← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 13 juin 2005 en cause du ministère public contre M. Degrave et la s.a. Voeders Degrave, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la C " L'article 146, alinéas 3 et 4
[lire : 3° et 4°], du décret [de la Région flamande] du 18 mai(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 13 juin 2005 en cause du ministère public contre M. Degrave et la s.a. Voeders Degrave, dont l'expédition est parvenue au greffe de la C " L'article 146, alinéas 3 et 4 [lire : 3° et 4°], du décret [de la Région flamande] du 18 mai(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 13 juni 2005 in zake het openbaar ministerie tegen M. Degrave en de n.v. Voeders Degrave, waarvan de expeditie ter griffie van het " Schendt artikel 146, derde en vierde lid [lees : 3° en 4°], van het decreet [van het Vlaamse(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par jugement du 13 juin 2005 en cause du ministère public contre M. | Bij vonnis van 13 juni 2005 in zake het openbaar ministerie tegen M. |
| Degrave et la s.a. Voeders Degrave, dont l'expédition est parvenue au | Degrave en de n.v. Voeders Degrave, waarvan de expeditie ter griffie |
| greffe de la Cour d'arbitrage le 12 septembre 2005, le Tribunal de | van het Arbitragehof is ingekomen op 12 september 2005, heeft de |
| première instance d'Ypres a posé la question préjudicielle suivante : | Rechtbank van eerste aanleg te Ieper de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| " L'article 146, alinéas 3 et 4 [lire : 3° et 4°], du décret [de la | " Schendt artikel 146, derde en vierde lid [lees : 3° en 4°], van het |
| Région flamande] du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement | decreet [van het Vlaamse Gewest] op de ruimtelijke ordening van 18 mei |
| du territoire viole-t-il le principe constitutionnel de légalité | 1999 het grondwettelijk legaliteitsbeginsel, neergelegd in artikel 12, |
| inscrit à l'article 12, alinéa 2, et à l'article 14 de la | tweede lid, en artikel 14 van de Grondwet, aldus geïnterpreteerd dat |
| Constitution, s'il est interprété en ce sens qu'il ne trouve pas à | het geen toepassing kent op gebieden die in de ruimtelijke |
| s'appliquer aux zones que les plans d'exécution spatiaux ou les plans | uitvoeringsplannen of de plannen van aanleg zijn aangewezen als ' |
| d'aménagement désignent comme ' zones agricoles d'intérêt paysager ', | landschappelijk waardevolle agrarische gebieden ' doordat zulke |
| parce que ces zones doivent être réputées ' zones agraires à | gebieden moeten worden geacht ' agrarische gebieden met bijzondere |
| destination particulière ' et, dès lors, ' zones vulnérables ' ? ". | bestemming te zijn en mitsdien kwetsbare gebieden ' ? ". |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 3769 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 3769 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |