GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD

2 MAART 2023. - Besluit van het Verenigd College tot vaststelling van de voorwaarden en de grenzen van de financiële bijdrage van de gebruikers van onthaalhuizen

Het Verenigd College, Gelet op de artikels 15, eerste lid, tweede zin, en 41 ordonnantie van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen;

Gelet op het overleg dat krachtens artikel 15 van voornoemde ordonnantie werd georganiseerd;

Gelet op artikel 77 van het besluit van het Verenigd College van 9 mei 2019 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor noodhulp en inschakeling;

Gelet op het advies van de afdeling Instellingen en Diensten voor het Gezin en de Sociale Hulpverlening van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 29/11/2022 en bekrachtigd door het Bureau op 12/01/2023;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact van dit besluit op de situatie van personen met een handicap, uitgevoerd op 23/11/2022 krachtens de ordonnantie van 23 december 2016 houdende integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op de `gendertest', uitgevoerd op 23/11/2022 met toepassing van artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 16 mei 2014 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies 72.665/1 van de Raad van State, gegeven op 29/12/2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° `inkomen van de gebruiker': inkomen uit werk, vervangingsinkomen, onroerend inkomen, leefloon of equivalent leefloon.De kinderbijslag is ervan uitgesloten. 2° `administratie': de Diensten van het Verenigd College;3° `gebruiker': elke persoon die een beroep doet op de diensten van een onthaalhuis en die daar wordt opgevangen;4° `onthaalhuis': de dienst bedoeld in artikel 2, 5°, van de ordonnantie van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen;5° `dagprijs': de dagprijs toegepast door het onthaalhuis;6° `financiële bijdrage': het bedrag dat werkelijk aan de gebruiker wordt gefactureerd, rekening houdend met het maximum van twee derde van zijn inkomen wanneer huisvesting en maaltijden worden aangeboden, en een derde van zijn inkomen wanneer alleen huisvesting wordt aangeboden. TITEL II. - Modaliteiten van de financiële bijdrage van de gebruikers

Art. 2.§ 1. De gebruiker draagt financieel bij in de kosten verbonden aan zijn verblijf in het onthaalhuis. Die financiële bijdrage wordt gevorderd door het onthaalhuis dat hem opvangt overeenkomstig de bepalingen bedoeld in § 2.

Het onthaalhuis bepaalt de lijst van de diensten die onder deze financiële bijdrage vallen.

Die bijdrage omvat ten minste: - huisvesting; - voeding, melk en aangepaste voeding voor kinderen of, indien geen maaltijden worden verstrekt, toegang tot een keuken; - beddengoed en hygiëneproducten; - internettoegang en toegang tot een computer; - sleutels voor toegang tot privéruimtes; - wassen van beddengoed; - tolkdiensten in het kader van de psychosociale opvolging.

Het onthaalhuis bepaalt ook de tarieven van de aanvullende diensten die afzonderlijk kunnen worden gefactureerd, alsook het bedrag van de eventuele waarborgsommen. Deze tarieven mogen de kosten van deze aanvullende diensten niet overschrijden.

Het onthaalhuis dat de opvang in een eenpersoonskamer of in een eengezinswoning met eigen badkamer en keuken organiseert, kan de betaling van een waarborg vragen om eventuele schade te dekken. In dat geval wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt bij de aankomst en het vertrek van de gebruiker.

De waarborg mag niet meer bedragen dan twee maanden financiële bijdrage en mag in schijven worden betaald. De waarborg wordt volledig terugbetaald, na aftrek van het bedrag van de schade die wordt vastgesteld in de plaatsbeschrijving bij vertrek. § 2. Onverminderd de toepassing van artikel 5, § 1, van dit besluit bedraagt de dagprijs maximaal 26,67 euro per volwassene en maximaal 16,00 euro per kind dat een ouder vergezelt, indien er maaltijden worden verstrekt, en maximaal 15,34 euro per volwassene en 9,34 euro per kind indien dat niet het geval is.

De financiële bijdrage van de gebruiker of het huishouden mag niet meer bedragen dan twee derde van het daginkomen van de gebruiker of het huishouden indien er maaltijden worden verstrekt, en een derde van het daginkomen van de gebruiker of het huishouden in het andere geval.

Wanneer het op basis van de dagprijs vastgestelde maandbedrag de financiële bijdrage van de gebruiker niet overschrijdt, deze financiële bijdrage wordt door de gebruiker aangevraagd bij het bevoegde OCMW, met de hulp van het onthaalhuis dat hem opvangt.

Wanneer het op basis van de dagprijs vastgestelde maandbedrag de financiële bijdrage van de gebruiker overschrijdt, wordt het verschil door het onthaalhuis aangevraagd bij het bevoegde OCMW. § 3. De huishoudelijk reglement bevat de lijst van de tarieven van de aanvullende diensten die door het onthaalhuis kunnen worden gevraagd, alsook het bedrag van de eventuele waarborgsommen.

Het onthaalhuis deelt het toegepaste dagtarief jaarlijks mee aan de administratie. § 4. Er wordt van de gebruiker geen financiële bijdrage gevraagd voor de begeleiding na het verblijf, de psychosociale begeleiding of de administratieve begeleiding. § 5. De bedragen vermeld in § 2 van dit artikel zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex van december 2006, bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, en worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari, rekening houdend met de gezondheidsindex die van toepassing was in december van het voorgaande jaar.

Art. 3.§ 1. Het onthaalhuis houdt voor elke gebruiker een individuele rekening bij met de gedetailleerde vermelding van de inkomsten en uitgaven alsook de leveringen en diensten die voor hem zijn verricht.

De balans tussen de verschuldigde bedragen en de ontvangsten wordt vastgesteld in een gedetailleerde maandelijkse afrekening, die vergezeld gaat van alle bewijsstukken. Die afrekening wordt ter beschikking gehouden van de gebruiker of zijn mandataris.

Voor alle individuele rekeningen is er een speciale rekening in de algemene boekhouding van het onthaalhuis of een eigen boekhouding.

Het onthaalhuis kan, na schriftelijk akkoord van de gebruiker, spaartegoeden aanleggen die op de individuele rekening van de gebruiker verschijnen. § 2. De storting van het inkomen van de gebruiker op een rekening van het onthaalhuis of het gedeeld budgetbeheer vindt slechts plaats na schriftelijk akkoord van de gebruiker en moet beantwoorden aan een noodzaak die geval per geval wordt beoordeeld.

Wanneer het inkomen van de gebruiker rechtstreeks aan het opvanghuis wordt gestort, betaalt het opvanghuis hem het deel terug dat hem krachtens artikel 2, §§ 1 en 2 verschuldigd is.

Art. 4.De invordering van eventuele schulden ten aanzien van het onthaalhuis moet de gebruiker in staat stellen een [00e2][0080][008b][00e2][0080][008b]minimale geldsom te behouden om zijn deelname aan het sociale leven tijdens zijn verblijf in het onthaalhuis te bevorderen.

Die minimale som mag niet minder bedragen dan 4 euro per dag voor een volwassene en 2 euro per dag voor een kind dat een ouder vergezelt.

De voornoemde bedragen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex van december 2006 en worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari, rekening houdend met de gezondheidsindex die van toepassing was in december van het voorgaande jaar.

Zo nodig wordt een plan uitgewerkt voor de gespreide terugbetaling van de schulden.

Art. 5.§ 1. In afwijking op artikel 2, § 1, en in overeenstemming met de doelgroep die in het onthaalhuis wordt opgevangen, geen financiële bijdrage is gevorderd van het gebruiker die op het moment van hun aanvraag om opvang in het onthaalhuis geen inkomen hebben en voor wie het opvanghuis meent dat de administratieve procedures kunnen worden ondernomen om binnen zes maanden een inkomen te verwerven.

Het dagtarief wordt gefactureerd maar niet van het gebruiker gevorderd. § 2. Niet meer dan 10% van het aantal gebruikers dat het onthaalhuis kan herbergen, kan worden vrijgesteld van de financiële bijdrage van de gebruiker.

Deze mag toegekend worden voor een maximaal periode van drie maanden, tweemaal hernieuwbaar, na overleg met het onthaalhuis, afhankelijk van de evolutie van zijn administratieve situatie. § 3. Het onthaalhuis mag de niet ingevorderde verblijfskosten terug te vorderen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 2, in geval van recuperatie van inkomen met achterstallen door het gebruiker. § 4. De uitgaven in verband met de opvang van dit publiek zijn subsidiabel in het kader van de verantwoording van de door de GGC toegekende subsidie. § 5. De geanonimiseerde lijst van de personen die krachtens § 1 van dit artikel worden opgevangen, wordt opgenomen in het jaaroverzicht dat het onthaalhuis aan de administratie bezorgt krachtens artikel 133, tweede lid, van het besluit van 9 mei 2019.

Brussel, 2 maart 2023.

Voor het Verenigd College: De leden van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, Alain MARON E. VAN DEN BRANDT