← Retour vers "Appel aux candidats pour un mandat de membre non-magistrat du Conseil supérieur de la Justice Le
mandat des membres du Conseil supérieur de la Justice expire le 10 décembre
2024. Le Sénat procédera dans le couran(...) Le Conseil supérieur compte quarante-quatre membres. Il se compose
d'un collège francophone et d'un(...)"
Appel aux candidats pour un mandat de membre non-magistrat du Conseil supérieur de la Justice Le mandat des membres du Conseil supérieur de la Justice expire le 10 décembre 2024. Le Sénat procédera dans le couran(...) Le Conseil supérieur compte quarante-quatre membres. Il se compose d'un collège francophone et d'un(...) | Oproep tot de kandidaten voor een mandaat van lid niet-magistraat van de Hoge Raad voor de Justitie Het mandaat van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie verstrijkt op 10 december 2024. De Senaat zal in de lo(...) De Hoge Raad telt vierenveertig leden. Hij bestaat uit een Nederlandstalig en een Franstalig colleg(...) |
---|---|
SENAT DE BELGIQUE Appel aux candidats pour un mandat de membre non-magistrat du Conseil supérieur de la Justice Le mandat des membres du Conseil supérieur de la Justice (ci-après « Conseil supérieur ») expire le 10 décembre 2024. Le Sénat procédera dans le courant de cette année à la nomination de vingt-deux nouveaux membres non-magistrats du Conseil supérieur. Les candidatures et les présentations peuvent être adressées au Sénat jusqu'au 11 juin 2024. Le Conseil supérieur compte quarante-quatre membres. Il se compose d'un collège francophone et d'un collège néerlandophone, composés chacun de vingt-deux membres. Au moins un membre du collège francophone doit justifier de la connaissance de l'allemand. Chaque collège compte onze magistrats et onze non-magistrats. Le groupe des non-magistrats compte par collège au moins quatre membres de chaque sexe et est composé d'au moins: 1° quatre avocats possédant une expérience professionnelle d'au moins dix années au barreau; 2° trois professeurs d'une université ou d'une école supérieure dans la Communauté flamande ou française possédant une expérience professionnelle utile pour la mission du Conseil supérieur d'au moins dix années; 3° quatre membres, porteurs d'au moins un diplôme d'une école supérieure de la Communauté flamande ou française et possédant une expérience professionnelle utile pour la mission du Conseil supérieur d'au moins dix années dans le domaine juridique, économique, administratif, social ou scientifique. Les membres non-magistrats du Conseil supérieur sont nommés par le Sénat à la majorité des deux tiers des suffrages émis. Les membres siègent pour une période de quatre ans, prenant cours le jour de l'installation. Une liste de successeurs est établie aussi par le Sénat pour la durée du mandat; elle est constituée des candidats qui n'ont pas été nommés. Pour pouvoir être nommé membre du Conseil supérieur, il faut : - être Belge; - être âgé de moins de 66 ans au moment de la candidature; - jouir des droits civils et politiques. Pour pouvoir être nommé dans le groupe des non-magistrats, un candidat ne peut avoir été magistrat de carrière en activité de service dans les cinq ans qui précèdent sa candidature. Nul ne peut accomplir plus de deux mandats. Si un successeur est nommé pour remplacer un membre pour la durée restante du mandat, ce mandat est considéré comme un mandat à part entière, sauf si la durée restante est de moins d'un an. En vertu de l'article 259bis-1, § 1er, alinéa 3, du Code judiciaire, les membres du Conseil supérieur ne peuvent pas avoir été condamnés, même avec sursis, par une condamnation coulée en force de chose jugée, à une peine correctionnelle ou criminelle, sauf s'ils ont été réhabilités. Ils ne peuvent pas non plus être condamnés à l'étranger à une peine de même nature par une condamnation coulée en force de chose jugée. Candidature et présentation de candidats Sans préjudice du droit de présenter des candidatures individuelles, des candidats peuvent être présentés par chacun des ordres des avocats et par chacune des universités et écoles supérieures de la Communauté française et de la Communauté flamande. Pour chaque collège, au moins cinq membres sont nommés parmi les candidats présentés. Les candidatures individuelles et les listes des candidats présentés doivent, à peine de déchéance, être adressées, dans les trois mois qui suivent cet appel aux candidats, au président du Sénat (Sénat de Belgique, Palais de la Nation, Place de la Nation 1, 1009 Bruxelles) par envoi recommandé. Un envoi électronique (gref@senate.be) n'est valide que s'il est effectué par un service d'envoi recommandé électronique qualifié au sens de l'article 3.37. du règlement (UE) n° 910/2014 du Parlement européen et du Conseil du 23 juillet 2014 sur l'identification électronique et les services de confiance pour les transactions électroniques au sein du marché intérieur et abrogeant la directive 1999/93/CE. Les candidatures et les listes des candidats présentés doivent être accompagnées des documents prouvant que les candidats satisfont aux conditions de nomination. Il s'agit des documents suivants: - un certificat de nationalité; - un extrait d'acte de naissance; - un extrait du casier judiciaire demandé en vue d'une candidature pour le mandat de membre du Conseil supérieur de la Justice (article 259bis-1, § 1er, alinéa 3, du Code judiciaire); - une déclaration sur l'honneur du candidat qu'il n'a pas été condamné à une peine de travail correctionnelle et qu'il n'a pas été condamné à l'étranger à une peine de même nature qu'une peine correctionnelle ou criminelle en Belgique (article 259bis-1, § 1er, alinéa 3, du Code judiciaire); - des documents pour justifier l'expérience professionnelle; - une copie du diplôme. Les candidats francophones avec connaissance de l'allemand doivent en fournir la justification. Les candidats indiquent dans leur lettre en quelle(s) qualité(s) (avocat, professeur, diplômé) ils posent leur candidature. Des renseignements complémentaires peuvent être obtenus auprès du | BELGISCHE SENAAT Oproep tot de kandidaten voor een mandaat van lid niet-magistraat van de Hoge Raad voor de Justitie Het mandaat van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie (hierna: "Hoge Raad") verstrijkt op 10 december 2024. De Senaat zal in de loop van dit jaar overgaan tot de benoeming van de tweeëntwintig nieuwe leden niet-magistraten van de Hoge Raad. Kandidaturen en voordrachten kunnen tot 11 juni 2024 worden ingediend bij de Senaat. De Hoge Raad telt vierenveertig leden. Hij bestaat uit een Nederlandstalig en een Franstalig college van elk tweeëntwintig leden. Ten minste één lid van het Franstalig college moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits. Elk college telt elf magistraten en elf niet-magistraten. De groep niet-magistraten telt per college ten minste vier leden van elk geslacht en bestaat uit ten minste: 1° vier advocaten met een beroepservaring van ten minste tien jaar balie; 2° drie hoogleraren aan een universiteit of een hogeschool in de Vlaamse of Franse Gemeenschap met een voor de opdracht van de Hoge Raad relevante beroepservaring van ten minste tien jaar; 3° vier leden die houder zijn van ten minste een diploma van een hogeschool van de Vlaamse of Franse Gemeenschap met een voor de opdracht van de Hoge Raad relevante beroepservaring van ten minste tien jaar op juridisch, economisch, administratief, sociaal of wetenschappelijk vlak. De leden niet-magistraten van de Hoge Raad worden door de Senaat benoemd met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen. De leden nemen zitting voor een periode van vier jaar, die ingaat op de dag van de installatie. Voor de duur van het mandaat wordt door de Senaat ook een lijst met opvolgers opgesteld; die lijst bestaat uit de niet-benoemde kandidaten. Om tot lid van de Hoge Raad te kunnen worden benoemd, moet men: - Belg zijn; - op het ogenblik van de kandidaatstelling jonger zijn dan 66 jaar; - de burgerlijke en politieke rechten genieten. Om te kunnen worden benoemd in de groep niet-magistraten mag een kandidaat in de vijf jaar die voorafgaan aan zijn kandidaatstelling, geen beroepsmagistraat in actieve dienst zijn geweest. Niemand mag meer dan twee mandaten vervullen. Indien een opvolger wordt benoemd om een lid te vervangen voor de resterende duur van het mandaat, geldt dat als een mandaat, behalve indien de resterende duur minder dan een jaar bedraagt. Krachtens artikel 259bis-1, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek mogen de leden van de Hoge Raad niet veroordeeld zijn door een in kracht van gewijsde gegane veroordeling, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, tenzij ze in eer en rechten hersteld zijn. Ze mogen ook niet in het buitenland tot een soortgelijke straf zijn veroordeeld door een in kracht van gewijsde gegane veroordeling. Kandidaatstelling en voordrachten Onverminderd het recht om zich individueel kandidaat te stellen, kunnen door elk van de orden van advocaten en door elk van de universiteiten en hogescholen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap kandidaten worden voorgedragen. Per college worden ten minste vijf leden uit de voorgedragen kandidaten benoemd. De individuele kandidaturen en de lijsten met voorgedragen kandidaten moeten, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden na deze oproep, bij aangetekende zending aan de voorzitter van de Senaat (Belgische Senaat, Paleis der Natie, Natieplein 1, 1009 Brussel) worden gericht. Een elektronische indiening (gref@senate.be) is enkel geldig indien ze geschiedt via een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging in de zin van artikel 3.37. van de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG. Kandidaturen en voordrachten dienen vergezeld te zijn van de documenten die het bewijs leveren dat de kandidaten aan de benoemingsvoorwaarden voldoen. Het betreft de volgende documenten: - een getuigschrift van nationaliteit; - een uittreksel uit de geboorteakte; - een uittreksel uit het strafregister, aangevraagd met het oog op een kandidaatstelling voor het mandaat als lid van de Hoge Raad voor de Justitie (artikel 259bis-1, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek); - een verklaring op erewoord van de kandidaat dat hij of zij niet veroordeeld is tot een correctionele werkstraf en evenmin in het buitenland veroordeeld is tot een straf die overeenkomt met een correctionele of criminele straf in België (artikel 259bis-1, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek); - documenten om de beroepservaring te staven; - een kopie van het diploma. De Franstalige kandidaten met kennis van het Duits dienen hiervan het bewijs te leveren. In hun brief vermelden de kandidaten in welke hoedanigheid of hoedanigheden (advocaat, hoogleraar, diplomahouder) zij hun kandidatuur stellen. Bijkomende inlichtingen kunnen worden verkregen bij de griffie van de |
greffe du Sénat (gref@senate.be - 02/501.78.51 et 02/501.74.96). | Senaat (gref@senate.be - 02/501.78.51 en 02/501.74.96). |