Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Extrait D'un Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 45/2019 du 14 mars 2019 "
Extrait de l'arrêt n° 45/2019 du 14 mars 2019 45/2019 van 14 maart 2019
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 45/2019 du 14 mars 2019 Uittreksel uit arrest nr. 45/2019 van 14 maart 2019
Numéro du rôle : 6830 Rolnummer 6830
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 2 de la In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 2 van de wet van
loi du 25 juillet 2008 « modifiant le Code civil et les lois 25 juli 2008 « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de
coordonnées du 17 juillet 1991 sur la comptabilité de l'Etat en vue gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit met
d'interrompre la prescription de l'action en dommages et intérêts à la het oog op het stuiten van de verjaring van de vordering tot
suite d'un recours en annulation devant le Conseil d'Etat », posées schadevergoeding ten gevolge van een beroep tot vernietiging bij de
par le Tribunal de première instance de Namur, division Namur. Raad van State », gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Namen,
afdeling Namen.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L.
J.-P. Snappe, E. Derycke, P. Nihoul et T. Giet, assistée du greffier Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan
P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des questions préjudicielles et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging
Par jugement du 18 janvier 2018 en cause de Philippe Cohnen contre la Bij vonnis van 18 januari 2018 in zake Philippe Cohnen tegen het
Région wallonne et la ville de Liège, dont l'expédition est parvenue Waalse Gewest en de stad Luik, waarvan de expeditie ter griffie van
au greffe de la Cour le 23 janvier 2018, le Tribunal de première het Hof is ingekomen op 23 januari 2018, heeft de Rechtbank van eerste
instance de Namur, division Namur, a posé les questions préjudicielles aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld
suivantes : :
« 1. L'article 2 de la loi du 25.07.2008 est-il contraire aux articles « 1. Is artikel 2 van de wet van 25 juli 2008 strijdig met de
10 et 11 de la Constitution dès lors qu'il limite l'effet interruptif artikelen 10 en 11 van de Grondwet daar het de stuitende werking van
de la prescription de l'action civile aux recours en annulation d'un de verjaring van een burgerlijke rechtsvordering beperkt tot de
acte administratif dans lesquels le Conseil d'Etat prononce un arrêt beroepen tot nietigverklaring van een bestuurshandeling waarin de Raad
d'annulation, en excluant les arrêts de rejet de ce bénéfice même van State een vernietigingsarrest uitspreekt, waardoor de
verwerpingsarresten van dat voordeel worden uitgesloten zelfs wanneer
lorsque ces arrêts de rejet sont motivés par la perte d'intérêt dans die verwerpingsarresten zijn gemotiveerd door een verlies van belang
le chef du requérant ? van de verzoeker ?
2. L'article 2 de la loi du 25.07.2008 est-il contraire aux articles 2. Is artikel 2 van de wet van 25 juli 2008 strijdig met de artikelen
10 et 11 de la Constitution et à l'article 6 de la Convention 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 6 van het Europees Verdrag
européenne des droits de l'homme, en ce qu'il soumet à une différence voor de rechten van de mens in zoverre het de verzoekers die worden
de traitement les requérants confrontés à un arrêt du Conseil d'Etat geconfronteerd met een arrest van de Raad van State dat hun beroep tot
nietigverklaring verwerpt en dat is uitgesproken binnen vijf jaar na
qui rejette leur recours en annulation prononcé endéans les 5 ans de de bestreden bestuurshandeling, en diegenen die worden geconfronteerd
l'acte administratif litigieux, et ceux confrontés à un arrêt de rejet met een verwerpingsarrest dat na die termijn van vijf jaar is
prononcé au-delà de ce délai de 5 ans, la diligence mise par le uitgesproken, aan een verschillende behandeling onderwerpt, vermits de
Conseil d'Etat à décider ayant des répercussions sur l'obtention d'une spoed die de Raad van State aan de dag legt om te beslissen gevolgen
indemnité éventuelle ? ». heeft voor het verkrijgen van een eventuele schadevergoeding ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
Quant à la demande d'intervention Ten aanzien van het verzoek tot tussenkomst
B.1. Selon le Conseil des ministres, Annick Meurant, Jan Stevens, B.1. Volgens de Ministerraad beschikken Annick Meurant, Jan Stevens,
Guido Van Loon, Denis Malcorps, Jan Creve et Frank Bels ne disposent Guido Van Loon, Denis Malcorps, Jan Creve en Frank Bels niet over het
pas de l'intérêt requis pour intervenir parce que, bien qu'ils soient vereiste belang om tussen te komen omdat zij, hoewel zij verzoekende
des parties requérantes dans des recours en annulation actuellement partijen zijn in beroepen tot nietigverklaring die thans hangende zijn
pendants devant le Conseil d'Etat, ils n'ont pas encore suggéré au voor de Raad van State, de feitenrechter nog geen prejudiciële vragen
juge du fond des questions préjudicielles similaires à celles sur hebben voorgesteld die vergelijkbaar zijn met die waarover het Hof
lesquelles la Cour est invitée à statuer. uitspraak dient te doen.
B.2. L'article 87, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la B.2. Artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Grondwettelijk Hof bepaalt dat, wanneer het Hof, bij wijze van
Cour constitutionnelle dispose que lorsque la Cour statue, à titre prejudiciële beslissing, uitspraak doet op vragen als bedoeld in
préjudiciel, sur les questions visées à l'article 26, toute personne artikel 26, ieder die van een belang doet blijken, een memorie aan het
justifiant d'un intérêt peut adresser un mémoire à la Cour dans les 30 Hof kan richten binnen 30 dagen na de bekendmaking voorgeschreven in
jours de la publication prescrite par l'article 74. Elle est, de ce artikel 74. Hij wordt daardoor geacht partij in het geding te zijn.
fait, réputée partie au litige.
B.3. Les parties intervenantes démontrent que la réponse que la Cour B.3. De tussenkomende partijen maken aannemelijk dat het antwoord dat
doit donner aux questions préjudicielles dans cette affaire peut avoir het Hof op de prejudiciële vragen in deze zaak dient te geven een
un effet direct sur leur situation personnelle et justifient dès lors rechtstreeks gevolg kan hebben voor hun persoonlijke situatie en doen
de l'intérêt requis pour intervenir devant la Cour. bijgevolg blijken van het vereiste belang om voor het Hof tussen te komen.
Quant à la première question préjudicielle Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag
B.4. Par la première question préjudicielle, la Cour est invitée à se B.4. Met een eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit
prononcer sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de
Constitution, de l'article 2 de la loi du 25 juillet 2008 « modifiant Grondwet, van artikel 2 van de wet van 25 juli 2008 « tot wijziging
le Code civil et les lois coordonnées du 17 juillet 1991 sur la van het Burgerlijk Wetboek en de gecoördineerde wetten van 17 juli
comptabilité de l'Etat en vue d'interrompre la prescription de 1991 op de Rijkscomptabiliteit met het oog op het stuiten van de
l'action en dommages et intérêts à la suite d'un recours en annulation verjaring van de vordering tot schadevergoeding ten gevolge van een
beroep tot vernietiging bij de Raad van State » (hierna : de wet van
devant le Conseil d'Etat » (ci-après : la loi du 25 juillet 2008), en 25 juli 2008), in zoverre het enkel aan de bij de Raad van State
ce qu'il ne confère un effet interruptif de la prescription de ingestelde beroepen die tot een arrest van nietigverklaring leiden een
l'action civile qu'aux recours introduits devant le Conseil d'Etat qui verjaringsstuitende werking ten aanzien van de burgerlijke vordering
aboutissent à un arrêt d'annulation et non aux recours introduits verleent en niet aan de bij de Raad van State ingestelde beroepen die
devant le Conseil d'Etat qui n'aboutissent pas à un arrêt d'annulation niet tot een arrest van nietigverklaring leiden maar tot een arrest
mais à un arrêt de rejet du recours pour défaut d'intérêt. waarbij het beroep wordt verworpen wegens gebrek aan belang.
B.5.1. L'article 2244, § 1er, du Code civil, tel qu'il a été modifié B.5.1. Artikel 2244, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, zoals het werd
par l'article 2 de la loi du 25 juillet 2008, dispose : « Une citation en justice, un commandement, une sommation de payer visée à l'article 1394/21 du Code judiciaire ou une saisie, signifiés à celui qu'on veut empêcher de prescrire, forment l'interruption civile. Une citation en justice interrompt la prescription jusqu'au prononcé d'une décision définitive. Pour l'application de la présente section, un recours en annulation d'un acte administratif devant le Conseil d'Etat a, à l'égard de l'action en réparation du dommage causé par l'acte administratif annulé, les mêmes effets qu'une citation en justice ». B.5.2. Il ressort des faits du litige soumis à la juridiction a quo qu'un délai de plus de cinq années s'est écoulé entre la date gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 25 juli 2008, bepaalt : « Een dagvaarding voor het gerecht, een bevel tot betaling, een aanmaning tot betaling als bedoeld in artikel 1394/21 van het Gerechtelijk Wetboek of een beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te verkrijgen, vormen burgerlijke stuiting. Een dagvaarding voor het gerecht stuit de verjaring tot het tijdstip waarop een definitieve beslissing wordt uitgesproken. Voor de toepassing van deze afdeling heeft een beroep tot vernietiging van een administratieve handeling bij de Raad van State dezelfde gevolgen ten opzichte van de vordering tot herstel van de schade veroorzaakt door de vernietigde administratieve handeling als een dagvaarding voor het gerecht ». B.5.2. Uit de feiten van het geschil voor het verwijzende rechtscollege blijkt dat een termijn van meer dan vijf jaar is
d'introduction du recours devant le Conseil d'Etat, tendant à verstreken tussen de datum van het indienen, bij de Raad van State,
l'annulation (1) de la décision du collège des bourgmestre et échevins van het beroep tot nietigverklaring (1) van de beslissing van het
de la ville de Liège du 7 juin 2001 refusant au demandeur le permis college van burgemeester en schepenen van de stad Luik van 7 juni 2001
waarbij de gevraagde stedenbouwkundige vergunning aan de eiser wordt
d'urbanisme sollicité, (2) de la décision implicite du Gouvernement geweigerd, (2) van de impliciete beslissing van de Waalse Regering tot
wallon rejetant le recours introduit par le demandeur contre la verwerping van het beroep dat door de eiser werd ingesteld tegen de
décision du 7 juin 2001 et (3) de la décision du 19 octobre 2001 du beslissing van 7 juni 2001 en (3) van de beslissing van 19 oktober
ministre de la Région wallonne compétent de rejeter le recours du 2001 van de bevoegde minister van het Waalse Gewest om het beroep van
demandeur contre la décision du 7 juin 2001 refusant de lui accorder de eiser tegen de beslissing van 7 juni 2001 waarbij hem een
un permis d'urbanisme, et la date à laquelle le Conseil d'Etat a rendu stedenbouwkundige vergunning wordt geweigerd te verwerpen, en de datum
waarop het arrest van de Raad van State is gewezen, waarbij ten
l'arrêt constatant la perte d'intérêt au recours du demandeur (arrêt aanzien van de eiser het verlies van belang bij het beroep wordt
n° 202.200 du 22 mars 2010). vastgesteld (arrest nr. 202.200 van 22 maart 2010).
Devant la juridiction a quo, la question se pose de savoir si l'action Voor het verwijzende rechtscollege rijst de vraag of de vordering van
du demandeur est prescrite sur la base de l'article 2262bis, § 1er, de eiser verjaard is op grond van artikel 2262bis, § 1, tweede lid,
alinéa 2, du Code civil. van het Burgerlijk Wetboek.
B.6. Par son arrêt n° 40/2019 du 28 février 2019, la Cour a annulé le B.6. Bij zijn arrest nr. 40/2019 van 28 februari 2019 heeft het Hof de
terme « annulé » dans l'article 2244, § 1er, alinéa 3, du Code civil, term « vernietigde » in artikel 2244, § 1, derde lid, van het
inséré par l'article 2 de la loi du 25 juillet 2008. Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 2 van de wet van 25 juli
B.7. Il s'ensuit que la question préjudicielle est devenue sans objet. 2008, vernietigd. B.7. De prejudiciële vraag is bijgevolg zonder voorwerp geworden.
Quant à la seconde question préjudicielle Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag
B.8. Par la seconde question préjudicielle, la Cour est invitée à se B.8. Met een tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit
prononcer sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de
Constitution et l'article 6 de la Convention européenne des droits de Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de
l'homme, de l'article 2 de la loi du 25 juillet 2008, en ce qu'il mens, van artikel 2 van de wet van 25 juli 2008, in zoverre het een
opère une différence de traitement entre les parties requérantes verschil in behandeling doorvoert tussen verzoekende partijen voor de
devant le Conseil d'Etat selon que leurs recours en annulation sont Raad van State naargelang hun beroepen tot nietigverklaring worden
rejetés dans les cinq ans ou au-delà des cinq ans de l'acte verworpen binnen of na de termijn van vijf jaar na de bestreden
administratif litigieux. administratieve handeling.
B.9. Comme il est dit en B.6, la Cour a, par son arrêt n° 40/2019 du B.9. Zoals in B.6 is vermeld, heeft het Hof, bij zijn arrest nr.
28 février 2019, annulé le terme « annulé » dans l'article 2244, § 1er, 40/2019 van 28 februari 2019, de term « vernietigde » in artikel 2244,
alinéa 3, du Code civil. § 1, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, vernietigd.
Il en résulte que les deux catégories de personnes identifiées par la Daaruit volgt dat de twee categorieën van personen die in de tweede
seconde question préjudicielle ne sont pas traitées différemment. prejudiciële vraag worden geïdentificeerd, niet verschillend worden
B.10. Pour cette raison, la question préjudicielle n'appelle pas de réponse. behandeld. B.10. Om die reden behoeft de prejudiciële vraag geen antwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
- La première question préjudicielle est sans objet. - De eerste prejudiciële vraag is zonder voorwerp.
- La seconde question préjudicielle n'appelle pas de réponse. - De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
la Cour constitutionnelle, le 14 mars 2019. op 14 maart 2019.
Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux F. Daoût P.-Y. Dutilleux F. Daoût
^