← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 3 novembre
2010 en cause de Olivier Brants et Christel Degrie contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue
au greffe de la Cour le 8 novembre 2010, le Tr « Les articles 285 à 289 du Code des impôts sur les revenus 1992 lus
en combinaison avec l'article (...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 3 novembre 2010 en cause de Olivier Brants et Christel Degrie contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 8 novembre 2010, le Tr « Les articles 285 à 289 du Code des impôts sur les revenus 1992 lus en combinaison avec l'article (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 3 november 2010 in zake Olivier Brants en Christel Degrie tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 nov « Schenden de artikelen 285 tot 289 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in samenhang (...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 3 novembre 2010 en cause de Olivier Brants et Christel | januari 1989 Bij vonnis van 3 november 2010 in zake Olivier Brants en Christel |
| Degrie contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe | Degrie tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van |
| de la Cour le 8 novembre 2010, le Tribunal de première instance de | het Hof is ingekomen op 8 november 2010, heeft de Rechtbank van eerste |
| Liège a posé la question préjudicielle suivante : | aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 285 à 289 du Code des impôts sur les revenus 1992 lus | « Schenden de artikelen 285 tot 289 van het Wetboek van de |
| en combinaison avec l'article 19, A, § 1, al. 2, de la Convention | inkomstenbelastingen 1992, in samenhang gelezen met artikel 19, A, § |
| préventive de la double imposition conclue entre la Belgique et la | 1, tweede lid, van het Dubbelbelastingverdrag afgesloten tussen België |
| France le 10 mars 1964, violent-ils les articles 10 et 11 de la | en Frankrijk op 10 maart 1964, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
| Constitution en ce qu'ils excluent l'application de la quotité | in zoverre zij de toepassing van het forfaitaire gedeelte van |
| forfaitaire d'impôt étranger aux résidents belges (agissant à titre | buitenlandse belasting op Belgische inwoners (handelend op private |
| privé) percevant certains revenus mobiliers d'origine étrangère (ici | titel) die bepaalde roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong |
| française) et qu'ils entraînent, ce faisant, une pression fiscale | (hier Franse) innen, uitsluiten en zodoende een algehele fiscale druk |
| totale de ces revenus plus lourde que si ces mêmes résidents belges | van die inkomsten teweegbrengen die zwaarder is dan wanneer diezelfde |
| (agissant à titre privé) avaient perçu les mêmes revenus mobiliers | Belgische inwoners (handelend op private titel) dezelfde roerende |
| mais de source belge ? ». | inkomsten, evenwel van Belgische oorsprong, hadden geïnd ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 5054 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 5054 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |