← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 14 août 2003 en cause de E. Vyncke, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage
le 29 septembre 2003, le Tribunal de « L'article 361, § 2, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution
en ce (...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 14 août 2003 en cause de E. Vyncke, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 29 septembre 2003, le Tribunal de « L'article 361, § 2, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 14 augustus 2003 in zake E. Vyncke, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 september 2003, heeft « Schendt artikel 361, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet d(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par jugement du 14 août 2003 en cause de E. Vyncke, dont l'expédition | Bij vonnis van 14 augustus 2003 in zake E. Vyncke, waarvan de |
| est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 29 septembre 2003, le Tribunal de la jeunesse de Bruges a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 361, § 2, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il dispose que lorsque l'adopté est l'enfant ou l'enfant adoptif du conjoint de l'adoptant, les droits de l'autorité parentale sont exercés par les deux époux et en ce que cet effet attribué au mariage n'est pas étendu aux partenaires de même sexe qui ont fait une déclaration de cohabitation légale, alors que l'exercice conjoint de l'autorité parentale par deux partenaires de sexe différent cohabitant légalement est devenu possible à la suite de l'arrêt de la Cour d'arbitrage no 154/2001 du 28 novembre 2001 ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 2792 du rôle de la Cour. Le greffier, | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 september 2003, heeft de Jeugdrechtbank te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 361, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat dit artikel bepaalt dat wanneer de geadopteerde een kind of adoptief kind is van de echtgenoot van de adoptant, de rechten van het ouderlijk gezag door beide echtgenoten worden uitgeoefend en dit gevolg dat aan het huwelijk wordt gekoppeld niet wordt uitgebreid tot partners van hetzelfde geslacht die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, terwijl gezamenlijke gezagsuitoefening door beide partners wel mogelijk is geworden voor wettelijk samenwonende partners van verschillend geslacht ingevolge het arrest nr. 154/2001 van het Arbitragehof van 28 november 2001 ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2792 van de rol van het Hof. De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |