← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 30 octobre 2001 en cause de H. Claes et E. Verlinden contre la s.a. KBC Bank, dont l'expédition
est parvenue au greffe de la Cour d'arbit « Les articles 50, alinéa 2, et 1034 du
Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Con(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 30 octobre 2001 en cause de H. Claes et E. Verlinden contre la s.a. KBC Bank, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbit « Les articles 50, alinéa 2, et 1034 du Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Con(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 30 oktober 2001 in zake H. Claes en E. Verlinden tegen de n.v. KBC Bank, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is i « Schenden de artikelen 50, alinea 2, en 1034 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 va(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 30 octobre 2001 en cause de H. Claes et E. Verlinden | Bij vonnis van 30 oktober 2001 in zake H. Claes en E. Verlinden tegen |
contre la s.a. KBC Bank, dont l'expédition est parvenue au greffe de | de n.v. KBC Bank, waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour d'arbitrage le 21 novembre 2001, le Tribunal de première | Arbitragehof is ingekomen op 21 november 2001, heeft de Rechtbank van |
instance de Louvain a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 50, alinéa 2, et 1034 du Code judiciaire violent-ils | « Schenden de artikelen 50, alinea 2, en 1034 van het Gerechtelijk |
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le délai d'un mois | Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de termijn van |
prévu pour former opposition, visé à l'article 1034 du Code | één maand voor het instellen van verzet, bepaald in artikel 1034 van |
judiciaire, lorsqu'il prend cours et expire pendant les vacances | het Gerechtelijk Wetboek, ingeval hij begint te lopen en verstrijkt |
binnen de gerechtelijke vakantie, niet verlengd wordt overeenkomstig | |
judiciaires, n'est pas prorogé conformément à l'article 50, alinéa 2, | artikel 50, alinea 2, van het Gerechtelijk Wetboek terwijl deze |
du Code judiciaire, cependant que cette prorogation vaut pour les | verlenging wel geldt voor de rechtsmiddelen bedoeld in o.m. de |
voies de recours visées entre autres aux articles 1048 et 1051 du Code judiciaire ? » | artikelen 1048 en 1051 van het Gerechtelijk Wetboek ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2291 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2291 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |