← Retour vers "Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus. - Impôts sur les revenus. - Avis concernant
les versements anticipés des conjoints aidants. - Exercice d'imposition 2006 GENERALITES En
principe, l'impôt afférent aux revenus prof Cette majoration peut toutefois être évitée en versant anticipativement cet impôt
à des périodes bi(...)"
Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus. - Impôts sur les revenus. - Avis concernant les versements anticipés des conjoints aidants. - Exercice d'imposition 2006 GENERALITES En principe, l'impôt afférent aux revenus prof Cette majoration peut toutefois être évitée en versant anticipativement cet impôt à des périodes bi(...) | Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit. - Inkomstenbelastingen. - Bericht betreffende de voorafbetalingen van meewerkende echtgenoten. - Aanslagjaar 2006 ALGEMEEN In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomst Die vermeerdering kan evenwel worden vermeden door die belasting op welbepaalde tijdstippen vooraf (...) |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus. - | Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit. - |
Impôts sur les revenus. - Avis concernant les versements anticipés des | Inkomstenbelastingen. - Bericht betreffende de voorafbetalingen van |
conjoints aidants. - Exercice d'imposition 2006 | meewerkende echtgenoten. - Aanslagjaar 2006 |
GENERALITES | ALGEMEEN |
En principe, l'impôt afférent aux revenus professionnels, notamment | In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomsten van |
des indépendants est majoré d'un pourcentage déterminé. | inzonderheid zelfstandigen met een bepaald percentage vermeerderd. |
Cette majoration peut toutefois être évitée en versant | Die vermeerdering kan evenwel worden vermeden door die belasting op |
anticipativement cet impôt à des périodes bien déterminées. | welbepaalde tijdstippen vooraf te betalen. |
Ceci est également applicable aux conjoints aidants dont les revenus | Dit geldt ook voor meewerkende echtgenoten van wie de inkomsten zijn |
sont visés soit à l'article 86 du Code des impôts sur les revenus 1992 | beoogd ofwel in artikel 86 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
soit aux articles 30, 3° et 33 du même Code. | 1992 (WIB 92), ofwel in de artikelen 30, 3° en 33, WIB 92. |
En vertu de l'article 7bis de l'arrêté royal n° 38 du 27 juillet 1967 | Krachtens artikel 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli |
organisant le statut social des travailleurs indépendants, inséré par | 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, |
l'article 11 de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002, remplacé par | ingevoegd door artikel 11 van de programmawet (I) van 24 december |
l'article 42 de la loi-programme du 8 avril 2003 et modifié par l'article 175 de la loi-programme du 27 décembre 2004, le conjoint aidant qui, pendant la période imposable, n'exerce pas d'activité professionnelle lui ouvrant des droits propres à des prestations dans un régime obligatoire de pension, d'allocations familiales et d'assurance contre la maladie et l'invalidité, au moins égales à celles du statut social des travailleurs indépendants, ni ne bénéficie d'une prestation dans le cadre du régime de la sécurité sociale lui ouvrant de tels droits propres est tenu sur le plan social de s'affilier personnellement au plus tard à partir du 3e trimestre de l'année 2005, au statut social des travailleurs indépendants appelé communément « maxi-statut », à l'exception cependant du conjoint aidant dont la date de naissance est antérieure au 1er janvier 1956. QUALIFICATION FISCALE DU REVENU DU CONJOINT AIDANT POUR L'ANNEE DE L'AFFILIATION AU MAXI-STATUT Pour l'année de l'affiliation obligatoire (année 2005) du conjoint-aidant au maxi-statut, toutes les attributions d'une quote-part de bénéfices ou de profits au conjoint aidant visé ci-avant seront considérées sur le plan fiscal, exclusivement comme des rémunérations de conjoint aidant visées aux articles 30, 3° et 33, du Code des impôts sur les revenus 1992 et ce même pour la partie de l'année où le conjoint aidant ne s'était pas encore affilié au maxi-statut. Ce régime fiscal est également applicable pour le conjoint aidant qui aura déjà opté volontairement pour l'assujettissement au maxi statut au cours du 1er ou du 2e trimestre de l'année 2005 ou des années 2003 et 2004. CONSEQUENCES SUR LE PLAN DE LA MAJORATION POUR ABSENCE OU INSUFFISANCE DE VERSEMENTS ANTICIPES A partir de l'exercice d'imposition 2005, lorsqu'une imposition commune est établie au nom des deux conjoints, la majoration pour absence ou insuffisance de versements anticipés est calculée dans le chef de chaque conjoint sur la base de ses propres revenus et compte tenu des versements anticipés qu'il a effectués en son nom propre. En dérogation à ce principe général, l'article 157, alinéa 2, CIR 92, prévoit toutefois que lorsqu'un conjoint qui attribue une partie de ses bénéfices ou de ses profits au conjoint aidant par application de l'article 86, CIR 92, a effectué des versements anticipés qui excèdent ceux nécessaires pour éviter la majoration dans son chef, le solde est utilisé pour éviter la majoration dans le chef du conjoint aidant. Cette dérogation n'est par contre pas applicable lorsqu'un conjoint attribue une partie de ses bénéfices ou profits à titre de rémunérations de conjoint aidant visées aux articles 30, 3° et 33, CIR 92. Il en résulte que les conjoints aidants qui se sont affiliés ou qui vont s'affilier (librement ou obligatoirement) en 2005, au maxi-statut visé ci-avant, et auxquels leur conjoint attribue une quote-part de ses bénéfices ou de ses profits qui doit être considérée comme des rémunérations de conjoint aidant visées aux articles 30, 3° et 33, CIR 92, ne pourront éviter la majoration pour absence ou insuffisance de versements anticipés qu'en effectuant des versements anticipés en leur propre nom. COHABITANTS LEGAUX Compte tenu de l'assimilation des cohabitants légaux aux personnes mariées, prévue par l'article 2, 2°, CIR 92, et entrée en vigueur à partir de l'exercice d'imposition 2005, les dispositions du présent | 2002, vervangen door artikel 42 van de programmawet van 8 april 2003 en gewijzigd door artikel 175 van de programmawet van 27 december 2004, is de meewerkende echtgenoot die gedurende het belastbare tijdperk geen beroepsactiviteit uitoefent die voor hem eigen rechten opent op uitkeringen in een verplichte regeling voor pensioenen, kinderbijslagen en ziekte- en invaliditeitsverzekering, die minstens gelijkwaardig zijn aan die van het sociaal statuut der zelfstandigen, noch een uitkering geniet in het raam van de sociale zekerheid die voor hem dergelijke eigen rechten opent, er op sociaal vlak toe gehouden zich ten laatste vanaf het 3e kwartaal van het jaar 2005 persoonlijk aan te sluiten bij het sociaal statuut der zelfstandigen, doorgaans « maxi-statuut » genoemd, met uitzondering van de meewerkende echtgenoot wiens geboortedatum gelegen is voor 1 januari 1956. FISCALE KWALIFICATIE VAN HET INKOMEN VAN DE MEEWERKENDE ECHTGENOOT VOOR HET JAAR VAN AANSLUITING BIJ HET MAXI-STATUUT Voor het jaar van verplichte aansluiting (jaar 2005) van de meewerkende echtgenoot bij het maxi-statuut, zullen op fiscaal vlak alle toekenningen van een deel van de winsten of de baten aan de voormelde meewerkende echtgenoot uitsluitend worden beschouwd als bezoldigingen van meewerkende echtgenoten zoals bedoeld in de artikelen 30, 3° en 33, WIB 92, zelfs voor het gedeelte van het jaar waarin de meewerkende echtgenoot zich nog niet had aangesloten bij het maxi-statuut. Dit fiscaal regime is eveneens van toepassing voor de meewerkende echtgenoot die reeds vrijwillig zou gekozen hebben voor de onderwerping aan het maxi-statuut in de loop van het eerste of het tweede kwartaal van het jaar 2005 of in de jaren 2003 en 2004. GEVOLGEN OP HET VLAK VAN DE VERMEERDERING INGEVAL GEEN OF ONTOEREIKENDE VOORAFBETALINGEN ZIJN GEDAAN Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd op naam van beide echtgenoten wordt de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan sedert aanslagjaar 2005 bij elke echtgenoot berekend op grond van zijn eigen inkomsten en rekening houdend met de op zijn eigen naam gedane voorafbetalingen. Als uitzondering op dit algemene principe bepaalt artikel 157, tweede lid, WIB 92, evenwel dat wanneer een echtgenoot die een deel van zijn winst of baten aan zijn meewerkende echtgenoot toekent met toepassing van artikel 86, WIB 92, voorafbetalingen heeft gedaan die meer bedragen dan die welke nodig zijn om bij hem de vermeerdering te vermijden, het overschot wordt aangewend om de vermeerdering bij de meewerkende echtgenoot te vermijden. Die uitzondering is daarentegen niet van toepassing wanneer een echtgenoot een deel van zijn winst of baten toekent als in artikel 30, 3° en 33, WIB 92, bedoelde bezoldigingen van meewerkende echtgenoten. Daaruit volgt dat de meewerkende echtgenoten die zich in 2005 (vrijwillig of verplicht) bij het bovenbedoelde maxi-statuut hebben aangesloten of zullen aansluiten, en aan wie hun echtgenoot een deel van zijn winst of zijn baten toekent dat als bezoldigingen van meewerkende echtgenoot moet worden aangemerkt als bedoeld in de artikelen 30, 3° en 33, WIB 92, de vermeerdering in geval van geen of ontoereikende voorafbetalingen alleen kunnen vermijden door voorafbetalingen te doen op hun eigen naam. De aandacht van die meewerkende echtgenoten wordt er dan ook op gevestigd dat zij de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan alleen kunnen vermijden door voorafbetalingen te doen op hun eigen naam. WETTELIJK SAMENWONENDEN Rekening houdend met de in artikel 2, 2°, WIB 92, bepaalde gelijkstelling van de wettelijk samenwonenden met de gehuwden vanaf aanslagjaar 2005, gelden de bepalingen van dit bericht eveneens voor |
avis sont également applicables aux cohabitants légaux. | de wettelijk samenwonenden. |