Etaamb.openjustice.be
Plan De Secteur
publié le 12 juin 1998

DEPARTEMENT DE L'ENVIRONNEMENT ET DE L'INFRASTRUCTURE Plan de secteur Louvain. - Fixation définitive du plan de secteur sur le territoire des communes de Haacht, Herent, Holsbeek, Louvain, Lubbeek et Rotselaar Un arrêté du Gouvernement flaman Article 1 er . Le plan en annexe de modification partielle de l'arrêté royal du 7 avril 19(...)

source
ministere de la communaute flamande
numac
1998035577
pub.
12/06/1998
prom.
--
moniteur
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

DEPARTEMENT DE L'ENVIRONNEMENT ET DE L'INFRASTRUCTURE Plan de secteur Louvain. - Fixation définitive du plan de secteur sur le territoire des communes de Haacht, Herent, Holsbeek, Louvain, Lubbeek et Rotselaar Un arrêté du Gouvernement flamand du 7 avril 1998 arrête :

Article 1er.Le plan en annexe de modification partielle de l'arrêté royal du 7 avril 1977 fixant le plan de secteur Louvain est définitivement fixé pour une partie du territoire des communes de Haacht, Herent, Holsbeek, Louvain, Lubbeek et Rotselaar, pour des parties des feuilles 24/5, 24/6, 24/7, 32/2, 32/3 et 32/4 telles qu'indiquées dans les annexes 1re à 5 comprises au présent arrêté.

Art. 2.Les cartes indiquant la situation physique et juridique existante, appartenant aux parties non normatives du plan de secteur précité, sont comprises dans les annexes 5 à 8 comprises au présent arrêté.

Art. 3.Le Ministre flamand ayant l'aménagement du territoire dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.

ADVIES VAN DE REGIONALE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING VOOR VLAAMS-BRABANT Vergadering van 26 januari 1998 - 14 uur Aanwezig: De heer L. De Witte: voorzitter;

De heren Anthoons, Baeyens, Vandemaele, L Homme, Vanden Bosch, Vleeschouwers, Casaer, Comelis, Schreurs, Pletinckx, Vaneerdewegh en Van Springel: leden;

Mevr. Denonville: lid;

Mevr. Van Acker: adjunct-secretaris;

Mevr. Callebaut: administratie provincie;

De heer David: AROHM, Brussel.

Verontschuldigd: De heren Leekens, Lehouck, Boogaerts, De Coninck, Geers, Swinnen, Van Vaerenbergh, Vandezande, Dekeyser en Ottenbourgh;

Mevr. Bom;

Mevr. Dendas: secretaris.

De vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Bestendige Deputatie, Diestsevest 25, 3000 Leuven. 3. Bespreking van het Gewestplan Leuven (gasleiding en waterzuiveringsstation) I.Algemene situering Dit ontwerp tot gedeeltelijke wijziging van het boven vermelde gewestplan d.d. 7 april 1977, beslaat het grondgebied van de gemeenten: Haacht, Herent, Leuven, Rotselaar, Holsbeek en Lubbeek en werd door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld op 3 december 1996.

Het ontwerp beoogt de verwezenlijking van volgende werken van algemeen belang mogelijk te maken: de aanleg van de pijpleiding Brugge-Zomergem-Raeren en de oprichting van een waterzuiveringsstation te Rotselaar door Aquafin.

II. Bezwaarschriften In uitvoering van het artikel 11 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, werd het ontwerp onderworpen aan een openbaar onderzoek van 18 augustus 1997 tot en met 16 oktober 1997. In het kader van dit onderzoek diende Distrigaz op 13 oktober 1997 een bezwaarschrift in. Hierin meldt ze dat het tracé van de gasvervoerinstallaties niet helemaal overeenstemt met het definitieve tracé. Het tracé, opgenomen in het ontwerp- gewestplan was slechts een voorontwerp en sindsdien werden nog enkele beperkte tracé-aanpassingen doorgevoerd. Daarnaast zijn er nog 2 bezwaarschriften ingediend door eigenaars, die ter gelegenheid van de gewestplanwijziging vragen om een uitbreiding van hun bouwmogelijkheden en 1 bezwaarschrift dat erop wijst dat er geen duidelijke afbakening is van de percelen, zodat het onmogelijk is de gevolgen van de wijziging op de bestemming van eigendommen na te gaan.

