gepubliceerd op 29 juli 2024
Besluit houdende wijziging van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk
2 MEI 2024. - Besluit houdende wijziging van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op artikel 7, tweede en derde lid en artikel 14, tweede lid van de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor bijstand aan personen, Gelet op de gendertest;
Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, gegeven op 19 juni 2023;
Gelet op het advies nr.75.837/16 van de Raad van State, gegeven op 3 april 2024 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de afdeling instellingen en diensten voor sociale dienstverlening van de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 26 september 2023;
Op de voordracht van de leden van het Verenigd College, belast met het beleid inzake bijstand aan personen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk, zoals gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 19 mei 2022 wordt de bepaling onder 8° vervangen door wat volgt: "8° coördinator: a) voor de centra voor algemeen welzijnswerk, de persoon belast met de actie van coördinatie die het beheer en de organisatie van de dienst beoogt, het team leidt en waakt over de goede werking ervan, ziet toe op de naleving van de verschillende geldende administratieve en wettelijke kaders.Hij neemt actief deel aan de oprichting van netwerken van partners van andere welzijns- en gezondheidsdiensten in haar actiegebied, en met name aan haar overlegfora wanneer die bestaan, en vergemakkelijkt zo de intra- en intersectorale samenwerking op welzijns- en gezondheidsgebied; b) voor de centra voor gezinsplanning, elke persoon wiens functie erin bestaat de interne coördinatie van het centrum waar te nemen en de voornaamste tussenpersoon te zijn tussen het centrum en de administratie."
Art. 2.In artikel 36 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "kosteloze ten opzichte van de gebruikers" worden ingevoegd tussen de woorden "volgende opdrachten" en het woord "waar"; 2° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt: "1° de persoon in zijn geheel helpen door te zorgen voor een eerste opvang, door zijn situatie te analyseren, door alle integratiemogelijkheden te overwegen en door hem de nodige begeleiding en opvolging te bieden;"; 3° In de bepaling onder 5°, de woorden "de gebruikers" worden vervangen door de woorden "netwerken consolideren en de personen".
Art. 3.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de woorden ", overeenkomstig de modaliteiten bedoeld in artikel 37/1," ingevoegd tussen de woorden "samen te werken" en de worden "om onder meer".
Art. 4.In onderafdeling 1 van hoofdstuk II van Titel III wordt een artikel 37/1 ingevoegd als volgt: "
Art. 37/1.De modaliteiten voor de samenwerking tussen centra zijn de volgende: 1° elk centrum voor algemeen welzijnswerk vaardigt twee vertegenwoordigers af, waaronder de coördinator in een vergadering die "intercentrasamenwerking" wordt genoemd;2° de leden van de vergadering komen ten minste tweemaal per jaar samen;3° De agenda wordt uiterlijk tien werkdagen vóór de datum van de vergadering ter informatie aan de Diensten van het Verenigd College toegezonden.De Diensten van het Verenigd College kunnen aan de vergadering deelnemen en de agenda aanvullen; 4° er worden notulen opgesteld die de genomen beslissingen vermelden en aan de Diensten van het Verenigd College worden toegezonden.
Art. 5.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° lid 2 wordt opgeheven;2° dit artikel, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2 De globale sociale actie, in functie van de behoeften van de gebruikers, wordt op drie manieren uitgevoerd die met elkaar gecombineerd kunnen worden: 1° De gezamenlijke sociale actie die: a) gericht is op het stimuleren, ontwikkelen en aanbieden aan de gebruikers, in interactie met hun leefomgeving, van collectieve antwoorden op individuele problemen met als doel de sociale banden en een dynamiek van solidariteit en verantwoordelijkheid tussen mensen te herstellen;b) de gebruikers groepsactiviteiten, kennis en methodologische instrumenten aanbiedt die hun vaardigheden kunnen onthullen en hun persoonlijke capaciteiten en autonomie kunnen verwerven of ontwikkelen.2° De sociale gemeenschapsactie die: a) als doel heeft om met en voor de gebruikers collectieve antwoorden op collectieve problemen te stimuleren, uit te werken, te initiëren en te ontwikkelen, alsook concrete acties ter bevordering van hun participatie en sociaal en cultureel samenleven, en ter voorkoming en bestrijding van isolement en mechanismen van sociale en culturele uitsluiting;b) gebaseerd is op: 1.het identificeren van sociale problemen die door het optreden van het centrum voor algemeen welzijnswerk blijken, het onderzoeken van de aard en de omvang ervan en de operationele formulering van de nagestreefde sociale en structurele veranderingen; 2. het bepalen van de instrumenten en middelen die nodig zijn om deze veranderingen te verwezenlijken, rekening houdend met de mogelijkheden van de gebruikers, de interne en externe middelen van het centrum voor algemeen welzijnswerk en de aanvullende middelen die moeten worden ingezet om de vastgestelde tekortkomingen en moeilijkheden te verhelpen;3. de betrokkenheid en complementariteit, bestaande of uit te voeren, van de verschillende politieke, institutionele, administratieve en associatieve actoren die betrokken zijn bij de sociale problemen van de gebruikers;3° De individuele sociale actie heeft als doel: a) de gebruiker te helpen de moeilijkheden die eigen zijn aan zijn situatie te overwinnen, hem praktische steun te verlenen in juridische en administratieve aangelegenheden en hem zo nodig in zijn leefomgeving te ontmoeten;b) om te reageren op crisissituaties, om te voorkomen dat de situatie van de gebruiker, in of met zijn leefomgeving, instort of verslechtert;c) hem de informatie te verstrekken die nodig is om hem in staat te stellen zijn grondrechten te doen gelden en toegang te krijgen tot alle welzijns- en gezondheidsdiensten en -instellingen, alsook tot alle sociale, gezondheids-, culturele en bijscholingsmiddelen op het grondgebied van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad; d) het begeleiden en ondersteunen van de gebruiker bij de ontwikkeling of implementatie van persoonlijke oplossingen."
Art. 6.Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 39.Om zijn opdracht van sociale opvang te vervullen, moet het centrum een vrije sociale permanentie zonder afspraak verlenen, al dan niet in de lokalen van het centrum voor algemeen welzijnswerk, gericht op de behandeling van de vraag van de persoon. De vertrouwelijkheid van de gesprekken wordt steeds gegarandeerd.
De toegang tot het centrum is gegarandeerd voor minimaal 30 uur per week, volgens de door het centrum vastgestelde omgangsmodaliteiten, en de fysiek sociale permanentie, vrij en zonder afspraak, is gegarandeerd voor minimaal 4 uur per week per VTE maatschappelijk werker en maximaal 20 uur per week per centrum, eventueel gespreid over alle activiteitencentra.
Deze toegankelijkheid en sociale permanentie worden minstens 230 jaar per jaar gegarandeerd."
Art. 7.De artikelen 40 en 41 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 8.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° lid 1 wordt aangevuld met de woorden "één voltijdsequivalent die een administratieve rol vervult en een halve voltijdsequivalent die een coördinerende rol vervult." 2° lid 2 wordt opgeheven.
Art. 9.In onderafdeling 3 van hoofdstuk II van Titel III wordt een artikel 42/1 ingevoegd als volgt: "Art. 42/1 De centra voor algemeen welzijnswerk die de opdracht van sociale opvang uitoefenen en die dit wensen, mogen bijkomende activiteiten uitoefenen binnen het kader van hun opdracht om de best mogelijke toegang tot diensten te waarborgen, tegemoet te komen aan de behoeften inzake territoriale ontwikkeling en specifieke deskundigheid inzake thematieken en/of doelgroepen te ondersteunen, Hiervoor hebben ze de volgende personeelsleden ter beschikking: 1° voor de ontwikkeling van toegankelijkheid door de verbreding van het aanbod en de specifieke aanpassing van het aanbod aan mensen/en/of aan de uitdagingen en/of kenmerken van de omgeving, maximaal 9 VTE;2° voor de ontwikkeling van bijkomende antennes, 0,5 VTE per antenne;3° voor de ontwikkeling van specifieke expertise rond bepaalde thema's en/of doelgroepen, maximaal 3 VTE. De ministers stellen de aanvaarde functies vast voor het personeel bedoeld in lid 1, 1° tot 3°. "
Art. 10.Artikel 49 lid 1 wordt aangevuld met de volgende woorden "en een halve voltijds equivalent psycholoog".
Art. 11.In hoofdstuk I van Titel IV wordt een artikel 60/1 ingevoegd, luidende: "Art. 60/1 Een bedrag van 250 euro wordt jaarlijks toegekend aan de centra voor algemeen welzijnswerk die de opdrachten van sociale opvang waarnemen ter dekking van de kosten voor hun onderling samenwerking.
Dit bedrag wordt vereffend bij de betaling van de eerste voorschot bedoeld in artikel 58."
Art. 12.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake bijstand aan personen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 mei 2024.
Voor het Verenigd College: De Leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT