in het proces-verbaal. HOOFDSTUK IV. - Computergestuurde taalproef
Art. 18.Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk zijn de artikelen 7 en 8 van toepassing.
Art. 19.De kandidaat voert de gevraagde identiteitsgegevens in.
Art. 20.De kandidaat die zich na het in de oproepingsbrief vermelde uur voor het examen aanbiedt, kan slechts aan het examen deelnemen na instemming van de voorzitter. Hij/zij dient hoedanook het examen te beëindigen op het uur dat voor dat examen is vastgesteld. Er wordt geen bijkomende examentijd voorzien.
Art. 21.De antwoorden van de kandidaten worden elektronisch opgeslagen en verwerkt.
Er wordt geen rekening gehouden met de antwoorden die niet volgens de onderrichtingen werden ingevoerd.
Art. 22.§ 1. De kandidaat mag de examenzaal niet verlaten vooraleer zijn/haar oproepingsbrief door de bevoegde toezichter(s) is afgestempeld. Hij/zij ondertekent bovendien de aanwezigheidslijst, waarin hij/zij bevestigt alle gedeelten te hebben afgelegd. § 2. De kandidaat die beslist zijn/haar computergestuurde taalproef te beëindigen vooraleer de computergestuurde taalproef volledig doorlopen te hebben, verklaart in een hiertoe door SELOR ontworpen document af te zien van verdere deelname aan deze computergestuurde taalproef.
Onder toezicht van de voorzitter worden de nodige technische ingrepen uitgevoerd teneinde de software opnieuw gebruiksklaar te maken.
Art. 23.De kandidaat mag geen taaltest(s), noch de eventueel erbij horende documenten meenemen. Tevens mogen tijdens deze tests geen aantekeningen worden gemaakt. Daar de tests en documenten beschermd zijn door het auteursrecht, wordt er geen afschrift van afgeleverd. HOOFDSTUK V. - Mondelinge taalproef
Art. 24.Niemand mag als lid van een examencommissie fungeren voor een proef of een gedeelte waaraan een bloed- of aanverwant tot de vierde graad inbegrepen, deelneemt.
Art. 25.De kandidaten leggen hun mondelinge taalproef af in de volgorde bepaald door de voorzitter.
Art. 26.De mondelinge taalproef wordt steeds afgenomen in aanwezigheid van het reglementair voorziene aantal assessoren.
Art. 27.De kandidaat die zich na het in de oproepingsbrief vermelde uur voor het examen aanbiedt, kan slechts aan het examen deelnemen na instemming van de voorzitter. HOOFDSTUK VI. - De afgevaardigden van de representatieve vakbondsorganisaties
Art. 28.§ 1. De afgevaardigden van de representatieve vakbondsorganisaties worden minstens acht kalenderdagen vóór de datum van elk taalexamen of elke taalproef opgeroepen. Indien, overeenkomstig de bepalingen van art. 2, § 1, van deze termijn wordt afgeweken, worden zij hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. § 2. De afgevaardigden mogen de examenzittingen bijwonen, voorzover dit wettelijk of reglementair bepaald is. Tijdens de examenzittingen mogen zij de examenopgave inkijken, met uitzondering van de computergestuurde tests. Zij mogen vóór, tijdens en na de examenzitting geen contact hebben met de kandidaten.
Zij mogen bovendien de examenzitting pas verlaten na het verstrijken van de tijd vermeld in de uitnodiging of na instemming van de voorzitter. Zij mogen niet aanwezig zijn tijdens de deliberatie. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 29.Het besluit van 20 februari 2001 van de afgevaardigd bestuurder van SELOR tot vaststelling van het reglement van orde betreffende de vergelijkende selecties, de selecties en de taalexamens, wordt opgeheven.
Art. 30.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 16 april 2007.
M. VAN HEMELRIJCK.