II. Wijzigingen ten opzichte van het vorige Gewestplan Tegenover het vorig Gewestplan Leuven (vastgesteld bij koninklijk besluit van 7 april 1977) zijn er volgende wijzigingen doorgevoerd: - de tracés voor de aan te leggen leidingen worden grahsch aangeduid; - een industriegebied en een gedeelte agrarisch gebied wordt omgezet in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeente Tildonk; - een industriegebied wordt gedeeltelijk omgezet in parkgebied en een klein woongebied en een landschappelijk waardevol agrarisch gebied wordt omgezet in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeente Rotselaar.

IV. Adviezen - Advies van de Bestendige Deputatie (d.d. 11 december 1997) Gunstig omdat de pijpleiding noodzakelijk is voor het vervoer van gas om de bevoorrading van de stad Leuven en omgeving in de toekomst te kunnen blijven verzekeren en omdat het waterzuiveringsstation omwille van het herstel van de waterkwaliteit dringend opgericht moet worden. - Advies van de Dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (d.d. 12 januari 1997) De dienst stelt dat de bezwaarschriften van de 2 eigenaars die vragen hun grond bouwrijp te maken niet aanvaard kunnen worden omdat dit niet het voorwerp uitmaakt van de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan.

Wat de vraag van Distrigaz betreft om het tracé aan te passen, stelt de dienst dat het openbaar onderzoek gebeurde op basis van het oorspronkelijk door Distrigaz voorgestelde tracé, zonder de voorgestelde wijzigingen en daarom is de vraag zonder voorwerp.

De dienst adviseert gunstig omdat de nutsvoorzieningen dringend aangelegd dienen te worden en omdat de inplantingen de goede aanleg van het gebied niet schaden noch het behoud van de open ruimte. - Advies van AROHM (d.d. 15 januari 1998) De gemachtigde ambtenaar stelt dat het onmogelijk is een standpunt in te nemen over het bezwaarschrift van Distrigaz omwille van het gebrek aan gegevens. Het kan dat het alternatieve tracé, op 2 plaatsen althans, ruimtelijk beter verantwoord zou zijn.

De vraag van twee eigenaars om hun terrein de bestemming bouwgrond te geven gaat voorbij aan het ontwerp dat ter inzage ligt en heeft er geen betrekking op.

Tenslotte kan geantwoord worden op het bezwaar dat stelt dat er geen afbakening van percelen voorkomt op het plan, zodat niet uitgemaakt kan worden of de eigendommen van bezwaarindiener onder de wijziging vallen. De afbakening van percelen behoort niet tot de verplichte inhoud van een gewestplan en een eventuele aanduiding van de percelering zou het plan onleesbaar maken. De eigenaar beschikt trouwens op het gemeentehuis over voldoende informatie om zijn eigendom terug te vinden op het ontwerp-plan.

V. Bespreking van het Gewestplan De commissie bespreekt het bezwaarschrift van Distrigaz. Een lid benadrukt dat het vastleggen van het tracé van de gasleiding tot de essentie van het ontwerp-gewestplan behoort. Daarom vindt hij het ook fundamenteel dat het tracé, ingetekend op het ontwerp-gewestplan overeenstemt met het werkelijke tracé. Thans is men trouwens reeds begonnen met de bouwwerken in uitvoering van de bouwvergunningen, afgeleverd op basis van het voorlopig vastgestelde ontwerp- plan.

Indien men de Vlaamse regering vraagt rekening te houden met de technische opmerkingen van Distrigaz zal er een nieuw openbaar onderzoek gevoerd dienen te worden Andere eigenaars zullen immers door de wijzigingen benadeeld worden en mogelijk een bezwaarschrift indienen. Alle leden zijn het hier mee eens.

De vertegenwoordiger van AROHM, Brussel verwijst naar een gelijkaardig geval dat zich voorgedaan heeft in Oost-Vlaanderen en waar men de vraag van Distrigaz zonder voorwerp heeft beschouwd omdat het openbaar onderzoek gebeurde op basis van het oorspronkelijk door Distrigaz voorgestelde tracé, zonder de thans voorgestelde wijzigingen. Strikt genomen zou het trouwens geen bezwaarschrift zijn, doch enkel een opmerking.

Uit de bewoording, gebruikt door Distrigaz, kan men inderdaad besluiten dat het een opmerking betreft.

De voorzitter meent echter dat het tot de essentie van een openbaar onderzoek behoort dat men rekening houdend met de geformuleerde opmerkingen het plan kan aanpassen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat men enkel kan kiezen tussen het uitbrengen van een gunstig advies of een ongunstig advies, doch niet kan adviseren het ontwerp aan te passen, in overeenstemming met gefundeerde opmerkingen. In dergelijk geval heeft een openbaar onderzoek weinig zin.

AROHM, Brussel beschouwt een gewestplan eerder als de vertolking van een globale beleidslijn terwijl de bouwvergunning over de lokale invulling beslist waarbij het tracé in beperkte mate nog verschoven mag worden.

De voorzitter wijst er de leden op dat de omwonenden, met wier klachten Distrigaz rekening beeft gehouden om het tracé aan te passen, waarschijnlijk zonder die aanpassing wel een bezwaarschrift ingediend zouden hebben in het kader van het openbaar onderzoek.

Voorstel van advies: gunstig.

Ze wijst de Vlaamse regering er evenwel op dat het ontwerp- gewestplan op verschillende punten niet overeenstemt met het werkelijk tracé. De commissie vraagt de Vlaamse regering, indien mogelijk, het tracé op het gewestplan toch aan te passen aan het werkelijke tracé, zoals uitgevoerd door Distrigaz.

De 2 bezwaarschriften, waarbij de uitbreiding van bouwmogelijkheden gevraagd wordt, kunnen niet worden weerhouden omdat de aanvraag buiten de perimeter van het inherziening gesteld gebied valt.

In antwoord op het bezwaarschrift, waarin het ontbreken van een duidelijke afbakening van de percelen wordt aangeklaagd, wijst de commissie erop dat de procedure volkomen correct is verlopen.

Daar de leden niet in aantal zijn, wordt de beraadslaging over het voorstel van advies uitgesteld tot de volgende vergadering.

De adjunct-secretaris, De voorzitter, A. Van Acker. L. De Witte.

REGIONALE COMMISSIE VAN ADVIES VOOR RUIMTELIJKE ORDENING VOOR VLAAMS-BRABANT Vergadering van 26 januari 1998 - 16 u. 30.

Aanwezig: De heer L. De Witte: voorzitter;

De heren Anthoons, Baeyens, Vandemaele, L'Homme, Vanden Bosch, Vleeschouwers, Casaer. Cornelis, Schreurs, Pletinckx, Vaneerdewegh en Van Springel: leden;

Mevr. Denonville: lid;

Mevr. Van Acker: adjunct-secretaris;

Mevr. Callebaut: administratie provincie;

De heer David: AROHM, Brussel.

Verontschuldigd: De heren Leekens, Lehouck, Boogaerts, De Coninck, Geers, Swinnen, Van Vaerenbergh, Vandezande, Dekeyser en Ottenbourgh;

Mevr. Bom;

Mevr. Dendas: secretaris.

De vergadering wordt opnieuw geopend. Overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 februari 1987 houdende vaststelling van het reglement van orde van de streekcommissies van advies voor de Ruimtelijke Ordening in het Vlaamse Gewest, moeten de leden thans niet meer in aantal zijn om geldig te kunnen beslissen.

De vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Bestendige Deputatie. Diestsevest 25, 3000 Leuven. 3. Bespreking van het Gewestplan Leuven (gasleiding en waterzuiveringsstation). I. Advies Het voorstel van advies wordt aangenornen.

Advies: de commissie brengt een gunstig advies uit.

Ze wijst de Vlaamse regering er evenwel op dat het ontwerp- gewestplan op verschillende punten niet overeenstemt met het werkelijk tracé. De commissie vraagt de Vlaamse regering, indien mogelijk, het tracé op het gewestplan toch aan te passen aan het werkelijke tracé, zoals uitgevoerd door Distrigaz.

De 2 bezwaarschriften, waarbij de uitbreiding van bouwmogelijkheden gevraagd wordt, kunnen niet worden weerhouden omdat de aanvraag buiten de perimeter van het inherziening gesteld gebied valt.

In antwoord op het bezwaarschrift, waarin het ontbreken van een duidelijke afbakening van de percelen wordt aangeklaagd, wijst de commissie erop dat de procedure volkomen correct is verlopen.

De adjunct-secretaris, A. Van Acker.

De voorzitter, L. De Witte

^