← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 11 janvier
2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 janvier 2024, le Tribunal de première
instance de Liège, division de Liège, a posé la « L'article
269, § 2, du CIR 1992, tel qu'introduit par la loi du 28 juin 2013, en ce qu'il op(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 11 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 janvier 2024, le Tribunal de première instance de Liège, division de Liège, a posé la « L'article 269, § 2, du CIR 1992, tel qu'introduit par la loi du 28 juin 2013, en ce qu'il op(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 11 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 januari 2024, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik « Voert artikel 269, § 2, van het WIB 1992, zoals ingevoerd bij de wet van 28 juni 2013, in zo(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 11 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij vonnis van 11 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 26 janvier 2024, le Tribunal de première instance | het Hof is ingekomen op 26 januari 2024, heeft de Rechtbank van eerste |
| de Liège, division de Liège, a posé la question préjudicielle suivante | aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| : | « Voert artikel 269, § 2, van het WIB 1992, zoals ingevoerd bij de wet |
| « L'article 269, § 2, du CIR 1992, tel qu'introduit par la loi du 28 | van 28 juni 2013, in zoverre het een onderscheid maakt tussen de |
| juin 2013, en ce qu'il opère une distinction entre les apports en numéraire intégralement libérés et les apports en nature, crée-t-il une discrimination et viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dès lors que seuls les propriétaires d'actions d'une société dont le capital souscrit a été financé et libéré intégralement par des apports en numéraire bénéficient du taux réduit de 15 % sur les dividendes attribués après le 1er juillet 2013 et que les propriétaires d'actions d'une société dont le capital souscrit a été financé et libéré au moyen de l'apport de sa créance en compte-courant seraient exclus de ce nouveau régime et ne bénéficieraient pas de ce taux réduit alors qu'il n'existe aucun risque d'abus dès lors que le compte-courant ne peut pas être artificiellement gonflé ou surévalué et alors que si le même dirigeant avait scindé l'opération en se faisant rembourser son compte-courant de la société pour ensuite faire apport des liquidités ainsi obtenues, il aurait pu bénéficier du taux réduit du précompte immobilier ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8154 du rôle de la Cour. Le greffier, | volledig volgestorte inbrengen in geld en de inbrengen in natura, een discriminatie in en schendt het de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, aangezien alleen de bezitters van aandelen van een vennootschap waarvan het onderschreven kapitaal volledig is gefinancierd en volgestort door inbrengen in geld het verminderde tarief van 15 % op de na 1 juli 2013 toegekende dividenden genieten en aangezien de bezitters van aandelen van een vennootschap waarvan het onderschreven kapitaal is gefinancierd en volgestort middels de inbreng van de vordering in rekening-courant uitgesloten zouden zijn van dat nieuwe stelsel en dat verminderde tarief niet zouden genieten, terwijl er geen enkel risico van misbruik bestaat daar de rekening-courant niet kunstmatig kan worden opgedreven of overgewaardeerd en terwijl dezelfde bedrijfsleider, indien hij de verrichting had opgesplitst door zich de rekening-courant van de vennootschap te laten terugbetalen en vervolgens de aldus verkregen liquiditeiten in te brengen, het verminderde tarief van de roerende voorheffing had kunnen genieten ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8154 van de rol van het Hof. De griffier, |
| N. Dupont | N. Dupont |