← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 28 septembre
2022, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 octobre 2022, le président du Tribunal
de l'entreprise d'Anvers, division d'Anvers, s « L'article 54 de la loi du 21 novembre 2017 relative à la vente de voyages à forfait,
de prestatio(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 28 septembre 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 octobre 2022, le président du Tribunal de l'entreprise d'Anvers, division d'Anvers, s « L'article 54 de la loi du 21 novembre 2017 relative à la vente de voyages à forfait, de prestatio(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 28 september 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 oktober 2022, heeft de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank te An « Schendt artikel 54 van de Wet van 21 november 2017 betreffende de verkoop van pakketreizen, gekop(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 28 septembre 2022, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij vonnis van 28 september 2022, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 4 octobre 2022, le président du Tribunal de | het Hof is ingekomen op 4 oktober 2022, heeft de voorzitter van de |
| l'entreprise d'Anvers, division d'Anvers, siégeant comme en référé, a | Ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen, zitting |
| posé la question préjudicielle suivante : | houdende zoals in kort geding, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 54 de la loi du 21 novembre 2017 relative à la vente de | « Schendt artikel 54 van de Wet van 21 november 2017 betreffende de |
| voyages à forfait, de prestations de voyage liées et de services de | verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten |
| voyage viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec la liberté d'entreprendre, en ce qu'il impose aux détaillants d'être assurés contre leur insolvabilité, alors qu'aucune distinction n'est établie à cet égard en fonction du fait que le détaillant ne conclut pas lui-même de contrats de voyage avec le voyageur (dès lors que le détaillant travaille exclusivement ou non comme agent commercial) mais qu'il l'apporte seulement en tant que client à un commettant-organisateur de voyages qui est établi dans l'Espace économique européen ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7870 du rôle de la Cour. Le greffier, | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, samen gelezen met de vrijheid van ondernemen, doordat zij aan doorverkopers oplegt verzekerd te zijn voor de eigen insolventie, terwijl hierbij geen onderscheid wordt gemaakt in functie van de vraag of de doorverkoper zelf geen reisovereenkomsten sluit met de reiziger (nu zij al dan niet uitsluitend als handelsagent werkt) maar deze enkel als klant bij een principaal-reisorganisator die gevestigd is in de Europese Economische Ruimte aanbrengt ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7870 van de rol van het Hof. De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |