← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 8 novembre 2002 en cause de R. Hertsens et D. De Graef contre l'Etat belge, dont l'expédition
est parvenue au greffe de la Cour d'arbitr « L'article 145/1, 3 0 ,
du C.I.R. 1992, applicable aux exercices d'imposition 1995, 1996 (...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 8 novembre 2002 en cause de R. Hertsens et D. De Graef contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitr « L'article 145/1, 3 0 , du C.I.R. 1992, applicable aux exercices d'imposition 1995, 1996 (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 8 november 2002 in zake R. Hertsens en D. De Graef tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof « Schendt artikel 145/1, 3 0 , W.I.B. 1992, zoals van toepassing voor de aanslagjaren 1995(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 8 novembre 2002 en cause de R. Hertsens et D. De Graef | Bij vonnis van 8 november 2002 in zake R. Hertsens en D. De Graef |
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 29 novembre 2002, le Tribunal de première instance | Arbitragehof is ingekomen op 29 november 2002, heeft de Rechtbank van |
de Louvain a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 145/1, 30, du C.I.R. 1992, applicable aux exercices | « Schendt artikel 145/1, 30, W.I.B. 1992, zoals van toepassing voor de |
d'imposition 1995, 1996 et 1997, viole-t-il les articles 10 et 11 de | aanslagjaren 1995, 1996 en 1997, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
la Constitution en ce que, lorsque des époux bâtissent ensemble une | doordat wanneer echtgenoten samen een gezinswoning bouwen op een stuk |
habitation familiale sur une parcelle de terrain qui est la propriété | grond dat eigendom is van één van hen, en voor de bouw van deze woning |
de l'un d'entre eux et qu'ils contractent un emprunt hypothécaire en | samen een hypothecaire lening aangaan, de echtgenoot die geen eigenaar |
vue de la construction de cette habitation, l'époux qui n'est pas | is van de grond de sommen besteed tot aflossing van de lening niet van |
propriétaire du terrain ne peut déduire de ses revenus imposables les | |
sommes affectées à l'amortissement de l'emprunt ? » | zijn belastbare inkomsten kan aftrekken ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2576 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2576 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |