← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 9 décembre
2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 31 décembre 2019, le Tribunal de la famille
de Namur, division Namur, a posé la question « L'article 78, §
3, 2°, de la loi du 22 juillet 2018 réformant les régimes matrimoniaux ne vi(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 9 décembre 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 31 décembre 2019, le Tribunal de la famille de Namur, division Namur, a posé la question « L'article 78, § 3, 2°, de la loi du 22 juillet 2018 réformant les régimes matrimoniaux ne vi(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 9 december 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 december 2019, heeft de Familierechtbank Namen, afdeling Namen, de vol « Schendt artikel 78, § 3, 2°, van de wet van 22 juli 2018 tot hervorming van de huwelijksverm(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
Par jugement du 9 décembre 2019, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij vonnis van 9 december 2019, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour le 31 décembre 2019, le Tribunal de la famille de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 78, § 3, 2°, de la loi du 22 juillet 2018 réformant les régimes matrimoniaux ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution, voire d'autres dispositions constitutionnelles, en ce qu'alors que l'objectif avoué du législateur est d'exclure du nouveau dispositif tous les époux qui ont introduit leur demande en divorce avant le 1er septembre 2018 mais qui sont divorcés après cette date, il opère cependant une distinction entre eux, selon qu'ils ont introduit leur demande en divorce par requête ou par citation ? En effet, les premiers (par requête) se voient appliquer le régime ancien à condition de ne solliciter le divorce que sur pied des articles 229, § 2 et 3 du Code civil, cependant que les seconds (par citation) se voient toujours appliquer le régime nouveau, quelle que soit la base légale sur laquelle ils sollicitent le divorce. La question est d'autant plus pertinente qu'une demande en divorce sur pied des articles 229, § 2 ou § 3 du Code civil peut également s'introduire par citation, cependant qu'une demande en divorce sur pied de l'article 22, § 1er du Code civil peut également s'introduire par requête (l'utilisation de la requête en lieu et place de la citation n'étant plus qu'une cause de nullité - article 700 du Code judiciaire) ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7337 du rôle de la Cour. Le greffier, | het Hof is ingekomen op 31 december 2019, heeft de Familierechtbank Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 78, § 3, 2°, van de wet van 22 juli 2018 tot hervorming van de huwelijksvermogensstelsels niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en zelfs andere grondwetsbepalingen, in zoverre terwijl het erkende doel van de wetgever erin bestaat alle echtgenoten die hun vordering tot echtscheiding vóór 1 september 2018 hebben ingediend, maar die na die datum uit de echt zijn gescheiden, van de nieuwe regeling uit te sluiten, daarbij echter tussen hen een onderscheid wordt gemaakt naargelang zij hun vordering tot echtscheiding bij verzoekschrift of bij dagvaarding hebben ingediend ? Op de eersten (bij verzoekschrift) wordt immers het oude stelsel toegepast, op voorwaarde dat zij de echtscheiding enkel op grond van artikel 229, § § 2 en 3, van het Burgerlijk Wetboek aanvragen, terwijl op de tweeden (bij dagvaarding) steeds het nieuwe stelsel wordt toegepast, ongeacht de wettelijke basis op grond waarvan zij de echtscheiding aanvragen. De vraag is des te meer relevant daar een vordering tot echtscheiding op grond van artikel 229, § 2 of § 3, van het Burgerlijk Wetboek ook bij dagvaarding kan worden ingediend, terwijl een vordering tot echtscheiding op grond van artikel 229, § 1, van het Burgerlijk Wetboek ook bij verzoekschrift kan worden ingediend (aangezien het gebruik van het verzoekschrift in plaats van de dagvaarding niet meer dan een nietigheidsgrond is - artikel 700 van het Gerechtelijk Wetboek) ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7337 van de rol van het Hof. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |