← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage a.
Par ordonnance du 21 avril 2000 en cause de S. Verbracken, dont l'expédition est parvenue au greffe de
la Cour d'arbitrage le 25 avril 2000, le Tribun « L'article 16 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, spécialement
en ses(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage a. Par ordonnance du 21 avril 2000 en cause de S. Verbracken, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 25 avril 2000, le Tribun « L'article 16 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, spécialement en ses(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij beschikking van 21 april 2000 in zake S. Verbracken, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 25 april 2000, h « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen 5 e(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
a. Par ordonnance du 21 avril 2000 en cause de S. Verbracken, dont | a. Bij beschikking van 21 april 2000 in zake S. Verbracken, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 25 avril | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 25 april |
2000, le Tribunal correctionnel de Namur a posé la question | 2000, heeft de Correctionele Rechtbank te Namen de volgende |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 16 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention | |
préventive, spécialement en ses paragraphes 2 à 4, viole-t-il les | |
articles 10 et 11 de la Constitution, éventuellement coordonnés aux | « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang |
articles 5 et 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits | gelezen met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag tot |
de l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il ne confère pas à l'inculpé(e) le droit d'être assisté par un avocat et d'avoir accès au dossier répressif dès avant le premier interrogatoire par le juge d'instruction et à l'occasion de cet interrogatoire préalable au décernement du mandat d'arrêt, alors que, pour des faits identiques et si le ministère public fait choix de la procédure dite de comparution immédiate, l'article 20bis, § 1er, alinéas 2 à 4, §§ 2 et 3, de la loi du 28 mars 2000 insérant une procédure de comparution immédiate en | bescherming de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, geschonden door artikel 16 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, en met name door de paragrafen 2 tot 4 ervan, doordat het de verdachte niet het recht verleent te worden bijgestaan door een advocaat en het strafdossier te raadplegen nog vóór het eerste verhoor door de onderzoeksrechter en ter gelegenheid van dat aan de uitvaardiging van het bevel tot aanhouding voorafgaand verhoor, terwijl voor identieke feiten en indien het openbaar ministerie kiest voor de zogenoemde procedure van onmiddellijke verschijning, artikel 20bis, § 1, tweede tot vierde lid, § 2 en § 3, van de wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure van onmiddellijke verschijning in |
matière pénale, confère pareilles garanties au prévenu ? » | strafzaken, wel zulke waarborgen verleent aan de beklaagde ? » |
b. Par jugement du 19 juin 2000 en cause du procureur du Roi contre S. | b. Bij vonnis van 19 juni 2000 in zake de procureur des Konings tegen |
Verbracken, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | S. Verbracken, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
d'arbitrage le 26 juin 2000, le Tribunal correctionnel de Namur a posé | is ingekomen op 26 juin 2000, heeft de Correctionele Rechtbank te |
la question préjudicielle précitée et la suivante : | Namen de voormelde alsmede de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 21, § 1er, §§ 5 et 6, 22 et 26, § 3, de la loi du 20 | « Schenden de artikelen 21, § 1, § 5 en § 6, 22 en 26, § 3, van de wet |
juillet 1990 relative à la détention préventive, violent-ils les | van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, de artikelen 10 |
articles 10 et 11 de la Constitution, éventuellement coordonnés aux | en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met de artikelen |
articles 5 et 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits | 5 en 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de |
de l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'ils ne permettent | mens en de fundamentele vrijheden, doordat ze het de verdachte, in |
pas à l'inculpé, détenu, par les délais qu'ils imposent de manière | hechtenis door de termijnen die ze dwingend opleggen voor het |
impérative pour statuer sur le maintien de la détention préventive en | beslissen over de handhaving van de voorlopige hechtenis en voor de |
cours et sur le renvoi de l'inculpé devant la juridiction de jugement, | verwijzing van verdachte naar het rechtsprekende college, niet |
d'être jugé dans un délai maximum de 7 jours à dater de la délivrance | mogelijk maken te worden berecht binnen een termijn van maximum 7 |
dagen vanaf de uitvaardiging van het bevel tot aanhouding door de | |
du mandat d'arrêt par le juge d'instruction, alors que pour des faits | onderzoeksrechter, terwijl voor identieke feiten en indien het |
identiques et si le ministère public fait choix de la procédure dite | openbaar ministerie kiest voor de zogenoemde procedure van |
de comparution immédiate, l'article 216quinquies, § 3, nouveau, du | onmiddellijke verschijning, artikel 216quinquies, § 3, nieuw, van het |
Code d'instruction criminelle, inséré par la loi du 28 mars 2000 | Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2000 tot |
insérant une procédure de comparution immédiate en matière pénale, | invoeging van een procedure van onmiddellijke verschijning in |
confère pareille garantie au prévenu ? » | strafzaken, beklaagde wel een dergelijke waarborg biedt ? » |
Ces affaires sont inscrites sous les numéros 1957 et 1984 du rôle de | Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1957 en 1984 van de rol |
la Cour et ont été jointes. | van het Hof en werden samengevoegd. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |