← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 19 février
2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 27 février 2024, le Tribunal de police d'Anvers,
division d'Anvers, a posé la question p « L'article 65/1, § 8,
de la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée p(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 19 février 2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 27 février 2024, le Tribunal de police d'Anvers, division d'Anvers, a posé la question p « L'article 65/1, § 8, de la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée p(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 19 februari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 februari 2024, heeft de Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpe « Schendt artikel 65/1, § 8 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördinee(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 19 février 2024, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij vonnis van 19 februari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 27 février 2024, le Tribunal de police d'Anvers, | het Hof is ingekomen op 27 februari 2024, heeft de Politierechtbank |
| division d'Anvers, a posé la question préjudicielle suivante : | Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 65/1, § 8, de la loi relative à la police de la | « Schendt artikel 65/1, § 8 van de wet betreffende de politie over het |
| circulation routière, coordonnée par l'arrêté royal du 16 mars 1968, | wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 |
| viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en | (Wegverkeerswet) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang |
| combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de | gelezen met artikel 6 EVRM in zoverre het de overtreder verplicht om |
| l'homme, en ce qu'il oblige le contrevenant à prouver qu'il n'a pas pu | aan te tonen dat hij geen kennis heeft kunnen nemen van het bevel tot |
| prendre connaissance de l'ordre de paiement dans le délai visé au | betalen binnen de in § 2 bedoelde termijn, terwijl de bij verstek |
| paragraphe 2, alors que, conformément à l'article 187, § 1er, du Code | veroordeelde overeenkomstig artikel 187 § 1 Wetboek van Strafvordering |
| d'instruction criminelle, la personne condamnée par défaut peut faire | |
| opposition dans les quinze jours qui suivent celui où elle a eu | in verzet kan komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag |
| connaissance de la signification, sans devoir prouver qu'elle n'a pas | waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen en niet dient aan |
| pu prendre connaissance de celle-ci ? ». | te tonen dat hij geen kennis heeft kunnen nemen van de betekening ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 8172 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 8172 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| Frank Meersschaut | Frank Meersschaut |