← Retour vers "Définition du contenu de l'information générale qui doit être disponible sur le lieu de la vente des
pesticides à usage non-professionnel et, le cas échéant, les modalités selon lesquelles cette in(...) Le présent avis a
été rédigé dans le but de fournir une interprétation du cadre général de la légis(...)"
| Définition du contenu de l'information générale qui doit être disponible sur le lieu de la vente des pesticides à usage non-professionnel et, le cas échéant, les modalités selon lesquelles cette in(...) Le présent avis a été rédigé dans le but de fournir une interprétation du cadre général de la légis(...) | Vaststelling van de inhoud van de algemene informatie die beschikbaar dient te zijn in de verkooppunten van pesticiden voor niet-professioneel gebruik en, in voorkomend geval, de modaliteiten volgens dewe(...) Dit advies is opgesteld om uitvoering te geven aan het algemene kader van de wetgeving die wordt op(...) |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT Définition du contenu de l'information générale qui doit être disponible sur le lieu de la vente des pesticides à usage non-professionnel et, le cas échéant, les modalités (format, emplacement vis-à-vis des produits, etc.) selon lesquelles cette information doit être délivrée Le présent avis a été rédigé dans le but de fournir une interprétation du cadre général de la législation imposée par les autorités fédérales et fédérées en matière de mise à disposition d'informations aux vendeurs de pesticides à usage non-professionnel sur le lieu de vente. Rédigé par la NAPAN Task Force, il a été approuvé par la Conférence interministérielle de l'environnement en date du 25/06/2015. Le cadre général fournit un certain nombre d'orientations. Cet avis mets en oeuvre l'article 5 de l'arrêté royal du 4 septembre 2012 relatif au programme fédéral de réduction des pesticides, en ce compris leur utilisation compatible avec le développement durable. Contexte et analyse En son article 6, paragraphe 3, la Directive 2009/128 rend obligatoire la mise à disposition d'informations générales "sur les risques pour la santé humaine et l'environnement de l'utilisation de pesticides, notamment sur les dangers, l'exposition, les conditions appropriées de stockage et les consignes à respecter pour la manipulation, l'application et l'élimination sans danger, conformément à la législation communautaire en matière de déchets, ainsi que sur les solutions de substitution présentant un faible risque". La Directive impose cette disposition à l'égard des produits phytopharmaceutiques. En vue de la mise en oeuvre par les entités fédérales et fédérées, on notera que : L'autorité fédérale a transposé la disposition précitée dans l'article 5 de son arrêté royal du 4 septembre 2012 relatif au programme fédéral de réduction des pesticides, en ce compris leur utilisation compatible avec le développement durable. Cette disposition est d'ailleurs reproduite textuellement dans le Plan fédéral de réduction des pesticides. Les autorités flamandes ont elles aussi repris cette disposition de deux façons. Tout d'abord dans le décret du 8 février 2013 relatif à une utilisation durable des pesticides en Région flamande, article 10, bien que celui-ci ne fasse pas spécifiquement état du lieu de vente, ce qui implique qu'il s'agit d'une campagne d'information de plus grande envergure. Par ailleurs, le Plan d'action flamand pour l'utilisation durable des pesticides contient des dispositions prévoyant un accord avec les entités fédérales et fédérées en ce qui concerne la mise à disposition d'informations sur les lieux de vente. Cette action s'inscrit également dans le cadre d'une politique de communication et de sensibilisation de grande envergure axée sur une réduction de l'utilisation des pesticides. Les autorités de la Région de Bruxelles-Capitale ont repris cette disposition en lui donnant une formulation générale dans leur ordonnance du 20 juin 2013 relative à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable en Région de Bruxelles-Capitale. Les autorités de la Région wallonne prévoient dans leur Programme wallon de réduction des pesticides un accord avec les entités fédérales et fédérées pour la mise à disposition d'informations sur le lieu de vente et prévoient des mesures supplémentaires en matière de communication à l'intention du grand public en ce qui concerne une information neutre et actuelle quant aux bonnes pratiques, à la connaissance des risques, aux techniques alternatives et à la réduction de l'utilisation des pesticides et biocides. L'accès à ces informations est assuré grâce à différents sites web ainsi qu'à un numéro d'appel gratuit. Les différentes autorités belges ont transposé de manière différente les dispositions sur les pesticides. Les dispositions fédérales s'appliquent à l'ensemble des produits phytopharmaceutiques et des biocides. Pour la Région flamande, les dispositions s'appliquent uniquement aux pesticides utilisés en plein air. Quant à la Région de Bruxelles-Capitale et à la Région wallonne, elles se limitent aux produits phytopharmaceutiques conformément au champ d'application actuel de la Directive 2009/128/CE. Remplir l'obligation sur le lieu de vente Après analyse du contexte et compte tenu du cadre législatif, les lignes de conduite suivantes sont communiquées aux points de vente. Ces lignes directrices sont destinées à tous les distributeurs et vendeurs de produits phytopharmaceutiques à usage non professionnel et aux distributeurs et vendeurs de produits biocides à usage non professionnel qui proposent également des produits phytopharmaceutiques. Quelles sont les informations à fournir? (1) Les informations suivantes sont à fournir : a) Un outil de communication à l'intention du consommateur, reprenant au minimum les informations légalement obligatoires (bonne utilisation des pesticides, alternatives à faible risque) dont le contenu est basé sur le texte général présenté en annexe a. Tout vendeur ou distributeur est libre de choisir le format de cette communication. Les outils sont conformes à la teneur générale que les informations doivent respecter aux termes de l'article 5 de l'arrêté royal du 4 | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Vaststelling van de inhoud van de algemene informatie die beschikbaar dient te zijn in de verkooppunten van pesticiden voor niet-professioneel gebruik en, in voorkomend geval, de modaliteiten (formaat, plaats t.o.v. de producten, enz.) volgens dewelke deze informatie moet geleverd worden Dit advies is opgesteld om uitvoering te geven aan het algemene kader van de wetgeving die wordt opgelegd door federale en gefedereerde overheden met betrekking tot het ter beschikking stellen van informatie omtrent pesticiden voor niet-professionelen aan de verkopers op de plaats van verkoop. Dit document is opgesteld door de NAPAN Task Force en goedgekeurd door de Interministeriële conferentie Leefmilieu op 25/06/2015. Het algemene kader is richtinggevend. Dit advies geeft uitvoering aan artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden, met inbegrip van hun gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling. Context en analyse Art. 6, lid 3 van de Richtlijn 2009/128 legt op om algemene informatie ter beschikking te stellen over het volgende: "risico's van pesticidengebruik voor gezondheid en milieu, met name wat betreft gevaren, blootstelling, correcte opslag, hantering, toepassing en veilige verwijdering in overeenstemming met de communautaire afvalwetgeving, alsmede over alternatieven met minder risico's". Deze bepaling wordt door de Richtlijn opgelegd voor gewasbeschermingsmiddelen. Ter implementatie door de federale en gefedereerde entiteiten noteren we het volgende : De federale overheid zette deze bepaling om in zijn Koninklijk Besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden, met inbegrip van hun gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling, artikel 5. Deze bepaling komt ook texto in het Federaal Plan voor Reductie van Pesticiden. De Vlaamse overheid nam deze bepaling ook over op 2 manieren. In de eerste plaats in het Decreet van 8 februari 2013, houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaamse Gewest, artikel 10, maar hier wordt de plaats van verkoop niet specifiek vermeld, dus het betreft een bredere informatiecampagne. In de 2de plaats zijn er de bepalingen in het Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik die voor het ter beschikking stellen van informatie op plaats van de verkooppunten een akkoord voorziet met de federale en gefedereerde entiteiten. Deze actie is eveneens gekaderd in een breed communicatie- en sensibilisatiebeleid voor een vermindering van het pesticidengebruik. De overheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nam deze bepaling over in algemene termen, in zijn ordonnantie van 20 juni 2013, betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De overheid van het Waals Gewest voorziet in zijn "Programme wallon de réduction des pesticides" een akkoord met de federale en gefedereerde entiteiten voor het ter beschikking stellen van informatie op de plaats van verkoop en voorziet extra maatregelen omtrent communicatie aan het grote publiek met betrekking tot een neutrale en actuele informatie omtrent goede praktijken, kennis van de risico's, alternatieve technieken en verminderen van het gebruik van pesticiden en biociden. De toegang wordt voorzien via verschillende websites alsook een gratis telefoonnummer. De verschillende Belgische overheden hebben de bepalingen met betrekking tot pesticiden op verschillende wijze omgezet. De federale bepalingen zijn van toepassing op alle gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Voor het Vlaams gewest zijn de bepalingen alleen van toepassing op pesticiden die gebruikt worden in open lucht. Het Brussels Hoofdstedelijk gewest en het Waals Gewest beperken zich tot gewasbeschermingsmiddelen conform het huidige toepassingsgebied van de Richtlijn 2009/128/EG. Het invullen van de verplichting op de plaats van verkoop Na analyse van de context en rekening houdend met het wetgevend kader, worden voor de verkooppunten volgende leidraden meegedeeld. Deze richtlijnen richten zich tot alle distributeurs en verkopers van gewasbeschermingsmiddelen voor niet professioneel gebruik en de distributeurs en verkopers van biociden voor niet professioneel gebruik die ook gewasbeschermingsmiddelen aanbieden. Welke informatie moet ter beschikking gesteld worden? (1) De volgende informatie moet ter beschikking worden gesteld : a) Een communicatiemiddel voor de consument, met hierin minstens de wettelijk verplichte informatie (goed gebruik van pesticiden, alternatieven met minder risico) waarvan de inhoud gebaseerd is op de algemene tekst in bijlage a. Elke verkoper of distributeur heeft de vrijheid om het formaat van deze communicatie te kiezen. De communicatiemiddelen stemmen overeen met de algemene inhoud aan dewelke de informatie moet voldoen volgens art. 5 van het KB van 4 |
| septembre 2012. | september 2012. |
| b) Une communication relative aux moyens de lutte alternatifs, | b) Een communicatie inzake de alternatieve bestrijdingsmiddelen |
| reprises en annexe b, qui sont disponibles sur le point de vente. Ici | opgenomen in bijlage b die te vinden zijn in het verkooppunt. Ook hier |
| aussi, le vendeur ou distributeur est libre de définir lui-même le | heeft de verkoper of distributeur de vrijheid om het formaat zelf te |
| format, mais cet outil de communication doit être un outil "isolé", | bepalen, maar dit communicatiemiddel is wel een "stand-alone"-tool en |
| distinct de la communication visée sous 1a. | apart van de communicatie bedoeld onder 1a. |
| c) Le support d'information fera référence au site web de l'accord | c) De informatiedrager zal verwijzen naar de website van het |
| sectoriel ou au site web développé par les autorités. Tous les outils | sectorakkoord of naar de door de overheid ontwikkelde website. Alle |
| de communication développés par les autorités seront intégralement | door de overheid ontwikkelde communicatiemiddelen zullen integraal te |
| repris sur ces sites web. | vinden zijn op deze websites. |
| A proximité des produits, il est permis de faire référence au call | In de nabijheid van de producten mag worden verwezen naar het |
| center de l'accord sectoriel et au site web où des informations | callcenter van het sectorakkoord en naar de website waar bijkomende |
| complémentaires peuvent être obtenues. | informatie bekomen kan worden |
| (2) A partir du texte en annexe a, les autorités fédérales et fédérées | (2) Op basis van de tekst in bijlage a zullen de federale en |
| développent des outils de communication. Ceux-ci seront mis à | gefedereerde overheden communicatiemiddelen ontwikkelen. Deze middelen |
| disposition sous forme électronique et intégralement repris sur le | zullen digitaal ter beschikking worden gesteld en integraal |
| site web de l'accord sectoriel et sur le site développé par les | overgenomen worden op de door de website van het sectorakkoord en de |
| autorités. Les distributeurs doivent assurer eux-mêmes soit | overheid ontwikkelde website. De distributeurs moeten zelf voorzien |
| l'impression, soit l'utilisation du contenu sur leurs propres supports | ofwel voor de afdruk ofwel voor het gebruik van de inhoud in eigen |
| de communication et la mise à disposition de ceux-ci sur le lieu de | communicatiedragers en het ter beschikking stellen hiervan op de |
| vente. | plaats van verkoop. |
| (3) Pour satisfaire à l'obligation 1(a), les responsables des points | (3) Om aan de verplichting (1a) te voldoen, zijn de verantwoordelijken |
| de vente sont libres d'élaborer d'autres outils de communication, pour | van de verkooppunten vrij om andere communicatiemiddelen te |
| autant que : | ontwikkelen, onder volgende voorwaarden: |
| a) les informations soient conformes, quant à leur teneur, à celles | a) de informatie stemt inhoudelijk overeen met de informatie zoals |
| définies en annexe a; | bepaald in bijlage a; |
| b) les informations ne comportent ni publicité ni indication de | b) de informatie is vrij van publiciteit en/of merknamen. |
| marques déposées. | |
| Préalablement à leur publication, les outils de communication | Voorafgaand aan de publicatie mogen de ontwikkelde |
| développés peuvent être soumis à une validation par le Service public | communicatiemiddelen voorgelegd worden ter validatie door de Federale |
| fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et | Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en |
| Environnement en concertation avec la Task Force NAPAN. La validation | Leefmilieu in overleg met de NAPAN Task Force. Voorafgaandelijke |
| préalable à l'affichage n'est pas obligatoire mais les outils devront | validatie is niet verplicht, maar de affiche zal uiteindelijk moeten |
| in fine être validés, au plus tard sur requête des services de | worden gevalideerd, uiterlijk op verzoek van de contolediensten. |
| contrôle. L'autorité communique alors dans les 30 jours ses remarques ou son approbation et publie les versions approuvées sur le site du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement. (4) Les outils de communication, développés conformément au point (2) ou (3), ainsi que les informations concernant les alternatives aux produits phytopharmaceutiques (voir annexe b) doivent être disponibles en permanence. Ils seront placés bien en évidence, de manière à être aisément accessibles et lisibles, au niveau du rayon « pesticides » ou à proximité de chaque pesticide. Quels sont les produits soumis à cette obligation? (5) Cette obligation s'applique à tous les produits phytopharmaceutiques ainsi qu'aux biocides vendus là où l'on vend également des produits phytopharmaceutiques. Sont principalement visés: les biocides de type PT2 (désinfection des piscines et produits anti-dépôts verts), PT8 (produits de protection du bois), PT14 (rodenticides) et PT18 (insecticides). Si certains points de vente de produits biocides sont dispensés de cette obligation, c'est en raison de la très grande diversité de la gamme des biocides. Le texte de base figurant en annexe a du présent document ne concorde pas toujours et/ou manque de nuances pour développer des outils de communication adaptés pour le lieu de vente des biocides (p. ex. pharmacies). Connaissances et informations liées aux alternatives présentant un faible risque (6) Les connaissances concernant les alternatives sont spécifiques à chaque produit et ne sont pas reprises in extenso dans les informations générales figurant en annexe. Cependant, il y a une information générale sur les alternatives pour les produits phytopharmaceutiques en annexe b. Ces informations seront communiquées au moyen d'un avis actif donné sur le lieu de la vente ou via un call-center. Dans la mesure où ils disposent d'une phytolicence P3 ou NP (vente-conseil) les vendeurs doivent pouvoir délivrer ces informations. Ils sont également censés informer le consommateur correctement concernant les alternatives à la lutte chimique. (7) Les entités fédérées développent à cette fin des outils de communication spécifiques qui peuvent être mis à disposition sur le lieu de vente. Contrôle (8) Le contrôle du lieu de vente doit contribuer à une politique de sensibilisation à grande échelle en faveur d'une utilisation durable des pesticides. C'est au vendeur et non aux pouvoirs publics que l'article 6, paragraphe 3, de la Directive 2009/128 impose de communiquer des informations. Dans le cadre d'un contrôle, il faut tenir compte du fait qu'on dispose de très peu de temps pour communiquer ces informations et que, tout comme la disponibilité de l'information, la manière dont on la communique et le contenu de celle-ci ont une grande importance. (9) Les services de contrôle peuvent prendre des sanctions à l'égard des responsables de lieux de vente de produits phytopharmaceutiques qui auraient omis de délivrer les informations prévues aux points (1), (2) ou (3). Les sanctions décrites sous les dispositions de l'art 17 de la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant pour but la promotion de modes et de consommation durables et la protection de l'environnement, de la santé et des travailleurs sont d'application. (10) Les autorités compétentes pourront en outre évaluer les connaissances des détenteurs d'une phytolicence en ce qui concerne les dangers, l'exposition, les conditions appropriées de stockage et les consignes à respecter pour la manipulation, l'application et l'élimination sans danger, conformément à la législation communautaire en matière de déchets, des produits spécifiques qui sont mis en vente sur le lieu de vente. Il en va de même pour ce qui concerne les alternatives présentant un faible risque. Dans ce cas, ils interviennent uniquement pour apporter les ajustements qui s'imposent, dans un souci d'amélioration de la qualité de l'information de la part des vendeurs. Ceci est également valable pour ce qui concerne les techniques et les moyens de communication utilisés. Cette observation est alors inscrite dans le rapport d'inspection. Dans le cas d'un call-center, l'accès à l'information doit être aisé, rapide et gratuit pour le client. Annexes (disponibles sur www.info-pesticide.be) a. Guide qui constitue la base pour le développement d'outils de communication. b. Tableau qui reprend les alternatives aux produits | Desgevallend geeft de overheid binnen 30 dagen zijn bemerkingen of goedkeuring en publiceert de goedgekeurde versies op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. (4) De communicatiemiddelen, ontwikkeld conform punt (2) of (3), en de informatie in verband met de alternatieven voor gewasbeschermingsmiddelen (zie bijlage b) moeten steeds beschikbaar zijn. Ze moeten duidelijk zichtbaar en leesbaar worden opgesteld, zodat ze gemakkelijk toegankelijk zijn, ter hoogte van de rayon "pesticiden" of in de nabijheid van elk pesticide. Op welke producten is deze verplichting van toepassing? (5) Deze verplichting is van toepassing op alle gewasbeschermingsmiddelen, evenals op biociden die verkocht worden op plaatsen waar ook gewasbeschermingsmiddelen verkocht worden. Hiermee worden voornamelijk biociden van PT2 (ontsmetting van zwembaden en anti-groen-middelen), PT8 (houtbeschermingsmiddelen), PT14 (rodenticiden) en PT18 (insecticiden) geviseerd. Het feit dat sommige verkoopplaatsen van biociden worden vrijgesteld van deze verplichting verklaart zich omwille van het zeer diverse gamma van biociden. De basistekst opgenomen in bijlage a van dit document stemt niet altijd overeen en/of is niet genuanceerd genoeg om gepaste communicatiemiddelen voor de plaats van verkoop van biociden (bvb apotheken) te ontwikkelen. Kennis en informatie over alternatieven met minder risico (6) De kennis over alternatieven is productspecifiek en is niet in extenso opgenomen in de algemene informatie in bijlage. Er is echter wel algemene informatie over de alternatieven voor gewasbeschermingsmiddelen vermeld in bijlage b. Deze informatie zal worden overgebracht door een actief advies dat op de plaats van verkoop wordt gegeven of via een call-center. Voor zover zij beschikken over een fytolicentie P3 of NP (verkoop-advies) moeten de verkopers in staat zijn om deze informatie te verschaffen. Eveneens worden zij geacht de consument correct te informeren over het gebruik van alternatieven voor chemische bestrijding. (7) De gefedereerde entiteiten ontwikkelen specifieke communicatiemiddelen hiertoe, die ter beschikking kunnen gesteld worden op de plaats van verkoop. Handhaving (8) De controle op de plaats van verkoop moet bijdragen tot een breed sensibiliseringsbeleid voor het duurzaam gebruik van pesticiden. De bepaling van art 6, lid 3 van de Verordening 2009/128 stelt dat niet de overheid, maar wel de verkoper informatie moet communiceren. In het kader van een controle moeten in rekening worden gebracht dat de tijd om deze informatie te communiceren beperkt is en dat niet alleen de beschikbaarheid van de informatie, maar ook de manier waarop deze gecommuniceerd wordt en de inhoud ervan van belang zijn. (9) Controlediensten kunnen sanctionerend optreden tegenover de verantwoordelijken van plaatsen van verkoop van gewasbeschermingsmiddelen indien zij zouden nagelaten hebben de informatie, vermeld in punt (1), (2) of (3) te verstrekken. De sancties omschreven in de bepalingen van art. 17 van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu de volksgezondheid en de werknemers zijn van toepassing. (10) De bevoegde overheden kunnen daarenboven de kennis van fytolicentiehouders testen met betrekking tot gevaren, blootstelling, correcte opslag, hantering, toepassing en veilige verwijdering in overeenstemming met de communautaire afvalwetgeving, van de specifieke producten die te koop worden gesteld op de plaats van verkoop. Hetzelfde geldt voor de alternatieven met minder risico's. Hierbij wordt uitsluitend bijsturend opgetreden, met het oog op het verbeteren van de kwaliteit van de door de verkopers verstrekte informatie. Dit geldt ook voor de aangewende communicatietechnieken en -middelen. Deze constatering wordt dan vermeld in het inspectieverslag. In geval van een callcenter, moet de toegang tot de informatie voor de klant gemakkelijk, vlot en gratis zijn. Bijlage (te vinden op www.info-pesticide.be) a. Gids op basis waarvan communicatiemiddelen kunnen ontwikkeld worden. b. Tabel met de alternatieven voor gewasbeschermingsmiddelen. |
| phytopharmaceutiques. |