← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 11 février
2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 février 2020, le Tribunal du travail
francophone de Bruxelles a posé la question préju « L'art. 36, par. 2, 3°
de la loi du 26 juin 2002 relative aux fermetures d'entreprises avant sa mo(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 11 février 2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 février 2020, le Tribunal du travail francophone de Bruxelles a posé la question préju « L'art. 36, par. 2, 3° de la loi du 26 juin 2002 relative aux fermetures d'entreprises avant sa mo(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 11 februari 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 februari 2020, heeft de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de vo « Schendt artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de onde(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 11 février 2020, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij vonnis van 11 februari 2020, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 19 février 2020, le Tribunal du travail | het Hof is ingekomen op 19 februari 2020, heeft de Franstalige |
| francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'art. 36, par. 2, 3° de la loi du 26 juin 2002 relative aux | « Schendt artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 betreffende |
| de sluiting van de ondernemingen, vóór de wijziging ervan bij de wet | |
| fermetures d'entreprises avant sa modification par la loi du 26 mars | van 26 maart 2018, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie |
| 2018 viole-t-il le principe d'égalité et de non-discrimination contenu | |
| dans les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'en application | vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre, met |
| de ces dispositions, les travailleurs qui ont été licenciés avant la | toepassing van die bepalingen, de werknemers die zijn ontslagen vóór |
| période de 13 mois précédant la fermeture de l'entreprise mais qui ont | de periode van 13 maanden die voorafgaat aan de sluiting van de |
| engagé avant la fermeture une procédure judiciaire ont droit à | onderneming, maar die vóór de sluiting een gerechtelijke procedure |
| l'intervention du fonds de fermeture et que les travailleurs licenciés | hebben ingesteld, recht hebben op de tegemoetkoming van het Fonds voor |
| sluiting van de ondernemingen, en de werknemers die zijn ontslagen | |
| avant la période de 13 mois précédant la fermeture de l'entreprise qui | vóór de periode van 13 maanden die voorafgaat aan de sluiting van de |
| ont adressé à l'entreprise une lettre de mise en demeure interruptive | |
| de prescription en application de l'art. 2244 du Code civil, et ont | onderneming en die met toepassing van artikel 2244 van het Burgerlijk |
| Wetboek aan de onderneming een verjaringstuitende zending tot | |
| introduit une procédure judiciaire après la fermeture mais avant la | ingebrekestelling hebben gericht, en die een gerechtelijke procedure |
| prescription ne peuvent prétendre au bénéfice de l'intervention du | hebben ingesteld na de sluiting doch vóór de verjaring, geen aanspraak |
| fonds ? ». | kunnen maken op het voordeel van de tegemoetkoming van het Fonds ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 7362 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 7362 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |