← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugements du 24 novembre 2006 en cause respectivement de la société de droit néerlandais « Kuijer & Partners
» contre la SPRL « DD Agencies » et 1. « La combinaison
des articles 4 et 10, 1°, de la loi du 20 juillet 2005 modifiant la loi du 8 ao(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugements du 24 novembre 2006 en cause respectivement de la société de droit néerlandais « Kuijer & Partners » contre la SPRL « DD Agencies » et 1. « La combinaison des articles 4 et 10, 1°, de la loi du 20 juillet 2005 modifiant la loi du 8 ao(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnissen van 24 november 2006 in zake respectievelijk de vennootschap naar Nederlands recht « Kuijer & Partners » tegen de BVBA « DD Age 1. « Schendt de combinatie van de artikelen 4 en 10, 1°, van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugements du 24 novembre 2006 en cause respectivement de la | Bij vonnissen van 24 november 2006 in zake respectievelijk de |
société de droit néerlandais « Kuijer & Partners » contre la SPRL « DD | vennootschap naar Nederlands recht « Kuijer & Partners » tegen de BVBA |
Agencies » et autres, et de la SA « KBC Bank » contre Noël Heemeryck | « DD Agencies » en anderen, en de NV « KBC Bank » tegen Noël Heemeryck |
et José Heemeryck, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la | en José Heemeryck, waarvan de expedities ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 22 décembre 2006, le Tribunal de première instance | Arbitragehof zijn ingekomen op 22 december 2006, heeft de Rechtbank |
d'Ypres a posé les questions préjudicielles suivantes : | van eerste aanleg te Ieper de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « La combinaison des articles 4 et 10, 1°, de la loi du 20 juillet | 1. « Schendt de combinatie van de artikelen 4 en 10, 1°, van de wet |
2005 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, et portant des | van 20 juli 2005 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus |
dispositions fiscales diverses (Moniteur belge du 28 juillet 2005) | 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen (Belgisch Staatsblad van |
viole-t-elle les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que ces | 28 juli 2005) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat deze |
articles instaurent, sans aucune justification raisonnable, une | artikelen zonder enige redelijke verantwoording een verschil in |
différence de traitement entre, d'une part, les créanciers disposant | behandeling invoeren tussen enerzijds schuldeisers die beschikken over |
de sûretés personnelles dans de nouvelles faillites, qui s'ouvrent à | persoonlijke zekerheden in nieuwe faillissementen, die openvallen |
partir de la date d'entrée en vigueur de la loi du 20 juillet 2005, | vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005, |
attendu qu'en application de l'article 4, les créanciers, pour de | vermits ingevolge artikel 4 de schuldeisers voor de nieuwe |
nouvelles faillites qui s'ouvrent à partir de la date d'entrée en | faillissementen, die openvallen vanaf de datum van inwerkingtreding |
vigueur de la loi du 20 juillet 2005, doivent seulement mentionner les | van de wet van 20 juli 2005, enkel opgave dienen te doen van de |
personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont constituées sûreté | natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben |
personnelle du failli, alors qu'en vertu de l'article 10 de cette même | gesteld voor de gefailleerde daar waar krachtens artikel 10 van |
diezelfde wet de schuldeisers | |
loi, les créanciers - pour les faillites en cours et non encore | - voor de lopende faillissementen die nog niet afgesloten zijn op het |
clôturées au moment de l'entrée en vigueur de la loi du 20 juillet | ogenblik van de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005 - opgave |
2005 - doivent mentionner toutes les sûretés personnelles sans | dienen te doen van alle persoonlijke zekerstellers zonder onderscheid, |
distinction, faute de quoi celles-ci sont déchargées ? »; | bij gebrek waaraan die zekerstellers bevrijd zijn ? »; |
2. « L'article 10, 1°, de la loi du 20 juillet 2005 modifiant la loi | 2. « Schendt artikel 10, 1°, van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging |
du 8 août 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales | van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse |
diverses (Moniteur belge du 28 juillet 2005) viole-t-il les articles | fiscale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 28 juli 2005) de artikelen |
10 et 11 de la Constitution, en ce que cet article prévoit, pour les | 10 en 11 van de Grondwet, doordat dit artikel voor de lopende |
faillites en cours et non encore clôturées au moment de l'entrée en | faillissementen die nog niet afgesloten zijn op het ogenblik van de |
vigueur de la loi du 20 juillet 2005, la sanction de la décharge de la | inwerkingtreding van de wet van 20 juli 2005 voorziet in de sanctie |
sûreté personnelle en cas de défaut de mention par le créancier, alors | van bevrijding van de persoonlijke zekersteller bij gebrek aan opgave |
que l'obligation de mention - eu égard à la finalité de la loi du 20 | door de schuldeiser, daar waar de opgaveplicht - gelet op de |
juillet 2005 - ne peut avoir pour but que d'informer de la possibilité | finaliteit van de wet van 20 juli 2005 - enkel tot doel kan hebben de |
de décharge les personnes qui peuvent réellement y prétendre, à savoir | personen die daadwerkelijk in aanmerking kunnen komen voor de |
les personnes physiques qui, à titre gratuit, se sont constituées | bevrijding, met name de natuurlijke personen die zich kosteloos |
sûreté personnelle, cependant qu'en raison de la formulation peu | persoonlijk zeker hebben gesteld van die mogelijkheid op de hoogte te |
nuancée de l'article 10, 1°, de la loi du 20 juillet 2005, les sûretés | brengen, terwijl door de ongenuanceerde formulering van art. 10, 1°, |
personnelles qui n'entrent pas en ligne de compte pour la décharge, | van de wet van 20 juli 2005 ook persoonlijke zekerstellers die niet |
telles les personnes morales qui se sont constituées sûreté | voor de bevrijding in aanmerking komen, zoals rechtspersonen die zich |
personnelle ou les personnes physiques dont la sûreté n'est pas | persoonlijk zeker gesteld hebben of natuurlijke personen wiens |
gratuite, sont déchargées par le simple fait qu'elles ne sont pas | zekerstelling niet kosteloos is, bevrijd worden door het enkele feit |
mentionnées et alors que les personnes précitées - si elles étaient | dat zij niet werden opgegeven en terwijl de voormelde personen - |
effectivement mentionnées - n'entreraient même pas en ligne de compte | indien zij wel zouden opgegeven worden - niet eens voor de bevrijding |
pour la décharge parce qu'elles ne sont pas des personnes physiques ou | in aanmerking zouden komen omdat zij geen natuurlijke personen zijn of |
parce que leur engagement n'est pas gratuit ? »; | omdat hun engagement niet kosteloos is ? »; |
3. « L'article 10, 1°, de la loi du 20 juillet 2005 modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales diverses (Moniteur belge du 28 juillet 2005) et l'article 63 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel qu'il a été modifié par ladite loi du 20 juillet 2005, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'en vertu de ces articles, les sûretés personnelles sont libérées de plein droit par le simple fait que le créancier n'a pas mentionné, dans le délai fixé respectivement par l'article 10, 1°, de la loi du 20 juillet 2005 et par l'article 63 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, les nom, prénom et adresse de cette sûreté personnelle, sans que celle-ci doive réunir les conditions fixées par l'article 80, alinéa 3, de la loi sur les faillites, à savoir l'absence d'insolvabilité frauduleuse, d'une part, et la disproportion entre l'obligation et les revenus et le patrimoine, d'autre part ? Une discrimination n'est-elle pas ainsi créée entre, d'une part, la sûreté personnelle dont le nom et l'adresse n'ont pas été mentionnés (dans les délais) par le créancier, laquelle ne doit faire aucune déclaration en vue d'obtenir une décharge et ne doit pas davantage remplir les conditions de l'article 80, alinéa 3, sur les faillites, et, d'autre part, toutes les autres sûretés personnelles qui, pour bénéficier de la décharge, doivent déposer une déclaration et remplir ces conditions ? ». Ces affaires, inscrites sous les numéros 4102 et 4103 du rôle de la Cour, ont été jointes. Le greffier, | 3. « Schenden artikel 10, 1°, van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 28 juli 2005) en artikel 63 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 zoals gewijzigd door voormelde wet van 20 juli 2005 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat krachtens deze artikelen de persoonlijke zekerstellers van rechtswege bevrijd worden omwille van het enkele feit dat de schuldeiser binnen de in artikel 10, 1°, van de wet van 20 juli 2005, respectievelijk artikel 63 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 gestelde termijn geen opgave heeft gedaan van naam, voornaam en adres van die persoonlijke zekersteller, zonder dat in hoofde van de zekersteller moet voldaan zijn aan de voorwaarden gesteld in artikel 80, derde lid faillissementswet, met name de afwezigheid van bedrieglijk onvermogen enerzijds en disproportionaliteit tussen verbintenis en inkomsten en vermogen anderzijds ? Wordt aldus geen discriminatie in het leven geroepen tussen enerzijds de persoonlijke zekersteller, wiens naam en adres niet (tijdig) door de schuldeiser werden opgegeven, die geen verklaring moet neerleggen met het oog op het bekomen van een bevrijding en ook niet aan de voorwaarden van artikel 80, derde lid faillissementswet moet voldoen, en alle andere persoonlijke zekerstellers die om in aanmerking te komen voor een bevrijding een verklaring moeten neerleggen en aan de voorwaarden voldoen ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4102 en 4103 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |