Article 1er.§ 1er. Le conseil de direction est composé des fonctionnaires généraux et des directeurs. § 2. La présidence du conseil de direction est assurée par le directeur général. Si celui-ci est absent, il revient au directeur général adjoint de présider la séance. En cas d'absence des deux directeurs généraux, le directeur général désigne l'inspecteur général qui exercera la présidence de la séance.

Art. 2.Le président désigne le secrétaire et le secrétaire adjoint et, en cas d'empêchement de ceux-ci, le remplaçant.

Art. 3.Le conseil de direction est convoqué par le président au moins une fois par mois, exception faite, le cas échéant, des mois de juillet et août. Le conseil de direction se réunit aussi sur demande écrite d'au moins deux membres.

Art. 4.Le président détermine l'ordre du jour. Il ouvre et clôture les séances, veille au respect du règlement d'ordre intérieur et au bon déroulement des réunions et prend part aux délibérations.

Art. 5.§ 1er. La convocation mentionne la date, l'heure et l'endroit de la réunion, ainsi que l'ordre du jour. § 2. Les convocations sont adressées aux membres du conseil par le président au moins cinq jours ouvrables avant la date de la séance. Dans les cas considérés comme urgents, le délai de convocation peut être ramené à un jour ouvrable, sous condition de motivation.

Art. 6.Le membre empêché doit en informer immédiatement le président et préciser la raison de son empêchement. Le membre dont question peut communiquer ses observations ou ses avis par écrit au président, qui les porte à son tour à la connaissance du conseil au début de l'examen des dossiers concernés.

Art. 7.§ 1er. Le conseil ne délibère valablement que si la moitié des membres sont présents. § 2. A défaut du quorum requis, le conseil peut être convoqué à huitaine sur le même ordre du jour et délibérer alors valablement, quel que soit le nombre des membres présents.

Art. 8.§ 1er. Le conseil de direction statue à la majorité absolue des suffrages exprimés. Il n'est pas tenu compte des abstentions et des refus de vote qui sont réputés ne pas exprimer un suffrage. Les votes ont lieu à main levée. La voix du président est prépondérante en cas de parité. § 2. Toute décision individuelle concernant les fonctionnaires intervient au scrutin secret et à la majorité absolue des voix. Les abstentions ne sont pas comptabilisées. En cas de parité des voix, il est procédé à un nouveau vote. Si la parité persiste, le conseil de direction adopte la proposition la plus favorable à l'agent concerné. § 3. En cas de proposition de promotion par avancement de grade, ou d'avis concernant l'octroi de fonctions supérieures, les membres du conseil de direction votent, au scrutin secret, pour le candidat qu'ils jugent le plus apte. En cas de parité des voix, il est procédé à un nouveau vote. Si la parité persiste, le conseil de direction propose le fonctionnaire dont l'ancienneté de service est la plus grande. A égalité d'ancienneté de service, le fonctionnaire le plus âgé est proposé.

Art. 9.§ 1er. Les réunions du conseil de direction ne sont pas publiques. Les discussions et documents relatifs aux points figurant à l'ordre du jour sont confidentiels. Les membres sont tenus à la discrétion en ce qui concerne les documents et leur contenu, les discussions et les votes. § 2. Sur proposition du président, le conseil peut autoriser, lors de l'examen de points à l'ordre du jour, la présence de toute personne dont le témoignage, les compétences ou les connaissances sont de nature à éclairer ses travaux. La présence des personnes précitées est limitée à la discussion du point au sujet duquel elles sont invitées à s'exprimer; elles n'ont pas voix délibérative. § 3. Les personnes assistant à une séance du conseil et qui sont personnellement concernées par l'un des points de l'ordre du jour quittent la séance durant l'examen du point.

Art. 10.§ 1er. Les procès-verbaux sont signés par le président et le secrétaire et sont transmis à tous les membres du Conseil dans les dix jours qui suivent la séance. § 2. Ils sont approuvés si aucune observation écrite ne parvient au secrétariat dans les quatre jours ouvrables qui suivent son envoi. § 3. Lorsqu'une observation est formulée, les parties contestées des procès-verbaux sont examinées et soumises pour approbation lors de la séance suivante.

Art. 11.Le présent règlement d'ordre intérieur a été approuvé en date

Artikel 1.§ 1. De raad van bestuur is samengesteld uit de leidende ambtenaren en de directeurs. § 2. De raad van bestuur wordt door de directeur-generaal voorgezeten. Bij diens afwezigheid wordt de vergadering door de adjunct-directeur-generaal voorgezeten. Bij afwezigheid van beide directeurs-generaal wijst de directeur-generaal de inspecteur-generaal aan die de vergadering zal voorzitten.

Art. 2.De voorzitter wijst de secretaris en de adjunct-secretaris aan en de vervanger zo ze verhinderd zijn.

Art. 3.De raad van bestuur wordt ten minste eenmaal per maand door de voorzitter bijeengeroepen, met uitzondering, in voorkomend geval, van de maanden juli en augustus. De raad van bestuur vergadert ook op schriftelijke vraag van minstens twee leden.

Art. 4.De voorzitter bepaalt de agenda. Hij opent de vergadering en spreekt de sluiting ervan uit, zorgt voor de naleving van het huishoudelijk reglement en voor de goede afloop van de vergaderingen en neemt deel aan de beraadslagingen.

Art. 5.§ 1. De oproeping vermeldt de dag, het uur en de plaats van de vergadering alsmede de agenda. § 2. De oproepingen worden ten minste vijf werkdagen vóór de vergadering aan de raadsleden door de voorzitter verzonden. In spoedeisend geachte gevallen mag de termijn voor de verzending tot één werkdag worden verkort mits die met redenen omkleed is.

Art. 6.Bij verhindering van een lid moet de voorzitter onmiddellijk door dit lid op de hoogte worden gebracht van de afwezigheid en de reden hierom. Het betrokken lid mag zijn opmerkingen of adviezen aan de voorzitter schriftelijk mededelen. De voorzitter stelt de raad in kennis hiervan bij het begin van de behandeling van de betrokken dossiers.

Art. 7.§ 1. De raad kan slechts geldig beraadslagen en beslissen indien ten minste de helft van de leden aanwezig is. § 2. Bij gebreke van het vereiste quorum kan de raad binnen acht dagen voor dezelfde agenda worden bijeengeroepen en dan geldig beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 8.§ 1. De raad van bestuur beslist bij volstrekte meerderheid van stemmen. Met de stemonthoudingen en weigeringen die geacht worden geen stem uit te brengen, wordt geen rekening gehouden. Bij staking van stemmen is die van de voorzitter beslissend. § 2 Elke individuele beslissing betreffende ambtenaren wordt genomen bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid van stemmen. Onthoudingen worden daarbij niet als een stem beschouwd. Bij staking van stemmen vindt een nieuwe stemming plaats. Bij verdere staking van stemmen neemt de raad van bestuur het voorstel aan dat voor het betrokken personeelslid het voordeligst is. § 3. In geval van voorstel voor de bevordering door verhoging in graad, of advies over het toekennen van hogere functies, beslissen de leden van de raad van bestuur bij geheime stemming over de kandidaat die het meest geschikt bevonden wordt. Bij staking van stemmen vindt een nieuwe stemming plaats. Bij verdere staking van stemmen wordt de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit door de raad van bestuur voorgedragen. Bij gelijke dienstanciënniteit wordt de oudste ambtenaar voorgedragen.

Art. 9.§ 1. De vergaderingen van de raad zijn niet openbaar. Besprekingen en documenten over agendapunten zijn vertrouwelijk. De leden zijn ertoe gehouden het vertrouwelijk karakter van de documenten en inhoud ervan, van de besprekingen en stemmingen te eerbiedigen. § 2. Op voorstel van de voorzitter kan de raad bij de behandeling van agendapunten de aanwezigheid toelaten van elke persoon die door zijn getuigenis, bekwaamheid of kennis van de werkzaamheden kan vergemakkelijken. De aanwezigheid van bovenvermelde personen is echter beperkt tot de bespreking van het agendapunt waarover ze zich kunnen uitdrukken; ze zijn niet stemgerechtigd. § 3. De personen die een vergadering van de raad bijwonen en die persoonlijk betrokken zijn bij één van de agendapunten moeten de vergadering tijdens de behandeling van het betrokken punt verlaten.

Art. 10.§ 1. De notulen worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en worden binnen tien dagen na de vergadering naar alle leden van de Raad doorgezonden. § 2. Ze worden goedgekeurd indien geen schriftelijke opmerking door het secretariaat wordt ontvangen binnen vier dagen na verzending ervan. § 3. Wanneer een opmerking geformuleerd is, worden de betwiste gedeelten van de notulen onderzocht en bij de volgende vergadering aan de raad ter goedkeuring voorgelegd.

Art. 11.Dit huishoudelijk reglement werd op 4 juni 1999 goedgekeurd.