gepubliceerd op 19 april 2024
Besluit van het Verenigd College betreffende het sluiten van welzijns- en gezondheidscontracten, de erkenning van de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector en de subsidie- en controleprocedures voor de OCMW's in het kader van de uitvoering van de welzijns- en gezondheidswijken en de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
4 APRIL 2024. - Besluit van het Verenigd College betreffende het sluiten van welzijns- en gezondheidscontracten, de erkenning van de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector en de subsidie- en controleprocedures voor de OCMW's in het kader van de uitvoering van de welzijns- en gezondheidswijken en de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op het gezamenlijk decreet en ordonnantie van de Franse Gemeenschapscommissie en van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 december 2023 en van 25 januari 2024 betreffende de organisatie van de eerstelijnshulp en -zorg en de ambulante sector op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, artikel 12, 14, 27 en 28;
Gelet op de gendertest;
Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 november 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor de financiën en de begroting;
Gelet op het advies nr. 191 van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare;
Gelet op de beslissing van de Raad van State om de adviesaanvraag houdende het rolnummer 75.447/3 van de rol af te voeren, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de adviezen van de afdeling eerstelijnsgezondheidszorg en thuiszorg en van de afdeling instellingen en diensten voor sociale dienstverlening van de Adviesraad van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
Op voorstel van de leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die bevoegd zijn voor het beleid inzake gezondheid en bijstand aan personen;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° ministers: de leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het beleid inzake bijstand aan personen en gezondheid;2° gezamenlijk decreet en ordonnantie: het gezamenlijk decreet en ordonnantie van de Franse Gemeenschapscommissie en van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 22 december 2023 en van 25 januari 2024 betreffende de organisatie van de eerstelijnshulp en -zorg en de ambulante sector op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;3° gezamenlijk uitvoeringsbesluit: het gezamenlijk uitvoeringsbesluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot uitvoering van het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 22 december 2023 en van 25 januari 2024 betreffende de organisatie van de ambulante sector en de eerste lijn voor welzijn en gezondheid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK 2. - Lokaal welzijns- en gezondheidscontract en overeenkomst
Art. 2.Indien de beschikbare begrotingskredieten het toelaten, en overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 23, sluiten de ministers een lokaal welzijns- en gezondheidscontract met een OCMW om de concrete doelstellingen en regels voor de uitvoering van hun opdrachten vast te leggen. Dat contract omvat het in artikel 4, 1°, van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit bedoelde actieplan.
Art. 3.Het Verenigd College sluit een overeenkomst met de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector om de concrete doelstellingen en regels voor de uitvoering van haar opdrachten vast te leggen. Die overeenkomst omvat het meerjarige actieplan van de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector voor de uitvoering van alle acties die aan deze structuur worden toevertrouwd.
Art. 4.De concrete doelstellingen en modaliteiten voor de uitvoering van de opdrachten houden rekening met de gewestelijke en nationale doelstellingen in de betrokken domeinen en met de specifieke kenmerken van elke betrokken welzijns- en gezondheidswijk en hulp- en zorgzone.
Art. 5.Over het afsluiten van het lokale welzijns- en gezondheidscontract en de overeenkomst wordt onderhandeld met het OCMW en de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector, elk voor wat hen aangaat.
De Diensten van het Verenigd College zijn verantwoordelijk voor het voeren van die onderhandelingen, in samenwerking met de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 6.In samenwerking met de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie staan de Diensten van het Verenigd College in voor de opvolging van de uitvoering van de opdrachten volgens de voorwaarden van het contract of de overeenkomst in kwestie. HOOFDSTUK 3. - Subsidie Afdeling 1 - Berekening van de subsidie
Onderafdeling 1 - Algemene bepalingen
Art. 7.De in deze afdeling bedoelde subsidies worden elk jaar op 1 januari geïndexeerd volgens de volgende formule: Subsidiebedrag voor het eerste jaar toegekend in het kader van dit besluit X gezondheidsindex van de maand december van het voorgaande jaar/gezondheidsindex van de maand december voorafgaand aan het eerste subsidiejaar in het kader van dit besluit.
Het bekomen bedrag na de eerste indexering wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 1 euro en wordt het nieuwe basisbedrag voor de berekening van de volgende indexering.
De in dit artikel bedoelde gezondheidsindex is het indexcijfer dat wordt berekend en toegepast overeenkomstig artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.
Art. 8.De in deze afdeling bedoelde subsidies worden alleen toegekend zolang de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector erkend is of zolang er een lokaal welzijns- en gezondheidscontract is afgesloten.
Onderafdeling 2 - Lokale welzijns- en gezondheidscontracten
Art. 9.Er wordt een subsidie toegekend aan de OCMW's die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van een lokaal welzijns- en gezondheidscontract. Die subsidie bestaat uit een vast en een variabel deel.
Het vaste deel bedraagt 50.000 euro en stemt overeen met de uitvoering van de opdracht van de in artikel 4, 1°, van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit bedoelde wijkreferent.
Art. 10.§ 1 Het variabele deel is een percentage dat wordt toegepast op het vaste deel. Dat percentage varieert in functie van de gezondheidstoestand, het gebruik van gezondheidspreventie en de welzijnssituatie van elke wijk, en houdt rekening met de prioritering van de wijken.
Het Verenigd College bepaalt het in het eerste lid bedoelde variabele deel binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten voordat een nieuw lokaal welzijns- en gezondheidscontract wordt afgesloten. § 2 Het toegekende variabele gedeelte is bedoeld om de kosten te dekken die verband houden met: a) de in artikel 6 van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit bedoelde coördinator en het eventueel bijkomende bedrag nodig voor de voltijdse indienstneming van de wijkreferent bedoeld in artikel 4, 1°, van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit;b) de werkingskosten;c) de projecten die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen die zijn vastgelegd in het actieplan van het lokale welzijns- en gezondheidscontract. Onderafdeling 3 - Ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector
Art. 11.§ 1 Een jaarlijkse subsidie van 3.830.000 euro wordt toegekend aan de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector om haar opdrachten op het niveau van de hulp- en zorgzones uit te voeren.
Dat bedrag wordt verdeeld voor de werking van de verschillende antennes op basis van de volgende berekening: Er wordt een percentage toegekend voor de uitvoering van elk van de volgende algemene opdrachten: 1° algemene werking en werking van de hulp- en zorgraad bedoeld in artikel 21, 5°, van het gezamenlijke decreet en ordonnantie = 9%;2° kennis zoals bedoeld in artikel 21, 1°, van het gezamenlijke decreet en ordonnantie = 9%;3° netwerk zoals bedoeld in artikel 21, 2°, van het gezamenlijke decreet en ordonnantie = 5%;4° coördinatie zoals bedoeld in artikel 21, 3°, van het gezamenlijke decreet en ordonnantie = 13%;5° preventie zoals bedoeld in artikel 21, 4°, van het gezamenlijke decreet en ordonnantie = 64%. Voor de uitvoering van de in 1° en 2° bedoelde opdrachten kent de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector aan elk van de antennes 1/5e van 50% van het aan die opdrachten toegewezen percentage toe. De ander helft van de begroting wordt toegewezen naar rato van de bevolking van elke zone.
Voor de uitvoering van de in 3° bedoelde opdracht kent de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector aan elk van de antennes een bedrag naar rato van de bevolking van elke zone.
Voor de uitvoering van de in 4° bedoelde opdracht kent de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector aan elk van de antennes een bedrag toe op basis van het aantal kwetsbare personen die zich in de zone van de betrokken antenne bevinden.
Voor de uitvoering van de in 5° bedoelde opdracht kent de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector aan elk van de antennes een bedrag toe op basis van het aantal inwoners van de zone van de betrokken antenne verbeterd door een factor verbonden aan de non-take up van preventie en kwetsbare handelingen.
Het deel van het budget dat is toegekend aan de zones en dat gebruikt wordt voor het projectbeheer op gewestelijk niveau mag niet meer bedragen dan 10% van het budget dat is toegewezen aan de zones.
Het Observatorium voor gezondheid en welzijn stelt toewijzingssleutels voor de criteria kwetsbaarheid en non take up voor.
De verdeling van de middelen tussen de zones enerzijds en het deel van het budget dat door het regionale niveau wordt gebruikt voor de coördinatie tussen de zones anderzijds, worden in de overeenkomst gespecificeerd. § 2. Overeenkomstig artikel 26, eerste lid, en artikel 27, tweede lid, van het gezamenlijk decreet en ordonnantie, wordt de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector door de Diensten van het Verenigd College gesubsidieerd.
De financiering van de individuele zorgverstrekkingen wordt overeenkomstig de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag en de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen verstrekt door de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag en de Brusselse verzekeringsinstellingen.
Dit beginsel is van toepassing op de middelen die in het kader van dit gezamenlijk uitvoeringsbesluit worden vrijgemaakt en op de bijkomende middelen, die in een of meer overeenkomsten met een derde entiteit zouden worden vastgelegd.
Art. 12.Een subsidie van 1.662.000 euro wordt toegekend aan de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector voor de uitvoering van de opdrachten bedoeld in hoofdstuk 4 van het gezamenlijk decreet en ordonnantie. Afdeling 2 - Uitbetalings- en controleregels voor de subsidies
Art. 13.De subsidies worden in twee schijven uitbetaald. De eerste schijf bedraagt 80% van de subsidie. De tweede schijf is het saldo van de subsidie.
De eerste schijf wordt elk jaar uiterlijk op 15 februari uitbetaald.
De tweede schijf wordt betaald nadat het activiteitenverslag en de financiële verantwoordingsstukken zijn goedgekeurd door de Diensten van het Verenigd College.
Art. 14.Subsidies die worden toegekend om de bezoldiging van een personeelslid te betalen, worden alleen toegekend tot het niveau van de loonschalen die van toepassing zijn op de betreffende organisatie.
Als er geen toepasselijke loonschaal is, stellen de ministers de maximumloonschalen vast die kunnen worden gefinancierd.
Art. 15.De aanleg van een reserve is toegestaan.
De reserve wordt berekend door de aanvaarde uitgaven af te trekken van het totale bedrag van de toegekende subsidie voor het jaar waarop de aanvaarde uitgaven betrekking hebben.
De reserve mag enkel bestemd worden voor dezelfde doelstelling of voor een doelstelling die gerelateerd is aan de gesubsidieerde activiteit waarvoor de initiële subsidie is toegekend.
Indien de activiteit waarvoor er reserves werden samengesteld niet meer gesubsidieerd wordt, moet het volledige gecumuleerde bedrag van de reserves terugbetaald worden.
Zo nodig wordt de samenstelling van een reserve uitdrukkelijk vermeld in de jaarlijkse begroting. De ministers kunnen zich op elk ogenblik verzetten tegen de samenstelling van de bovengenoemde reserve wanneer niet voldoende blijkt dat de reserve wordt aangewend voor een en dezelfde doelstelling of voor een verwante doelstelling in de gesubsidieerde activiteit waarvoor de initiële subsidie werd toegekend.
De maximale toename van de reserve voor elk kalenderjaar is 10% van de toegekende subsidie. De gecumuleerde reserve mag maximaal 30% bedragen van het subsidiebedrag van de laatste gesubsidieerde werkingsperiode.
Als de erkenning wordt ingetrokken of als het lokale welzijns- en gezondheidscontract wordt verbroken, wordt de reserve volledig in rekening gebracht bij de vaststelling en de vereffening van de subsidie van het laatste jaar van de subsidiëring.
Art. 16.Elk jaar, uiterlijk op 30 juni, bezorgen de OCMW's aan de Diensten van het Verenigd College: 1° het activiteitenverslag met een omschrijving van de uitvoering van de opdrachten, zodat kan worden nagegaan in welke mate de opdrachten zijn voltooid;2° een overzichtstabel met de verschillende inkomsten en de verschillende uitgavencategorieën.Deze tabel bevat het bedrag van de inkomsten en uitgaven, een omschrijving ervan en, in voorkomend geval, een duidelijke specificatie van het deel van de kosten dat door het subsidiebesluit wordt gedekt, en het deel van de kosten dat door (een) andere subsidie(s) wordt gedekt.
De tabel vermeldt duidelijk de oorsprong en de reikwijdte van eventuele andere subsidies die niet onder dit besluit vallen en die worden gebruikt voor de activiteit waarop dit besluit betrekking heeft; 3° documenten die het gebruik van de subsidie verantwoorden, samen met een overzichtstabel van deze documenten met verwijzing naar de uitgavencategorie. Elk document is genummerd en de overzichtstabel herneemt dezelfde nummering; 4° een afschrijvingstabel met de nieuwe en de lopende afschrijvingen.
Art. 17.Elk jaar, uiterlijk op 30 juni, bezorgt de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector aan de Diensten van het Verenigd College: 1° het activiteitenverslag met een omschrijving van de uitvoering van de opdrachten, zodat kan worden nagegaan in welke mate de opdrachten zijn voltooid;2° de jaarrekening, meer bepaald de resultatenrekening en de balans;3° een verslag van een bedrijfsrevisor;4° een overzichtstabel met de verschillende inkomsten en de verschillende uitgavencategorieën.Deze tabel bevat het bedrag van de inkomsten en uitgaven, een omschrijving ervan en, in voorkomend geval, een duidelijke specificatie van het deel van de kosten dat door het subsidiebesluit wordt gedekt, en het deel van de kosten dat door (een) andere subsidie(s) wordt gedekt.
De tabel vermeldt duidelijk de oorsprong en de reikwijdte van eventuele andere subsidies die niet onder dit besluit vallen en die gebruikt worden voor de activiteit waarop dit besluit betrekking heeft; 5° documenten die het gebruik van de subsidie verantwoorden, samen met een overzichtstabel van deze documenten met verwijzing naar de uitgavencategorie. Elk document is genummerd en de overzichtstabel herneemt dezelfde nummering; 6° een afschrijvingstabel met de nieuwe en de lopende afschrijvingen.
Art. 18.Elk origineel verantwoordingsstuk met betrekking tot de subsidies moet voorzien worden van een vermelding die verwijst naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Wanneer een uitgave wordt gesubsidieerd door verschillende subsidiërende entiteiten, moet het originele verantwoordingsstuk de uitsplitsing van het bedrag van de uitgave tussen de verschillende deelentiteiten vermelden.
Art. 19.De Diensten van het Verenigd College kunnen de vorm van het activiteitenverslag en de financiële verantwoordingsstukken opleggen.
Art. 20.De Diensten van het Verenigd College kunnen extra informatie opvragen die ze nuttig achten om de aanwending van de subsidie te beoordelen.
Art. 21.Zonder afbreuk te doen aan artikel 85, van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, behouden de Diensten van het Verenigd College zich het recht voor om de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of niet uit te betalen indien: 1° het activiteitenverslag of de financiële verantwoordingsstukken niet tijdig ingediend zijn;2° uit de evaluatie van de verantwoordingsstukken of een gemotiveerde analyse blijkt dat de doelstellingen niet of niet volledig zijn bereikt, met name de concrete regels voor de uitvoering van de opdrachten en het actieplan die zijn opgenomen in de lokale welzijns- en gezondheidscontracten en in de overeenkomst met de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector;3° de financiële verantwoording of de uitvoering van de opdracht ontoereikend is.
Art. 22.De Diensten van het Verenigd College en de regeringscommissarissen kunnen eisen dat hun alle bijkomende informatie wordt bezorgd die nodig is voor de uitvoering van de controle waarmee zij belast zijn. HOOFDSTUK 4. - Procedure Afdeling 1 - Bepalingen met betrekking tot de lokale welzijns- en
gezondheidscontracten
Art. 23.Indien de beschikbare begrotingskredieten het toelaten en op basis van de volgorde van prioriteit bedoeld in artikel 3 van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit, informeren de ministers het betrokken OCMW over de mogelijkheid om een lokaal welzijns- en gezondheidscontract af te sluiten.
In voorkomend geval specificeren de ministers of de financieringsmogelijkheid uitsluitend geldt voor de functie van wijkreferent, overeenkomstig artikel 5 van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit.
Binnen de maand bevestigt het OCMW zijn bereidheid om een lokaal welzijns- en gezondheidscontract af te sluiten. In geval van bevestiging starten de Diensten van het Verenigd College het proces op om een lokaal welzijns- en gezondheidscontract af te sluiten.
Art. 24.Bij gebrek aan bevestiging binnen de in artikel 23 bedoelde termijn van één maand, of in geval van beëindiging van het lokale welzijns- en gezondheidscontract, informeren de ministers het volgende OCMW in de volgorde van prioriteit dat het mogelijk is om een lokaal welzijns- en gezondheidscontract af te sluiten.
Art. 25.§ 1. Wanneer de Diensten van het Verenigd College vaststellen dat een OCMW het lokaal welzijns- en gezondheidscontract niet uitvoert in overeenstemming met de bepalingen die erop van toepassing zijn, stellen de ministers het OCMW in gebreke om binnen een door hen vastgestelde termijn aan die bepalingen te voldoen.
De ministers kunnen de duur van de ingebrekestelling verlengen. § 2. Als de van toepassing zijnde bepalingen niet volgens de vastgestelde regels en binnen de vastgelegde termijnen worden nageleefd, stellen de ministers het OCMW in kennis van hun voornemen om het lokaal welzijns- en gezondheidscontract te beëindigen of op te schorten.
Het OCMW kan zijn opmerkingen meedelen aan de ministers binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van die beslissing.
Op zijn verzoek wordt het OCMW gehoord door de Diensten van het Verenigd College, die notulen van de hoorzitting opstellen. § 3. Rekening houdend met de opmerkingen van het OCMW en de in paragraaf 2 bedoelde notulen, nemen de ministers binnen twee maanden volgend op de ontvangst van de opmerkingen van het OCMW hun definitieve beslissing over het behouden van de opschorting of beëindiging van het lokaal welzijns- en gezondheidscontract.
Als er binnen de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde termijn geen opmerkingen worden ontvangen, wordt het lokaal welzijns- en gezondheidscontract opgeschort of beëindigd.
Art. 26.De opschorting of beëindiging van het lokaal welzijns- en gezondheidscontract leidt automatisch tot de terugvordering van de subsidie voor de betrokken periode. Afdeling 2 - Bepalingen met betrekking tot de ondersteuningsstructuur
voor de ambulante sector
Art. 27.Om erkend te worden, moet de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector een aanvraag indienen bij de Diensten van het Verenigd College met de volgende documenten: 1° de statuten of de referentie van de stichtingsakten en de contactgegevens van de organisatie;2° de ledenlijst waarmee kan worden aangetoond dat aan de voorwaarden met betrekking tot de toepasselijke samenstelling is voldaan;3° een verklaring waarmee kan worden aangetoond dat aan de erkenningsvoorwaarden is voldaan en waarin wordt beschreven op welke manier de opdrachten zullen worden uitgevoerd.
Art. 28.De Diensten van het Verenigd College onderzoeken de aanvraag en stellen een verslag op.
Art. 29.Rekening houdend met het verslag van de Diensten van het Verenigd College, sturen de ministers de erkenningsbeslissing of hun met redenen omklede voornemen om de erkenning te weigeren uiterlijk drie maanden na de datum van ontvangst van de erkenningsaanvraag naar de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector.
Bij een beslissing tot voornemen van weigering van erkenning kan de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector de ministers binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van die beslissing haar opmerkingen meedelen.
Op haar verzoek wordt de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector gehoord door de Diensten van het Verenigd College, die notulen van de hoorzitting opstellen.
Rekening houdend met de opmerkingen van de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector en de in lid 3 bedoelde notulen, nemen de ministers binnen twee maanden volgend op de ontvangst van de opmerkingen van de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector hun definitieve beslissing over het weigeren of verlenen van de erkenning.
Art. 30.De erkenning wordt toegekend voor onbepaalde duur.
Art. 31.§ 1. Wanneer de Diensten van het Verenigd College vaststellen dat de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector niet meer aan de erkenningsnormen voldoet, stellen de ministers haar in gebreke om binnen een door hen vastgestelde termijn aan de geldende erkenningsnormen te voldoen.
De ministers kunnen de duur van de ingebrekestelling verlengen. § 2. Als de geldende normen niet volgens de vastgestelde regels en binnen de vastgelegde termijnen worden nageleefd, stellen de ministers de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector in kennis van hun voornemen om de erkenning op te schorten of in te trekken.
De ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector kan haar opmerkingen meedelen aan de ministers binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van die beslissing.
Op haar verzoek wordt de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector gehoord door de Diensten van het Verenigd College, die notulen van de hoorzitting opstellen. § 3. Rekening houdend met de opmerkingen van de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector en de in paragraaf 2 bedoelde notulen, nemen de ministers binnen twee maanden volgend op de ontvangst van de opmerkingen van de ondersteuningsstructuur voor de ambulante sector hun definitieve beslissing tot intrekking, opschorting of behoud van de erkenning.
Als er binnen de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde termijn geen opmerkingen worden ontvangen, wordt het voornemen van weigering van erkenning bevestigd.
Art. 32.De opschorting of intrekking van erkenning leidt automatisch tot de terugvordering van de subsidie voor de betrokken periode. HOOFDSTUK 5. - Opheffingsbepalingen
Art. 33.Onverminderd artikel 16 van het gezamenlijk uitvoeringsbesluit wordt het besluit van het Verenigd College van 23 mei 2019 betreffende de ondersteuningsstructuur voor de eerstelijnszorg in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad opgeheven. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 34.De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het beleid inzake gezondheid en bijstand aan personen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 april 2024.
Voor het Verenigd College, De leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT