Règlement technique fixant les critères d'acceptabilité pour les équipements radiologiques médicaux utilisant des rayons X à des fins de radiographie dento-maxillo-faciale simple | Technisch reglement houdende de aanvaardbaarheidscriteria voor medisch-radiologische uitrusting die gebruikt maakt van röntgenstralen voor eenvoudige dentomaxillofaciale radiografie |
---|---|
AGENCE FEDERALE DE CONTROLE NUCLEAIRE | FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR NUCLEAIRE CONTROLE |
19 FEVRIER 2020. - Règlement technique fixant les critères | 19 FEBRUARI 2020. - Technisch reglement houdende de |
d'acceptabilité pour les équipements radiologiques médicaux utilisant | aanvaardbaarheidscriteria voor medisch-radiologische uitrusting die |
des rayons X à des fins de radiographie dento-maxillo-faciale simple | gebruikt maakt van röntgenstralen voor eenvoudige dentomaxillofaciale radiografie |
Vu la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population | Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de |
et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements | bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen |
ionisants et relative à l'Agence fédérale de contrôle nucléaire ; | voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor |
Nucleaire Controle; | |
Vu l'arrêté expositions médicales, article 31, § 4, | Gelet op het besluit medische blootstellingen, artikel 31, § 4, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application et définitions | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities |
Article 1er.Champ d'application |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Le présent règlement technique fixe les critères que doit utiliser | Dit technisch reglement legt de criteria vast die door de erkende |
l'expert agréé en radiophysique médicale, en application de l'article | deskundige in de medische stralingsfysica, met toepassing van artikel |
31, § 4, de l'arrêté expositions médicales, lors du contrôle | 31, § 4, van het besluit medische blootstellingen, gehanteerd dienen |
périodique d'un équipement radiologique médical utilisant des rayons X | te worden bij de periodieke controle van medisch-radiologische |
à des fins de radiographie dento-maxillo-faciale simple. | uitrusting die gebruikt maakt van röntgenstralen voor eenvoudige |
dentomaxillofaciale radiografie. | |
Art. 2.Définitions |
Art. 2.Definities |
§ 1. Les définitions de l'arrêté royal du 20 juillet 2001 portant | § 1. De definities van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 |
règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l'environnement contre le danger des rayonnements ionisants et de l'arrêté expositions médicales s'appliquent au présent règlement technique. § 2. Pour l'application du présent règlement technique, on entend par : 1° AEC : Automatic Exposure Control : système de contrôle d'exposition automatique ; 2° Ecart : la valeur exprimée en pourcentage qui est calculée comme suit : Pour la consultation du tableau, voir image L'écart du rendement du tube est calculé comme suit : Pour la consultation du tableau, voir image | houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen en het besluit medische blootstellingen zijn van toepassing op dit technisch reglement. § 2. Voor de toepassing van dit technisch reglement wordt verstaan onder: 1° AEC: Automatic Exposure Control: automatisch belichtingssysteem; 2° Afwijking: De waarde in procent die wordt berekend als volgt: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De afwijking van het buisrendement wordt berekend als volgt: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
3° Rendement du tube : la valeur qui exprime quelle dose de rayons X | 3° Buisrendement: De waarde die uitdrukt hoeveel X-stralendosis de |
l'équipement radiologique médical génère à 1 m de distance du foyer par valeur du CTP réglée. Le rendement du tube est calculé comme suit : Pour la consultation du tableau, voir image Où Dose : la dose absorbée mesurée à la distance D1 D0 : la distance d'1 m D1 : la distance du détecteur au foyer Cette dernière est, si possible, calculée sur la base du temps nominal réglé. Si l'équipement radiologique médical ne mentionne aucune indication de temps, le temps d'exposition mesuré est utilisé ; | medisch-radiologische uitrusting genereert op 1 m afstand van de focus per ingestelde waarde van het CTP. Het buisrendement wordt als volgt berekend: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waarbij Dosis: de geabsorbeerde dosis gemeten op afstand D1 D0: de afstand van 1 m D1: afstand van de detector tot de focus Deze laatste wordt, indien mogelijk, berekend op basis van de nominale, ingestelde tijd. Indien er geen tijdsaanduiding op de medisch-radiologische uitrusting aanwezig is, wordt met de gemeten opnametijd gewerkt; |
4° CR : computed radiography : radiographie digitale avec lecture | 4° CR: computed radiography: digitale radiografie met indirecte |
indirecte ; | uitlezing; |
5° CTP : current time product : produit courant dans le tube-temps, | 5° CTP: current time product: product buisstroom-tijd, uitgedrukt in |
exprimé en mAs ; | mAs; |
6° DAP : Dose area product : produit dose-surface ; | 6° DAP: Dose area product: product dosis-oppervlakte; |
7° DWP : Dose width product : produit dose-largeur ; | 7° DWP: Dose width product: product dosis-breedte; |
8° HVL : half-value layer, couche de demi-atténuation : l'épaisseur | 8° HVL: half-value layer, halveringsdikte: de dikte van een |
d'un filtre Aluminium, exprimée en mm Al, nécessaire pour réduire de | Aluminium-filter, uitgedrukt in mm Al, nodig om de dosis van de |
moitié la dose du faisceau de rayons X (en géométrie à faisceaux | x-stralenbundel (in nauwe bundelgeometrie) tot de helft te reduceren. |
étroits). Le HVL peut être calculé comme suit : | De HVL kan berekend worden als volgt: |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
où | waarbij |
D0 : la dose pour 0 mm Al | D0: dosis bij 0 mm Al |
D1 : la dose en cas de filtration x1 mm Al, de sorte que D1 se situe | D1: dosis bij filtering van x1 mm Al zodat D1 net boven D0/2 ligt |
juste au-dessus de D0/2 | |
D2 : la dose en cas de filtration x2 mm Al, de sorte que D2 se situe | D2: dosis bij filtering van x2 mm Al zodat D2 net onder D0/2 ligt |
juste en dessous de D0/2 | |
9° IAK : Incident Air Kerma: kerma dans l'air par unité de surface, | 9° IAK: Incident Air Kerma: oppervlakte luchtkerma, exclusief |
sans rétrodiffusé ; | terugstrooiing; |
10° Lp/mm : unité de la résolution en nombre de paires de lignes par | 10° Lp/mm: eenheid van resolutie in lijnenparen per millimeter; |
millimètre ; 11° OD : Optical density : densité optique ; | 11° OD: Optical density: optische densiteit; |
12° OPG : orthopantomographie, également appelée radiologie panoramique ; | 12° OPG: orthopantomografie, ook wel panoramische radiologie genoemd; |
13° PMMA : méthacrylate de polyméthyle, également appelé plexiglas ; | 13° PMMA: polymethyl metacrylaat, ook plexiglas genoemd; |
14° Fantôme par étapes : objet-test composé d'aluminium et | 14° Stappenfantoom: testobject bestaande uit aluminium en mogelijks |
éventuellement de PMMA, où chaque étape donne un noircissement (OD) entre 0,1 et 0,2 ; 15° Objet-test de résolution spatiale : un objet-test qui permet de déterminer la résolution en mesurant le nombre de paires de lignes visibles par millimètre ; 16° Variation : la valeur exprimée en pourcentage qui est calculée comme suit : Pour la consultation du tableau, voir image 18° Contraste des rayons x : le contraste décrit la relation entre les nuances de gris élevées et faibles sur une image, et est défini comme suit : Pour la consultation du tableau, voir image | PMMA, waarbij elke stap een zwartingstap (OD) geeft tussen 0,1 en 0,2; 16° Testobject voor spatiale resolutie: een testobject dat toelaat de resolutie te bepalen aan de hand van een meting van het zichtbaar aantal lijnenparen per millimeter; 17° Variatie: de waarde in procent die wordt berekend als volgt: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 18° X-stralencontrast: het contrast geeft de relatie tussen de hoge en lage grijswaarden in een beeld, en wordt gedefinieerd als volgt: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
CHAPITRE II. - Evaluation de conformité | HOOFDSTUK II. - Conformiteitsbeoordeling |
Art. 3.Evaluation de conformité |
Art. 3.Conformiteitsbeoordeling |
§ 1. Si l'équipement radiologique médical ne satisfait pas à un ou | § 1. Indien de medisch-radiologische uitrusting niet beantwoordt aan |
plusieurs critères d'acceptabilité repris dans le présent règlement | één of meerdere aanvaardbaarheidscriteria opgenomen in huidig |
technique, l'expert agréé en radiophysique médicale impose un délai | technisch reglement, legt de erkende deskundige in de medische |
dans lequel les mesures correctives doivent être mises en oeuvre par | stralingsfysica een termijn op waarbinnen de corrigerende maatregelen |
l'exploitant. Ce délai ne peut en aucun cas excéder la période | dienen uitgevoerd te worden door de exploitant. Deze termijn mag in |
geen geval langer zijn dan de periode nodig om de | |
nécessaire pour que l'équipement radiologique médical soit conforme au | medische-radiologische uitrusting conform te hebben bij de volgende |
moment du prochain contrôle visé à l'article 31, § 4, de l'arrêté | controle bedoeld in artikel 31, § 4, van het besluit medische |
expositions médicales. | blootstellingen. |
§ 2. En dérogation au premier paragraphe, si l'équipement radiologique | § 2. In afwijking van paragraaf 1, indien de medisch-radiologische |
médical ne satisfait pas aux critères d'acceptabilité repris aux | uitrusting niet beantwoordt aan de aanvaardbaarheidscriteria bepaald |
articles 5, 8, 9, 25, 26, 28, 31, 32, 41, 44, 46, 47, 56 et 57, le | in artikelen 5, 8, 9, 25, 26, 28, 31, 32, 41, 44, 46, 47, 56 en 57, is |
délai imposé par l'expert agréé en radiophysique médicale, dans lequel | de door de erkende deskundige in de medische stralingsfysica opgelegde |
les mesures correctives doivent être mises en oeuvre par l'exploitant, | termijn waarbinnen de corrigerende maatregelen dienen uitgevoerd te |
est de maximum six mois. | worden door de exploitant maximaal zes maanden. |
§ 3. En dérogation au premier paragraphe, si l'équipement radiologique | § 3. In afwijking van paragraaf 1, indien de medisch-radiologische |
médical ne satisfait pas aux critères d'acceptabilité repris à | uitrusting niet beantwoordt aan het aanvaardbaarheidscriterium bepaald |
l'article 17, § 2,, ou si l'utilisation clinique sûre de l'équipement | in artikel 17, § 2, of wanneer een veilig klinisch gebruik van de |
radiologique médical ne peut être garantie, l'expert agréé en | medisch-radiologische uitrusting niet gegarandeerd kan worden, dient |
radiophysique médicale ou le chef du service de radiophysique médicale | de erkende deskundige in de medische stralingsfysica of het hoofd van |
doit directement recommander à l'exploitant de mettre l'équipement | de dienst medische stralingsfysica de exploitant onmiddellijk te |
radiologique médical hors service jusqu'à ce qu'il soit remédié aux | adviseren de medisch-radiologische uitrusting buiten gebruik te |
manquements constatés. | stellen zolang aan de vastgestelde gebreken niet verholpen is. |
§ 4. Si un même critère d'acceptabilité parmi ceux repris dans le | § 4. Wanneer tijdens twee opeenvolgende controles bedoeld in artikel |
présent règlement technique n'est pas rempli lors de deux contrôles | 31, § 4, van het besluit medische blootstellingen niet voldaan wordt |
successifs visés à l'article 31, § 4, de l'arrêté expositions | aan hetzelfde van een van de aanvaardbaarheidscriteria opgenomen in |
médicales, le délai imposé par l'expert agréé en radiophysique | dit technisch reglement, is de door de erkende deskundige in de |
médicale, dans lequel les mesures correctives doivent être mises en | medische stralingsfysica opgelegde termijn waarbinnen de corrigerende |
oeuvre par l'exploitant, est de maximum trois mois. § 5. Si, du fait des spécifications techniques et de la finalité clinique, un critère d'acceptabilité spécifique repris dans le présent règlement technique ne s'applique pas à un équipement radiologique médical et si l'expert agréé en radiophysique médicale est d'avis que la sûreté de l'utilisation clinique n'est pas compromise, cet équipement radiologique médical peut être utilisé à condition que cela soit argumenté par écrit dans le rapport et convenu par écrit entre l'expert agréé en radiophysique médicale et l'exploitant. | maatregelen dienen uitgevoerd te worden door de exploitant maximaal drie maanden. § .5. Indien een bepaald aanvaardbaarheidscriterium opgenomen in dit technisch reglement omwille van de technische specificaties en klinische doeleinden niet van toepassing kan zijn voor een medisch-radiologische uitrusting en de erkende deskundige in de medische stralingsfysica van oordeel is dat dit een veilig klinisch gebruik niet in het gedrang brengt, dan kan deze medisch-radiologische uitrusting gebruikt worden mits schriftelijke argumentatie in de rapportering en schriftelijke afspraken tussen de erkende deskundige in de medische stralingsfysica en de exploitant. |
CHAPITRE III. - Critères pour les équipements radiologiques médicaux | HOOFDSTUK III. - Criteria voor medisch-radiologische uitrustingen voor |
intra-orale | intra-orale radiologie |
Section Ire. - Tension du tube | Afdeling I. - Buisspanning |
Art. 4.Plage de tension du tube |
Art. 4.Bereik van de buisspanning |
La plage de tension du tube ne peut être inférieure à 60 kVp et | Het bereik van de buisspanning mag niet kleiner zijn dan 60 kVp en |
supérieure à 90 kVp. | niet groter dan 90 kVp. |
Art. 5.Exactitude de la tension du tube |
Art. 5.Nauwkeurigheid van de buisspanning |
Pour toutes les tensions du tube disponibles, l'écart maximal entre la | Voor alle beschikbare buisspanningen is de maximale afwijking tussen |
valeur kV réglée et la valeur kV mesurée est inférieur à 10%. | de ingestelde kV-waarde en de gemeten kV-waarde kleiner dan 10%. |
Art. 6.Variation avec le courant dans le tube |
Art. 6.Variatie met de buisstroom |
§ 1. La variation entre les valeurs kV réglées et les valeurs kV | § 1. De variatie tussen de ingestelde kV-waarden en de gemeten |
mesurées pour quatre valeurs cliniques différentes et pertinentes du | kV-waarden, voor vier verschillende klinisch relevante waarden van |
courant du tube est inférieure à 10%. | buisstroom is kleiner dan 10%. |
§ 2. Ce test est uniquement effectué si le courant dans le tube peut | § 2. Deze test wordt enkel uitgevoerd indien de buisstroom kan |
varier. | variëren. |
Art. 7.Tension en fonction du temps d'exposition |
Art. 7.Buisspanning in functie van de opnametijd |
La variation entre les valeurs kV réglées et les valeurs kV mesurées | De variatie tussen de ingestelde kV-waarden en de gemeten kV-waarden |
est inférieure à 10%. | is kleiner dan 10%. |
Art. 8.Reproductibilité de la tension du tube |
Art. 8.Reproduceerbaarheid van de buisspanning |
L'écart maximal au niveau de la tension du tube, mesuré sur base d'au | De maximale afwijking van de buisspanning, gemeten bij tenminste vier |
moins quatre clichés successifs, est inférieur à 5%. | opeenvolgende opnamen, is kleiner dan 5%. |
Section II. - Filtration | Afdeling II. - Filtering |
Art. 9.HVL |
Art. 9.HVL |
La valeur HVL mesurée est supérieure ou égale à : | De gemeten HVL-waarde is groter of gelijk aan: |
1° 1,6 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure ou égale à 60 | 1° 1,6 mm Al voor een gemeten buisspanning groter of gelijk aan 60 kV |
kV et inférieure ou égale à 62 kV ; | en kleiner of gelijk aan 62 kV; |
2° 1,9 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 62 kV et | 2° 1,9 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 62 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 68 kV ; | of gelijk aan 68 kV; |
3° 2,1 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 68 kV. | 3° 2,1 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 68 kV. |
Section III. - Réglage du temps | Afdeling III. - Tijdsinstelling |
Art. 10.Temps d'exposition |
Art. 10.Opnametijd |
Le temps d'exposition peut être lu sur le poste de commande de | De opnametijd is afleesbaar op het bedieningspaneel van de |
l'équipement radiologique médical et permet de déterminer le temps | medisch-radiologische uitrusting en laat toe de opnametijd nauwkeurig |
d'exposition avec exactitude et de manière reproductible. | en reproduceerbaar te bepalen. |
Art. 11.Exactitude du réglage du temps |
Art. 11.Nauwkeurigheid van de tijdsinstelling |
Pour les temps d'exposition utilisés à des fins cliniques, l'écart | Voor de klinisch gebruikte opnametijden, is de maximale afwijking |
maximal entre la valeur réglée et la valeur mesurée est inférieur à | tussen de ingestelde waarde en de gemeten waarde kleiner dan 20%. |
20%. Art. 12.Reproductibilité du réglage du temps |
Art. 12.Reproduceerbaarheid van de tijdsinstelling |
L'écart maximal, mesuré sur base d'au moins quatre clichés successifs, | De maximale afwijking, gemeten met tenminste vier opeenvolgende |
est inférieur à 10%. | opnamen, is kleiner dan 10%. |
Section IV. - Rendement du tube | Afdeling IV. - Buisrendement |
Art. 13.Valeur du rendement du tube |
Art. 13.Grootte van het buisrendement |
Pour une tension du tube comprise entre 60 kV et 70 kV, le rendement | Bij een buisspanning tussen 60 kV en 70 kV ligt het buisrendement op 1 |
du tube à 1 m du foyer varie entre 30 µGy/mAs et 80 µGy/mAs. | m van de focus tussen de 30 µGy/mAs en 80 µGy/mAs. |
Art. 14.Reproductibilité à court terme du rendement du tube |
Art. 14.Korte termijn reproduceerbaarheid van het buisrendement |
L'écart maximal au niveau de la reproductibilité à court terme, mesuré | De maximale afwijking op de korte termijn reproduceerbaarheid, gemeten |
sur base d'au moins quatre clichés successifs, est inférieur à 10%. | bij tenminste vier opeenvolgende opnamen, is kleiner dan 10%. |
Art. 15.Rendement du tube en fonction du CTP |
Art. 15.Buisrendement in functie van het CTP |
La variation du rendement du tube pour au moins deux valeurs du CTP | De variatie van het buisrendement voor minimum twee waarden van het |
est inférieure à 20%. | CTP is kleiner dan 20%. |
Art. 16.Rendement du tube en fonction du courant dans le tube |
Art. 16.Buisrendement in functie van de buisstroom |
§ 1. La variation du rendement du tube pour au moins deux valeurs du | § 1. De variatie van het buisrendement voor minimum twee waarden van |
courant dans le tube est inférieure à 15%. | de buisstroom is kleiner dan 15%. |
§ 2. Ce test est uniquement effectué si le courant dans le tube peut | § 2. Deze test wordt enkel uitgevoerd indien de buisstroom kan |
varier. | variëren. |
Section V. - Dosimétrie | Afdeling V. - Dosimetrie |
Art. 17.Mesure de la dose |
Art. 17.Meting van de dosis |
§ 1. Les doses des réglages cliniques préprogrammés sont vérifiées, et : 1° les doses pour les dents de la mâchoire supérieure sont supérieures ou égales aux doses pour les dents correspondantes de la mâchoire inférieure ; 2° les doses pour les dents de sagesse sont supérieures ou égales aux doses pour les molaires, et les doses pour les molaires sont supérieures ou égales aux doses pour les incisives ; 3° les doses pour les adultes sont supérieures ou égales aux doses pour les enfants ; | § 1. De dosiswaarden van de klinisch ingestelde programma's worden geverifieerd, waarbij: 1° de dosiswaarden voor tanden van de bovenkaak groter of gelijk zijn aan de dosiswaarden voor de corresponderende tanden van de onderkaak; 2° de dosiswaarden voor wijsheidstanden groter of gelijk zijn aan de dosiswaarden voor molaren, en de dosiswaarden voor molaren groter of gelijk zijn aan de dosiswaarden voor snijtanden; 3° de dosiswaarden voor volwassenen groter of gelijk zijn aan de dosiswaarden voor kinderen; |
L'annexe 1 établit des valeurs guides pour les rapports de doses entre | Bijlage 1 wordt gebruikt als richtwaarden voor de dosisverhoudingen |
les différents programmes, si ceux-ci sont disponibles. | tussen de verschillende klinische programma's, indien deze beschikbaar zijn. |
§ 2. La dose mesurée pour un réglage clinique préprogrammé pour une | § 2. De gemeten dosis voor een klinisch ingesteld programma van een |
molaire maxillaire est inférieure à 2,5 mGy. | maxillaire molaar is kleiner dan 2,5 mGy. |
§ 3. La dose mesurée pour le réglage clinique préprogrammé maximal est | § 3. De gemeten dosis voor het maximaal in te stellen klinisch |
inférieure à 4 mGy. | programma is kleiner dan 4 mGy. |
Section VI. - Qualité de l'image | Afdeling VI. - Beeldkwaliteit |
Sous-section Ire. - Systèmes conventionnels à film | Onderafdeling I. - Conventionele film-systemen |
Art. 18.Mesure de la résolution |
Art. 18.Meting van de resolutie |
La résolution spatiale, mesurée avec un objet-test de résolution | De spatiale resolutie, gemeten met een testobject voor spatiale |
spatiale placé sur un fantôme de 2 cm de PMMA ou des plaques Al, dans | resolutie geplaatst op 2 cm PMMA, of met behulp van de Al plaatjes, |
le cadre de réglages cliniquement pertinents, est supérieure ou égale à 5 lp/mm. | bij klinisch relevante instellingen, is groter of gelijk aan 5 lp/mm. |
Art. 19.Mesure du contraste |
Art. 19.Meting van het contrast |
§ 1. L'OD de la plage centrale, mesurée avec un fantôme par étapes | § 1. De OD van de middelste stap, gemeten met een stappenfantoom bij |
dans le cadre de réglages cliniquement pertinents, a une valeur de 1 + | klinisch relevante instellingen, heeft een waarde van 1 + basis + |
base + voile. | sluier. |
§ 2. Toutes les plages du fantôme par étapes sont visibles, pour des | § 2. Alle stappen van het stappenfantoom zijn zichtbaar, bij klinisch |
réglages cliniquement pertinents. | relevante instellingen. |
Art. 20.Point de fonctionnement de l'OD |
Art. 20.Werkingspunt van de OD |
§ 1. L'OD du film irradié a une valeur située entre 1 et 1,4 pour un | § 1. De OD van de bestraalde film heeft een waarde tussen 1 en 1,4, |
cliché d'un fantôme de 2 cm de PMMA ou de 6 mm Al dans le cadre de réglages cliniquement pertinents. | bij een opname gemaakt bij klinisch relevante instellingen van een 2 cm PMMA fantoom of 6 mm Al. |
§ 2. L'OD d'un film non irradié développé en conditions normales est | § 2. Bij een niet bestraalde film, onder normale omstandigheden |
inférieure à 0,25. La date de péremption et les conditions de stockage | ontwikkeld, is de OD lager dan 0,25. De vervaldatum en opslagcondities |
du film radiographique et des produits de développement sont | van de radiografische film en ontwikkelproducten worden nagegaan en |
contrôlées et évaluées. | geëvalueerd of deze voldoen. |
Art. 21.Homogénéité et artefacts du détecteur |
Art. 21.Homogeniteit en artefacten van de detector |
Dans le cadre de réglages cliniquement pertinents, un cliché du | Er wordt bij klinisch relevante instellingen een opname van het PMMA |
fantôme PMMA ou des plaques Al est réalisé. | fantoom of Al plaatjes gemaakt. |
Une analyse visuelle ne peut révéler au niveau du détecteur ni | Bij visuele analyse mogen er geen inhomogeniteiten of artefacten van |
inhomogénéité, ni artefact qui soient de nature à impacter le | de detector zichtbaar zijn die een impact hebben op de klinische |
diagnostic clinique posé par le praticien qualifié. | diagnosestelling door de bevoegde practicus. |
Sous-section II. - Systèmes digitaux | Onderafdeling II. - Digitale systemen |
Art. 22.Mesure de la résolution |
Art. 22.Meting van de resolutie |
La résolution spatiale, mesurée avec un objet-test de résolution | De spatiale resolutie, gemeten met een testobject voor spatiale |
spatiale placé sur un fantôme de 2 cm de PMMA ou des plaques Al, dans | resolutie geplaatst op 2 cm PMMA, of met behulp van de Al plaatjes, |
le cadre de réglages cliniquement pertinents, est supérieure ou égale à 5 lp/mm. | bij klinisch relevante instellingen, is groter of gelijk aan 5 lp/mm. |
Art. 23.Portée dynamique du détecteur |
Art. 23.Dynamisch bereik van de detector |
Toutes les plages du fantôme par étapes doivent être visibles lors de | Alle stappen van het stappenfantoom zijn zichtbaar, bij een opname bij |
la réalisation d'un cliché dans le cadre de réglages cliniquement | klinisch relevante instellingen. |
pertinents. Art. 24.Homogénéité et artefacts du détecteur |
Art. 24.Homogeniteit en artefacten van de detector |
Dans le cadre de réglages cliniquement pertinents, un cliché du | Er wordt bij klinisch relevante instellingen een opname van het PMMA |
fantôme PMMA ou des plaques Al est réalisé. | fantoom of Al plaatjes gemaakt. |
Une analyse visuelle ne peut révéler au niveau du détecteur ni | Bij visuele analyse mogen er geen inhomogeniteiten of artefacten van |
inhomogénéité, ni artefact qui soient de nature à impacter le | de detector zichtbaar zijn die een impact hebben op de klinische |
diagnostic clinique posé par le praticien qualifié. | diagnosestelling door de bevoegde practicus. |
Section VII. - Distance foyer-peau | Afdeling VII. - Afstand focus - huid |
Art. 25.Distance foyer - peau |
Art. 25.Afstand focus - huid |
La distance foyer-peau minimale est supérieure ou égale à 20 cm. | De minimale afstand focus-huid is groter of gelijk aan 20 cm. |
Section VIII. - Dimension du faisceau (collimation) | Afdeling VIII. - Bundelafmeting (collimatie) |
Art. 26.Dimension du faisceau |
Art. 26.Bundelafmeting |
La mesure est effectuée à l'extrémité du cône (applicateur, indicateur | Er wordt op het einde van de conus (applicator, position indicating |
de position). | device) gemeten. |
Lors de l'évaluation de la dimension du faisceau, on tient compte | Bij de evaluatie van de bundelafmeting wordt een meetfout van 1 mm in |
d'une marge d'erreur de mesure d'1 mm. | rekening gebracht. |
1° Collimation ronde : | 1° Ronde collimatie: |
Le diamètre du champ s'élève à maximum 60 mm. | De diameter van het veld bedraagt maximaal 60 mm. |
2° Collimation rectangulaire : | 2° Rechthoekige collimatie: |
Les dimensions du champ de rayonnement collimaté ne sont pas | De afmetingen van het gecollimeerde stralingsveld zijn niet groter dan |
supérieures à celles du plus grand film ou détecteur digital disponible. | de afmetingen van de grootst beschikbare film of digitale detector. |
CHAPITRE IV. - Critères pour les équipements radiologiques médicaux | HOOFDSTUK IV. - Criteria voor medisch-radiologische uitrustingen voor |
destinés à la radiologie panoramique (OPG) | panoramische radiologie (OPG) |
Section Ire. - Tension du tube | Afdeling I. - Buisspanning |
Art. 27.Fonction de forme d'onde kV |
Art. 27.kV-golfvorm functie |
Une fonction de forme d'onde kV est enregistrée au moyen du kV-mètre. | Er wordt een kV-golfvorm functie opgenomen met de kV-meter. De |
Les résultats sont comparés aux résultats obtenus lors du test | resultaten worden vergeleken met de resultaten bekomen bij de |
d'acceptation. Les causes possibles des différences significatives | acceptatietest. Mogelijke oorzaken van significante verschillen moeten |
doivent être abordées dans le rapport visé à l'article 55 de l'arrêté | besproken worden in het verslag als bedoeld in artikel 55 van het |
expositions médicales. | besluit medische blootstellingen. |
Art. 28.Plage de tension du tube |
Art. 28.Bereik van de buisspanning |
La plage de tension du tube ne peut être inférieure à 60 kVp et | Het bereik van de buisspanning mag niet kleiner zijn dan 60 kVp en |
supérieure à 125 kVp. | niet groter dan 125 kVp. |
Art. 29.Exactitude de la tension du tube |
Art. 29.Nauwkeurigheid van de buisspanning |
§ 1. La tension du tube est mesurée et notée pour des valeurs | § 1. De buisspanning wordt gemeten en genoteerd voor ingestelde |
comprises entre le kV réglable minimal et le kV réglable maximal, avec | waarden tussen de minimaal en maximaal instelbare kV, met intervallen |
des intervalles d'environ 10 kV. Le courant dans le tube est stable et | van ongeveer 10 kV. Er wordt gewerkt bij een vaste, klinisch relevante |
cliniquement pertinent. | buisstroom. |
§ 2. L'écart maximal entre la valeur réglée et la valeur mesurée est | § 2. De maximale afwijking tussen de ingestelde waarde en de gemeten |
inférieur à 10%. | waarde is kleiner dan 10%. |
Art. 30.Variation avec le courant dans le tube |
Art. 30.Variatie met de buisstroom |
§ 1. La variation entre les valeurs kV réglées et les valeurs kV | § 1. De variatie tussen de ingestelde kV-waarden en de gemeten |
mesurées est inférieure à 10%, pour des valeurs cliniquement | kV-waarden is kleiner dan 10%, bij klinisch relevante waarden van |
pertinentes du courant du tube. | buisstroom. |
§ 2. Ce test est uniquement effectué si le courant dans le tube peut | § 2. Deze test wordt enkel uitgevoerd indien de buisstroom kan |
varier. | variëren. |
Art. 31.Reproductibilité de la tension du tube |
Art. 31.Reproduceerbaarheid van de buisspanning |
L'écart maximal au niveau de la tension du tube, mesuré sur base d'au | De maximale afwijking van de buisspanning, gemeten bij tenminste vier |
moins quatre clichés successifs, est inférieur à 5%. La tension du | opeenvolgende opnamen is kleiner dan 5%. Er wordt gewerkt bij een |
tube et la valeur du courant dans le tube sont cliniquement pertinentes. | klinisch relevante buisspanning en waarde van buisstroom. |
Section II. - Filtration | Afdeling II. - Filtering |
Art. 32.HVL |
Art. 32.HVL |
§ 1. Le détecteur est placé à hauteur de la fente de collimation au | § 1. De detector wordt ter hoogte van de collimatiegleuf in het |
centre du champ de rayonnement. La tension du tube et la valeur du | centrum van het stralingsveld geplaatst. Er wordt gewerkt bij een |
courant dans le tube sont cliniquement pertinentes. | klinisch relevante buisspanning en waarde van buisstroom. |
§ 2. La valeur HVL mesurée est supérieure ou égale à : | § 2. De gemeten HVL-waarde is groter of gelijk aan: |
1° 1,6 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure ou égale à 60 | 1° 1,6 mm Al voor een gemeten buisspanning groter of gelijk aan 60 kV |
kV et inférieure ou égale à 62 kV ; | en kleiner of gelijk aan 62 kV; |
2° 1,9 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 62 kV et | 2° 1,9 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 62 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 68 kV ; | of gelijk aan 68 kV; |
3° 2,1 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 68 kV à et | 3° 2,1 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 68 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 80 kV ; | of gelijk aan 80 kV; |
4° 2,3 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 80 kV et | 4° 2,3 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 80 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 90 kV ; | of gelijk aan 90 kV; |
5° 2,5 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 60 kV et | 5° 2,5 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 90 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 100 kV ; | of gelijk aan 100 kV; |
6° 2,7 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 100 kV et | 6° 2,7 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 100 kV en |
inférieure ou égale à 110 kV ; | kleiner of gelijk aan 110 kV; |
7° 3,0 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 110 kV et | 7° 3,0 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 110 kV en |
inférieure ou égale à 120 kV ; | kleiner of gelijk aan 120 kV; |
8° 3,2 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 120 kV et | 8° 3,2 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 120 kV en |
inférieure ou égale à 125 kV. | kleiner of gelijk aan 125 kV. |
Section III. - Réglage du temps | Afdeling III. - Tijdsinstelling |
Art. 33.Reproductibilité du réglage du temps |
Art. 33.Reproduceerbaarheid van de tijdsinstelling |
L'écart maximal, mesuré sur base d'au moins quatre clichés successifs, | De maximale afwijking, gemeten met tenminste vier opeenvolgende |
est inférieur à 10%. | opnamen is kleiner dan 10%. |
Section IV. - Rendement du tube | Afdeling IV. - Buisrendement |
Art. 34.Valeur du rendement du tube |
Art. 34.Grootte van het buisrendement |
Pour une tension du tube comprise entre 70 kV et 80 kV, le rendement | Bij een buisspanning tussen 70 kV en 80 kV is het buisrendement op 1 m |
du tube à 1 m du foyer est supérieur à 25 µGy/mAs, dans le cadre d'une | van de focus groter dan 25 µGy/mAs, bij een klinisch relevante waarde |
valeur cliniquement pertinente de la tension du tube, du courant dans | |
le tube et du temps d'exposition. | van buisspanning, buisstroom en opnametijd. |
Art. 35.Reproductibilité à court terme du rendement du tube |
Art. 35.Korte termijn reproduceerbaarheid van het buisrendement |
L'écart maximal au niveau de la reproductibilité à court terme, mesuré | De maximale afwijking op de korte termijn reproduceerbaarheid, gemeten |
sur base d'au moins 4 clichés successifs, est inférieur à 10 %. | bij tenminste 4 opeenvolgende opnamen is kleiner dan 10 %. |
Art. 36.Rendement du tube en fonction du CTP |
Art. 36.Buisrendement in functie van het CTP |
§ 1. La variation du rendement du tube en fonction du CTP est | § 1. De variatie van het buisrendement in functie van het CTP is |
inférieure à 20%. | kleiner dan 20%. |
§ 2. Ce test est uniquement effectué si le temps d'exposition peut | § 2. Deze test wordt enkel uitgevoerd indien de opnametijd kan |
varier. | variëren. |
Art. 37.Rendement du tube en fonction du courant dans le tube |
Art. 37.Buisrendement in functie van de buisstroom |
La variation du rendement du tube en fonction du courant dans le tube | De variatie van het buisrendement in functie van de buisstroom is |
est inférieure à 15%. | kleiner dan 15%. |
Section V. - Dosimétrie | Afdeling V. - Dosimetrie |
Art. 38.Mesure de la dose |
Art. 38.Meting van de dosis |
§ 1. La procédure de mesure comprend l'enregistrement de l'ensemble | § 1. De meetprocedure omvat de registratie van alle klinische |
des protocoles cliniques. | protocollen. |
§ 2. Les doses des réglages cliniques préprogrammés sont vérifiées, et | § 2. De dosiswaarden van de klinisch ingestelde programma's worden |
: | geverifieerd, waarbij: |
1° les doses des programmes à doses élevées sont supérieures aux doses | 1° de dosiswaarden voor hoge-dosis programma's groter zijn dan de |
des programmes à faibles doses ; | dosiswaarden voor de lage-dosis programma's; |
2° les doses pour les hommes sont supérieures aux doses pour les | 2° de dosiswaarden voor mannen groter zijn dan de dosiswaarden voor |
femmes qui sont elles-mêmes supérieures aux doses pour les enfants. | vrouwen, die groter zijn dan de dosiswaarden voor kinderen. |
§ 3. Les doses font l'objet d'un suivi dans le temps. | § 3. De dosissen worden opgevolgd in de tijd. |
§ 4. Le DAP est de maximum 100 mGy.cm2 pour un programme d'un adulte | § 4. De DAP-waarde bedraagt maximum 100 mGy.cm2 voor een programma van |
masculin standard. | een standaard volwassenen man. |
Section VI. - Qualité de l'image | Afdeling VI. - Beeldkwaliteit |
Art. 39.Portée dynamique du détecteur |
Art. 39.Dynamisch bereik van de detector |
Toutes les plages du fantôme par étapes doivent être visibles lors de | Alle stappen van het stappenfantoom zijn zichtbaar, bij een opname bij |
la réalisation d'un cliché dans le cadre de réglages cliniquement | klinisch relevante instellingen. |
pertinents. Art. 40.Homogénéité et artefacts du détecteur |
Art. 40.Homogeniteit en artefacten van de detector |
§ 1. Un cliché est réalisé dans le cadre de réglages cliniquement | § 1. Er wordt bij klinisch relevante instellingen een opname gemaakt. |
pertinents. Une analyse visuelle ne peut révéler au niveau du détecteur ni | Bij visuele analyse mogen er geen inhomogeniteiten of artefacten van |
inhomogénéité, ni artefact qui soient de nature à impacter le | de detector zichtbaar zijn die een impact hebben op de klinische |
diagnostic clinique posé par le praticien qualifié. L'analyse de | diagnosestelling door de bevoegde practicus. Voor de analyse van de |
l'homogénéité est effectuée en utilisant 1 à 1,5 mm Cu. | homogeniteit gebruikt men 1 tot 1,5 mm Cu. |
§ 2. Les analyses font l'objet d'un suivi dans le temps. | § 2. De analyses worden in de tijd opgevolgd. |
Section VII. - Dimension du faisceau (collimation) | Afdeling VII. - Bundelafmeting (collimatie) |
Art. 41.Dimension du faisceau |
Art. 41.Bundelafmeting |
§ 1. La mesureest effectuée à hauteur de la fente de collimation. | § 1. Er wordt ter hoogte van de collimatiegleuf gemeten. Na het |
Après le développement, la largeur/hauteur de la superficie irradiée | ontwikkelen meet men de breedte/hoogte van het bestraalde oppervlak en |
est mesurée et comparée avec celle de la fente de collimation. | vergelijkt men deze met deze van de collimatiegleuf. |
Lors de l'évaluation de la dimension du faisceau, on tient compte | Bij de evaluatie van de bundelafmeting wordt een meetfout van 1 mm in |
d'une marge d'erreur de mesure d'1 mm. | rekening gebracht. |
§ 2. La largeur du faisceau de rayons X ne dépasse pas 5 mm. | § 2. De breedte van de x-stralenbundel is niet groter dan 5 mm. |
§ 3. Le champ de rayonnement se situe dans les dimensions de la fente | § 3. Het stralingsveld valt binnen de afmetingen van de |
de collimation. On vérifie également que le champ de rayonnement n'est | collimatiegleuf. Tevens controleert men of het stralingsveld niet |
pas de travers par rapport à la fente de collimation. | schuin staat t.o.v. de collimatiegleuf. |
CHAPITRE V. - Critères pour les équipements radiologiques médicaux | HOOFDSTUK V. - Criteria voor medisch-radiologische uitrusting voor |
destinés à la céphalométrie | cephalometrie |
Section Ire. - Tension du tube | Afdeling I. - Buisspanning |
Art. 42.Fonction de forme d'onde kV |
Art. 42.kV-golfvorm functie |
Une fonction de forme d'onde kV est enregistrée au moyen du kV-mètre. | Er wordt een kV-golfvorm functie opgenomen met de kV-meter. De |
Les résultats sont comparés aux résultats obtenus lors du test | resultaten worden vergeleken met de resultaten bekomen bij de |
d'acceptation. Les causes possibles des différences significatives | acceptatietest. Mogelijke oorzaken van significante verschillen moeten |
doivent être abordées dans le rapport visé à l'article 55 de l'arrêté | besproken worden in het verslag als bedoeld in artikel 55 van het |
expositions médicales. | besluit medische blootstellingen. |
Art. 43.Plage de tension du tube |
Art. 43.Bereik van de buisspanning |
La plage de tension du tube ne peut être inférieure à 60 kVp et | Het bereik van de buisspanning mag niet kleiner zijn dan 60 kVp en |
supérieure à 125 kVp. | niet groter dan 125 kVp. |
Art. 44.Exactitude de la tension du tube |
Art. 44.Nauwkeurigheid van de buisspanning |
§ 1. La tension du tube est mesurée et notée pour des valeurs | § 1. De buisspanning wordt gemeten en genoteerd voor ingestelde |
comprises entre le kV réglable minimal et le kV réglable maximal, avec | waarden tussen de minimaal en maximaal instelbare kV, met intervallen |
des intervalles d'environ 10 kV. Le mA est stable et cliniquement | van ongeveer 10 kV. Er wordt gewerkt bij een vaste, klinisch relevante |
pertinent. | mA. |
§ 2. L'écart maximal entre la valeur réglée et la valeur mesurée est | § 2. De maximale afwijking tussen de ingestelde waarde en de gemeten |
inférieur à 10%. | waarde is kleiner dan 10%. |
Art. 45.Variation avec le courant dans le tube |
Art. 45.Variatie met de buisstroom |
§ 1. La variation entre les valeurs kV réglées et les valeurs kV | § 1. De variatie tussen de ingestelde kV-waarden en de gemeten waarden |
mesurées est inférieure à 10%, pour des valeurs cliniquement | is kleiner dan 10%, bij klinisch relevante waarden van buisstroom. |
pertinentes du courant dans le tube. | |
§ 2. Ce test est uniquement effectué si le courant dans le tube peut | § 2. Deze test wordt enkel uitgevoerd indien de buisstroom kan |
varier. | variëren. |
Art. 46.Reproductibilité de la tension du tube |
Art. 46.Reproduceerbaarheid van de buisspanning |
L'écart maximal au niveau de la tension du tube, mesuré sur base d'au | De maximale afwijking van de buisspanning, gemeten bij tenminste vier |
moins quatre clichés successifs, est inférieur à 5%. La tension du | opeenvolgende opnamen is kleiner dan 5%. Er wordt gewerkt bij een |
tube et la valeur du courant dans le tube sont cliniquement pertinentes. | klinisch relevante buisspanning en waarde van buisstroom. |
Section II. - Filtration | Afdeling II. - Filtering |
Art. 47.HVL |
Art. 47.HVL |
§ 1. Le détecteur est placé à hauteur du récepteur d'images au centre | § 1. De detector wordt ter hoogte van de beeldreceptor in het centrum |
du champ de rayonnement. La tension du tube et la valeur du courant | van het stralingsveld geplaatst. Er wordt gewerkt bij een klinisch |
dans le tube sont cliniquement pertinentes. | relevante buisspanning en waarde van buisstroom. |
§ 2. La valeur HVL mesurée est supérieure ou égale à : | § 2. De gemeten HVL-waarde is groter of gelijk aan: |
1° 1,6 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure ou égale à 60 | 1° 1,6 mm Al voor een gemeten buisspanning groter of gelijk aan 60 kV |
kV et inférieure ou égale à 62 kV ; | en kleiner of gelijk aan 62 kV; |
2° 1,9 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 62 kV et | 2° 1,9 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 62 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 68 kV ; | of gelijk aan 68 kV; |
3° 2,1 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 68 kV à et | 3° 2,1 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 68 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 80 kV ; | of gelijk aan 80 kV; |
4° 2,3 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 80 kV et | 4° 2,3 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 80 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 90 kV ; | of gelijk aan 90 kV; |
5° 2,5 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 60 kV et | 5° 2,5 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 90 kV en kleiner |
inférieure ou égale à 100 kV ; | of gelijk aan 100 kV; |
6° 2,7 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 100 kV et | 6° 2,7 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 100 kV en |
inférieure ou égale à 110 kV ; | kleiner of gelijk aan 110 kV; |
7° 3,0 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 110 kV et | 7° 3,0 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 110 kV en |
inférieure ou égale à 120 kV ; | kleiner of gelijk aan 120 kV; |
8° 3,2 mm Al pour une tension du tube mesurée supérieure à 120 kV et | 8° 3,2 mm Al voor een gemeten buisspanning groter dan 120 kV en |
inférieure ou égale à 125 kV. | kleiner of gelijk aan 125 kV. |
Section III. - Réglage du temps | Afdeling III. - Tijdsinstelling |
Art. 48.Reproductibilité du réglage du temps |
Art. 48.Reproduceerbaarheid van de tijdsinstelling |
L'écart maximal, mesuré sur base d'au moins quatre clichés successifs, | De maximale afwijking, gemeten met tenminste vier opeenvolgende |
est inférieur à 10%. | opnamen is kleiner dan 10%. |
Section IV. - Rendement du tube | Afdeling IV. - Buisrendement |
Art. 49.Valeur du rendement du tube |
Art. 49.Grootte van het buisrendement |
Pour une tension du tube comprise entre 70 kV et 80 kV, le rendement | Bij een buisspanning tussen 70 kV en 80 kV is het buisrendement op 1 m |
du tube à 1 m du foyer est supérieur à 25 µGy/mAs, dans le cadre d'une | van de focus groter dan 25 µGy/mAs, bij een klinisch relevante waarde |
valeur cliniquement pertinente de la tension du tube, du courant dans | |
le tube et du temps d'exposition. | van buisspanning, buisstroom en opnametijd. |
Art. 50.Reproductibilité à court terme du rendement du tube |
Art. 50.Korte termijn reproduceerbaarheid van het buisrendement |
L'écart maximal au niveau de la reproductibilité à court terme, mesuré | De maximale afwijking op de korte termijn reproduceerbaarheid, gemeten |
sur base d'au moins quatre clichés successifs, est inférieur à 10 %. | bij tenminste vier opeenvolgende opnamen is kleiner dan 10%. |
Art. 51.Rendement du tube en fonction du CTP |
Art. 51.Buisrendement in functie van het CTP |
La variation du rendement du tube en fonction du CTP est inférieure à | De variatie van het buisrendement in functie van het CTP is kleiner |
20%. | dan 20%. |
Art. 52.Rendement du tube en fonction du courant dans le tube |
Art. 52.Buisrendement in functie van de buisstroom |
La variation du rendement du tube en fonction du courant dans le tube | De variatie van het buisrendement in functie van de buisstroom is |
est inférieure à 15%. | kleiner dan 15%. |
Section IV. - Dosimétrie | Afdeling IV. - Dosimetrie |
Art. 53.Mesure de la dose. |
Art. 53.Meting van de dosis |
§ 1. Les dimensions du faisceau sont mesurées de la manière décrite à | § 1. De bundelafmetingen worden gemeten zoals beschreven in artikel |
l'article 57. | 57. |
§ 2. Les doses des réglages cliniques préprogrammés sont vérifiées, et | § 2. De dosiswaarden van de klinisch ingestelde programma's worden |
: | geverifieerd, waarbij: |
1° les doses des programmes à doses élevées sont supérieures aux doses | 1° de dosiswaarden voor hoge-dosis programma's groter zijn dan de |
des programmes à faibles doses ; | dosiswaarden voor de lage-dosis programma's; |
2° les doses pour les hommes sont supérieures aux doses pour les | 2° De dosiswaarden voor mannen groter zijn dan de dosiswaarden voor |
femmes, qui sont elles-mêmes supérieures aux doses pour les enfants. | vrouwen, die groter zijn dan de dosiswaarden voor kinderen. |
§ 3. Les doses font l'objet d'un suivi dans le temps. | § 3. De dosissen worden opgevolgd in de tijd. |
§ 4. Le DAP est de maximum 40 mGy.cm2 pour un programme d'un adulte | § 4. De DAP-waarde bedraagt maximum 40 mGy.cm2 voor een programma van |
masculin standard. | een standaard volwassenen man. |
Section V. - Qualité de l'image | Afdeling V. - Beeldkwaliteit |
Art. 54.Portée dynamique du détecteur |
Art. 54.Dynamisch bereik van de detector |
Toutes les plages du fantôme par étapes doivent être visibles lors de | Alle stappen van het stappenfantoom zijn zichtbaar, bij een opname bij |
la réalisation d'un cliché dans le cadre de réglages cliniquement | klinisch relevante instellingen. |
pertinents. Art. 55.Homogénéité et artefacts du détecteur |
Art. 55.Homogeniteit en artefacten van de detector |
§ 1. Un cliché est réalisé dans le cadre de réglages cliniquement | § 1. Er wordt bij klinisch relevante instellingen een opname gemaakt. |
pertinents. Une analyse visuelle ne peut révéler au niveau du détecteur ni | Bij visuele analyse mogen er geen inhomogeniteiten of artefacten van |
inhomogénéité, ni artefact qui soient de nature à impacter le | de detector zichtbaar zijn die een impact hebben op de klinische |
diagnostic clinique posé par le praticien qualifié. L'analyse de | diagnosestelling door de bevoegde practicus. Voor de analyse van de |
l'homogénéité est effectuée en utilisant 1 à 1,5 mm Cu. | homogeniteit gebruikt men 1 tot 1,5 mm Cu. |
§ 2. Les analyses font l'objet d'un suivi dans le temps. | § 2. De analyses worden in de tijd opgevolgd. |
Section VI. - Distance foyer - récepteur d'images | Afdeling VI. - Afstand focus - beeldreceptor |
Art. 56.Distance foyer - récepteur d'image. |
Art. 56.Afstand focus - beeldreceptor. |
La distance foyer-récepteur d'images est d'au moins 1 mètre. | De afstand focus-beeldreceptor bedraagt minimaal 1 meter. |
Section VII. - Dimension du faisceau (collimation) | Afdeling VII. - Bundelafmeting (collimatie) |
Art. 57.Dimension du faisceau. |
Art. 57.Bundelafmeting. |
§ 1. La mesure est effectuée à hauteur du récepteur d'images en | § 1. Er wordt ter hoogte van de beeldreceptor gemeten, met een |
respectant une distance foyer-récepteur d'images cliniquement utilisée | |
et en positionnant le faisceau de rayons X perpendiculairement à | focus-beeldreceptor afstand zoals klinisch gebruikt, en de |
l'objet-test. | x-stralenbundel loodrecht op het testobject. |
§ 2. Si possible, le système de positionnement est vérifié par rapport | § 2. Indien mogelijk, wordt er een verificatie van het |
au champ de rayonnement. | positioneringsysteem op het stralingsveld uitgevoerd. |
§ 3. Les dimensions du champ à hauteur du détecteur ne peuvent être | § 3. De veldgrootte ter hoogte van de detector is niet groter dan de |
plus grandes que celles du détecteur. | detector. |
§ 4. Lors de l'évaluation de la dimension du faisceau, on tient compte | § 4. Bij de evaluatie van de bundelafmeting wordt een meetfout van 5% |
d'une marge d'erreur de mesure de 5%. | in rekening gebracht. |
CHAPITRE VI. - Dispositions finales | HOOFDSTUK VI. -Slotbepalingen |
Art. 58.Disposition finale |
Art. 58.Slotbepaling |
L'arrêté du 12 décembre 2008 fixant les critères d'acceptabilité pour | Het besluit van 12 december 2008 houdende de aanvaardbaarheidscriteria |
les appareils à rayons X destinés à être utilisés à des fins de | voor röntgenapparatuur voor diagnostisch gebruik in de tandheelkunde |
diagnostic en médecine dentaire est abrogé. | wordt opgeheven. |
Art. 59.Entrée en vigueur |
Art. 59.Inwerkingtreding |
Le présent règlement entre en vigueur le 1er mars 2020. | Dit reglement treedt in werking op 1 maart 2020. |
Bruxelles, le 19 février 2020. | Brussel, 19 februari 2020. |
Le Directeur général, | De Directeur-generaal, |
F. HARDEMAN | F. HARDEMAN |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |